Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over COA-personeel dat zich onveilig voelt door ‘Minderjarige’ criminele Noord-Afrikanen
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over COA-personeel dat zich onveilig voelt door «Minderjarige» criminele Noord-Afrikanen (ingezonden 19 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 juni
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3083.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «COA-personeel voelt zich onveilig en luidt noodklok:
«Minderjarige» criminele Noord-Afrikanen verstieren het?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat gelukszoekers uit landen als Marokko
en Algerije ons land onveiliger maken? Zo ja, hoe staat het met de inzet van het kabinet
om deze mensen zo snel mogelijk te laten terugkeren naar het land van herkomst? Wanneer
kan de Kamer de uitvoering van de motie-Becker c.s. over uitvoering van de regeerakkoordafspraken
over migratieovereenkomsten (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 37) verwachten met een SMART overzicht van alle maatregelen die genomen zijn en nog
genomen kunnen worden om deze migratie tegen te houden en terugkeer af te dwingen?
Antwoord 2
Asielzoekers uit veilige landen van herkomst zijn oververtegenwoordigd in de groep
overlastgevers. Vanzelfsprekend vind ik dit volstrekt onacceptabel. De terugkeer van
criminele en overlastgevende vreemdelingen met een vertrekplicht heeft, complementair
aan de strafrechtelijke afhandeling van dergelijke situaties, grote prioriteit. Zoals
uw Kamer weet, bemoeilijken verschillende COVID-19 gerelateerde (reis)beperkingen
op dit moment de terugkeer van vertrekplichtige vreemdelingen. Criminele en overlastgevende
vreemdelingen vormen hier geen uitzondering op. Dit laat onverlet dat ik ook gedurende
de COVID-19 maatregelen in de migratieketen ben blijven inzetten op de terugkeer van
deze groep. Dat betekent dat inbewaringstelling van criminele en overlastgevende vreemdelingen
door is gegaan en dat hun terugkeertraject is gestart of voortgezet. Ik informeer
u voor het zomerreces over de uitvoering van de motie Becker c.s. Het kabinet zet
onverminderd in op verbetering van de terugkeersamenwerking met relevante landen.
Vraag 3
Worden inmiddels alle maatregelen die u eind vorig jaar aankondigde aangaande een
strengere aanpak tegen overlastgevende asielzoekers reeds benut op en rond de Centraal
Orgaan opvang Asielzoekers (COA)-locaties? Zo ja, hoe kan het dan dat de betreffende
medewerkers zich nog steeds onveilig voelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
In mijn brief van 18 december jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de maatregelen
die ik inzet bij de aanpak van overlastgevende asielzoekers.2 Zo kunnen asielzoekers die dermate overlastgevend zijn dat zij op reguliere locaties
belastend zijn voor medewerkers en medebewoners per 1 februari worden overgeplaatst
naar de speciale Handhaving- en Toezichtlocatie in Hoogeveen. Ook is de Top X aanpak
per 1 mei jl. landelijk ingevoerd. Voor meer informatie over de versoberde opvang
van veilige landers verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 11. De eerste ervaringen
met deze maatregelen zijn goed, maar er is meer tijd nodig voordat zij hun vruchten
zullen afwerpen.
De maatregelen hebben als doel de overlast terug te dringen en een leefbare en veilige
woon- en werkomgeving te borgen. Alhoewel de incidenten op COA-opvanglocaties vaak
niet gericht zijn tegen COA-medewerkers, kunnen deze wel impact hebben op medewerkers.
Hierdoor kan een situatie ontstaan waarin een COA-medewerker zich onveilig voelt.
Vraag 4
Voldoet de uitrusting van het COA-personeel om zichzelf te beschermen tegen raddraaiers
op een COA-locatie en welke extra maatregelen kunt u nemen om het COA-personeel in
bescherming te nemen tegen agressie en geweld?
Antwoord 4
Veiligheid van COA-medewerkers heeft voor mij de hoogste prioriteit. Het COA biedt
allerlei middelen en instrumenten die erop gericht zijn om goed om te kunnen gaan
met diverse situaties. Zo biedt het COA alle medewerkers onder andere een intensieve
training die is gericht op het de-escaleren van een conflictueuze situatie, vindt
er regelmatig afstemming plaats met de wijkagent, is er een protocol agressie en geweld
met onder andere richtlijnen hoe om te gaan met verschillende situaties en is er het
maatregelenbeleid. In het geval dat een ernstig incident zich voordoet, zijn er aanvullende
afspraken met de politie gemaakt met betrekking tot politie-inzet op de locatie. Binnen
dit pakket is aanvullende beschermende uitrusting voor COA-medewerkers niet noodzakelijk
gebleken.
Vraag 5
Hoeveel asielzoekers die ernstige overlast veroorzaken zijn tot op heden ondergebracht
in de door u aangekondigde Handhaving en Toezichtslocatie (HTL) in Hoogeveen?
