Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken, Van den Hul, Westerveld, Van Ojik, Groothuizen en Van Meenen over onderwijs in asielzoekerscentra
Vragen van de leden Kuiken, Van den Hul (beiden PvdA), Westerveld, Van Ojik (beiden GroenLinks), Groothuizen en Van Meenen (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over onderwijs in asielzoekerscentra (ingezonden 11 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 16 juni 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2982.
Vraag 1
Kent u het bericht «Jongeren in azc's verstoken van onlineonderwijs door slechte wifi:
«soms doen ze 's nachts hun huiswerk»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het u bekend dat vanwege slechtwerkende wifi honderden jongeren in asielzoekerscentra
(azc’s) geen onlineonderwijs kunnen volgen? Zo ja, wat is de aard en de omvang van
deze problemen? Zo nee, kunt u zich dan op de hoogte stellen van deze problemen?
Antwoord 2
Zoals ik in mijn brief van 17 april jl met uw Kamer heb gedeeld, bleek al vrij snel
na de invoering van de coronamaatregelen dat de netwerkcapaciteit op een aantal COA-locaties
niet was ingericht op het intensieve gebruik waar toen behoefte aan ontstond, waaronder
voor thuisonderwijs aan studenten en kinderen. Dit was reden voor het COA om, in samenwerking
met de provider, waar mogelijk zowel de bandbreedte als de WiFi-capaciteit uit te
breiden. De verwachting was dat dit in april gereed zou komen, maar deze planning
bleek te ambitieus. Inmiddels kan evenwel gemeld worden, dat de voorgenomen uitbreiding
op alle locaties gerealiseerd is.
Het onderzoek van de werkgroep Kind in AZC onder scholen vond plaats op een moment
dat de uitbreiding van de bandbreedte en de WiFI-capaciteit op de diverse COA-locaties
nog gaande was. Inmiddels is deze afgerond, waarbij ik aanteken dat dit niet betekent
dat overal volledige dekking zal zijn van goedwerkende WiFi. Net als voor alle locaties
in Nederland geldt namelijk dat dekking op COA-locaties van meerdere factoren afhankelijk
is, te weten de lokaal beschikbare bandbreedte, gebouwtype, afstanden binnen de locatie,
gebruikte materialen in het gebouw, verstoringen door andere randapparatuur etc.
In het kader van de uitbreiding die is gerealiseerd, zijn op de COA-locaties de bandbreedtes
verhoogd en daarnaast zijn twee nieuwe netwerken uitgerold: één voor scholieren en
één voor bewoners. Het netwerk «Student» biedt op schooldagen tussen 08.00 en 18.00
uur een hogere prioriteit dan het netwerk «bewoners», waardoor voor scholieren beter
(video)contact met school mogelijk is en er goed gewerkt kan worden aan schoolopdrachten.
Dit kan tenminste in de centrale ruimtes en de computerruimtes, zowel met eigen (school)apparatuur
door middel van WiFi als met de computers die zich in de computerruimtes bevinden.
Uiteraard worden in deze ruimtes de RIVM-richtlijnen in acht genomen.
Sinds de uitbreiding monitort het COA dagelijks het gebruik van de bandbreedte en
het gebruik van de WiFi via het netwerk »Student». Daaruit is tot nu toe gebleken
dat anders dan daarvoor met de opwaardering op alle COA-locaties voldoende netwerkcapaciteit
beschikbaar is gekomen om aan de vraag te voldoen. Verder heeft het COA tijdelijk
een separate helpvoorziening ingericht ten behoeve van de promotie van deze voorzieningen,
het beantwoorden van vragen en het oplossen van problemen.
Vraag 3
Is het waar dat er azc’s zijn waar onvoldoende laptops of tablets zijn om schoolgaande
kinderen online onderwijs te laten krijgen? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Antwoord 3
Uit de signalen die zijn ontvangen, blijkt inderdaad dat er COA-locaties waren waar
niet alle kinderen beschikking hadden over apparatuur om online onderwijs te volgen.
De Minister van Basis-, Voortgezet Onderwijs en Media acht het van groot belang dat
alle leerlingen in deze bijzondere tijd onderwijs op afstand kunnen volgen. Daarom
heeft hij in totaal EUR 6,3 mln. vrijgemaakt voor de aanschaf van laptops en tablets
voor leerlingen die daar niet over kunnen beschikken. Schoolgaande kinderen op COA-locaties
of in internationale schakelklassen zijn in dit kader aangemerkt als kwetsbare groep.
SIVON, een coöperatie van schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs, heeft
geïnventariseerd wat de behoefte is aan laptops en tablets en waar schoolbesturen
zelf of in samenwerking met lokale initiatieven niet in konden voorzien. Dertig schoolbesturen
hebben aangegeven behoefte te hebben aan bijna 1.100 apparaten voor schoolgaande kinderen
op COA-locaties of in internationale schakelklassen. Deze aanvragen zijn met voorrang
behandeld en de benodigde apparatuur wordt in bruikleen verstrekt. Er is voldoende
budget om in de behoefte voor deze leerlingen te voorzien, zodat deze leerlingen onderwijs
op afstand kunnen volgen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat kinderen in azc’s die vanwege corona geen regulier onderwijs
kunnen krijgen dan tenminste online onderwijs moeten kunnen krijgen? Zo ja, in hoeverre
wordt dit belemmerd door slechte internetverbindingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Voor zover schoolgaande kinderen op COA-locaties of in internationale schakelklassen
inderdaad geen regulier onderwijs kunnen volgen, geldt (net als voor andere kinderen)
dat van scholen wordt gevraagd dat zij onderwijs op afstand aanbieden. Dat kan online
onderwijs zijn, maar dit kan bijvoorbeeld ook met papieren lespakketten. Het is aan
de scholen om te bepalen hoe dit precies wordt vormgegeven. Het is onwenselijk dat
online onderwijs niet mogelijk is door beperkingen in netwerkverbindingen of de beschikbaarheid
van tablets, laptops of computers. Zoals aangegeven in de antwoorden onder vragen
2 en 3, is de afgelopen periode fors ingezet op uitbreiding van de brandbreedte en
de WiFi-capaciteit op COA-locaties respectievelijk de beschikbaarheid van voldoende
apparatuur.
Overigens kunnen de kinderen in het primair onderwijs waar het hier om gaat sinds
11 mei weer volledig naar school. Dit geldt voor het primair onderwijs aan kinderen
die verbonden zijn aan een COA-locatie en op schoollocaties die uitsluitend onderwijs
geven aan nieuwkomers, zolang het onderwijs hier plaatsvindt in relatief kleine groepen
van ongeveer 15 kinderen. Nieuwkomers op andere scholen in het primair onderwijs kunnen
sinds 11 mei weer deels naar school. Het primair onderwijs is sinds 8 juni weer volledig
open. Leerlingen in het voortgezet onderwijs, waaronder kinderen op een COA-locatie
die deelnemen aan een internationale schakelklas, gaan per 2 juni weer (deels) naar
school.
Vraag 5
Welke rol hebben de Onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaren bij het toezicht
op onderwijs aan vluchtelingkinderen?
Antwoord 5
Als leerlingen niet op school komen, maakt de school hiervan melding via het verzuimregister
bij de gemeente. De leerplichtambtenaar stelt dan een onderzoek in naar de reden van
het verzuim en gaat in de meeste gevallen eerst het gesprek aan met de ouders en/of
leerling. Op basis hiervan wordt besloten of er vervolgacties nodig zijn. In de periode
van de sluiting van de scholen waren scholen niet verplicht verzuim te melden. Des
te meer is het van belang dat scholen het gesprek met leerlingen aangaan als de (online)
lessen niet worden gevolgd. De leerplichtambtenaar kan hierbij behulpzaam zijn. De
functie van de leerplichtambtenaar is in het bijzonder in deze tijd gericht op gedeelde
maatschappelijke zorg, waarbij het contact met de ouders en/of leerling centraal staat.
De Onderwijsinspectie (hierna: inspectie) houdt toezicht op de eerste opvang anderstaligen
(hierna: EOA). De inspectie neemt dit onderwijs mee in haar reguliere toezicht. Dat
betekent dat de inspectie elk jaar een prestatieanalyse uitvoert voor zogeheten nieuwkomersvoorzieningen
en dat zij deze voorzieningen meeneemt in de vierjaarlijkse onderzoeken bij besturen
en hun scholen. De inspectie gebruikt hierbij haar reguliere onderzoekskader, zij
het in een iets aangepaste vorm; de inspectie kan de resultaten van de nieuwkomers
immers niet beoordelen, omdat de nieuwkomers maximaal twee jaar onderwijs krijgen
op een EOA.
Vraag 6
Wat gaat u op korte termijn doen om ervoor te zorgen dat kinderen in azc’s wel over
voldoende laptops of tablets beschikken en er wel goede internetverbindingen komen?
Vraag 6
Wat gaat u op korte termijn doen om ervoor te zorgen dat kinderen in azc’s wel over
voldoende laptops of tablets beschikken en er wel goede internetverbindingen komen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.