Antwoord 5
Op 1 februari 2020 is de HTL geopend. Tussen 1 februari en 1 mei 2020 zijn 65 overlastgevers
in de HTL geplaatst. In de HTL is plek voor maximaal 50 overlastgevende asielzoekers.
Vraag 6
Worden er daarnaast ook overlastgevende asielzoekers op COA-locaties apart gezet in
gesloten voorzieningen als zij zich schuldig maken aan overlast, geweld of diefstal?
Zo ja, hoe vaak is dit gedaan?
Antwoord 6
De COA-opvanglocaties zijn open opvangvoorzieningen. Dat wil zeggen dat bewoners vrij
zijn om in- en uit te lopen. Er bevinden zich geen gesloten voorzieningen op COA-opvanglocaties,
ook niet voor overlastgevers. Indien er sprake is van crimineel gedrag zal aangifte
worden gedaan bij de politie. Bij voldoende grond kan de rechter bepalen dat een asielzoeker,
net als ieder andere inwoner van Nederland, in (voorlopige) hechtenis wordt genomen.
Indien een asielzoeker op een opvanglocatie dusdanig overlastgevend is dat hij of
zij een gevaar vormt voor medewerkers en medebewoners kan deze persoon door het COA
worden overgeplaatst naar de HTL. Overplaatsing naar de HTL gaat altijd gepaard met
een vrijheidsbeperkende maatregel, waarmee het gebied waarin betrokkene zich mag bevinden
wordt beperkt. De HTL is echter geen gesloten voorziening.
Vraag 7
Hoeveel overlastgevende asielzoekers staan inmiddels op de Top-X lijst – de lijst
waar de asielzoekers die de meeste overlast veroorzaken op worden gezet en waar vervolgens
per overlastgever een individuele aanpak voor wordt gemaakt – en bereikt deze aanpak
ook de asielzoekers die minder vaak overlast veroorzaken maar wel ontoelaatbaar gedrag
vertonen?
Antwoord 7
Het aantal en de samenstelling van de groep asielzoekers die op de Top-x lijst staat
verandert iedere maand. De Top X lijst bevat momenteel circa 330 unieke vreemdelingen.
Na de data-gedreven selectie van asielzoekers op de landelijke lijst, wordt door lokale
partijen uit de migratieketen bekeken welke personen op de lijst daadwerkelijk in
aanmerking komen voor een individuele Top X aanpak en welke maatregelen er in dit
kader worden opgelegd.
De Top-X aanpak bereikt ook asielzoekers die minder vaak overlast veroorzaken, maar
wel ontoelaatbaar gedrag vertonen. Immers, een asielzoeker komt niet alleen op de
Top-X lijst te staan wanneer hij of zij «veelpleger» is. Ook wanneer een asielzoeker
voldoet aan andere criteria, komt hij of zij op de Top-X te staan, bijvoorbeeld wanneer
een asielzoeker één of meerdere registraties van verdenkingen op zijn naam heeft staan
van misdrijven met een grote impact en/of misdrijven tegen een ambtenaar met een publieke
taak. Daarbij kunnen asielzoekers op de lijst komen te staan wanneer zij door COA-medewerkers
worden aangedragen in verband met gedrag dat als overlastgevend wordt ervaren en waarbij
sprake is van grote impact op medewerkers, medebewoners of de omgeving. Hiermee bereikt
de Top-X lijst óók asielzoekers die minder vaak overlast veroorzaken.
Alhoewel er door betrokken partijen extra aandacht uitgaat naar de individuele aanpak
van personen op de Top X lijst, wil ik graag benadrukken dat ook voor overlastgevers
die niet op de Top X lijst staan, geldt dat hun gedrag natuurlijk niet wordt geaccepteerd
en dat zij worden aangepakt volgens het brede palet aan maatregelen dat voorhanden
is.
Vraag 8
Is het juist dat de top-X lijst niet gedeeld mag worden met burgemeesters, onder andere
vanwege de AVG, en bent u bereid te onderzoeken welke wijziging in regelgeving nodig
is om dit alsnog wel te kunnen doen, zodat overlastgevende asielzoekers ook door het
lokale gezag scherp in de gasten kunnen worden gehouden?
Antwoord 8
Onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) mogen persoonsgegevens niet
zomaar gedeeld worden, ook niet binnen de overheid. Voor uitwisseling van persoonsgegevens
binnen de migratieketen is reeds een wettelijke basis. Ik onderzoek of het onder bestaande
wettelijke kaders (zoals de politie – en openbare orde wetgeving) eventueel mogelijk
is om in het kader van de openbare orde en veiligheid bepaalde informatie van de migratieketen
over personen op de Top X lijst te delen met de lokale gezagsdriehoek, bestaande uit
de gemeente, de politie en het OM. Zo ja, dan zal worden bezien op welke manier. Zo
nee, dan worden alternatieve oplossingen onderzocht, zoals bijvoorbeeld het afsluiten
van convenanten. Hierbij ben ik gebonden aan het AVG uitgangspunt van dataminimalisatie.
Dat houdt in dat met de lokale gezagsdriehoek enkel de voor hen noodzakelijke personen/gegevens
gedeeld zullen worden.
Vraag 9
Hebben de ketenmariniers voldoende middelen om deze asielzoekers aan te pakken en
wordt er vanuit het ministerie geëvalueerd waar er knel- en verbeterpunten zitten?
Antwoord 9
De ketenmariniers maken gebruik van het brede palet aan maatregelen dat voorhanden
is in de aanpak van overlastgevende en criminele asielzoekers. Over deze maatregelen
heb ik uw Kamer bij brief geïnformeerd.3 Binnenkort publiceren de ketenmariniers een toolbox met een overzicht van deze maatregelen.
Een evaluatie van de Top X aanpak zal plaatsvinden zodra er genoeg ervaring is opgedaan
om knel- en verbeterpunten vast te stellen. Uiteraard bekijk ik daarnaast continu
met betrokken partijen waar het beter kan.
Vraag 10
Hoe kan het dat de burgemeester van Smallingerland de noodklok luidt terwijl u een
arsenaal aan extra maatregelen heeft ingevoerd? Bent u bereid met hem in gesprek te
gaan om te bezien wat lokaal meer gedaan kan worden om de problematiek aan te pakken
en iets als de massale vechtpartij in asielzoekerscentrum (AZC) Drachten niet meer
te laten voorkomen?
Antwoord 10
De gemeente Smallingerland kampt al langere tijd met overlast veroorzaakt door asielzoekers.
Een heftig incident in azc Drachten was de directe aanleiding voor de burgemeester
om de noodklok te luiden en hulp in te roepen van het ministerie. Er heeft reeds een
goed gesprek plaatsgevonden tussen het ministerie en de burgemeester van Smallingerland
om de lokale problematiek te bespreken. Daarbij heeft het ministerie haar hulp aangeboden.
Naast de gemeente, het COA, Nidos, het OM en de politie, spelen ook de ketenmariniers
een rol in de lokale aanpak. Er wordt alles aan gedaan om het aantal incidenten te
verminderen. Echter, ondanks alle inspanningen die worden getroffen in de begeleiding
van asielzoekers en de aanpak van overlastgevende asielzoekers kunnen incidenten zoals
die in Drachten niet geheel voorkomen worden.
Vraag 11
Hoe staat het met uw zoektocht naar een geschikte locatie voor separate opvang voor
enkel en alleen asielzoekers uit veilige landen zodat zij niet langer anderen tot
last kunnen zijn? Ziet u een mogelijkheid om ook een dergelijke aparte opvang, uiteraard
sober en zoveel mogelijk gesloten, op te zetten voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen
(amv’ers) uit veilige landen?
Antwoord 11
Een versoberde opvang voor personen wiens asielaanvraag wordt afgedaan in spoor 2
past bij de relatief korte tijd die deze groep, met een relatief kansarme asielaanvraag,
in Nederland verblijft. Daarnaast helpt het apart opvangen van deze groep bij de beschikbaarheid
voor de asielprocedure en het vertrekproces.
Voor de realisatie van een separate opvanglocatie is naast een geschikte locatie ook
bestuurlijk draagvlak een randvoorwaarde. Op dit moment is deze combinatie nog steeds
niet gevonden. Bij wijze van tussenoplossing is het COA in een vergevorderd stadium
van voorbereiding om de opvang van deze doelgroep op een aantal bestaande locaties
te versoberen en beter beheersbaar te maken. Het COA richt zich nu allereerst op het
realiseren van deze tussenoplossing. Met de opgedane ervaring vanuit de tussenoplossing
wordt bezien of in de toekomst kansen ontstaan voor een separate locatie voor deze
doelgroep. Ik verwacht dat de versobering van de opvang van veilige landers wiens
asielaanvraag wordt afgedaan in spoor 2 na het zomerreces is gerealiseerd. Op dat
moment verwacht ik ook uw Kamer te kunnen informeren over de eerste ervaringen met
deze tussenoplossing.
De aanpak van overlastgevende AMV’s heeft ook mijn aandacht. Op deze groep kan het
COA verschillende maatregelen toepassen, zoals een locatieverbod of strafoverplaatsing.
Als deze maatregelen geen of onvoldoende effect hebben, kan een AMV worden doorverwezen
naar de Perspectief Opvang Nidos. In deze speciale opvangvorm wordt door middel van
intensieve begeleiding gewerkt aan gedragsverbetering van overlastgevende AMV’s. Tevens
zijn het COA en Nidos met mijn departement in gesprek over aanvullende maatregelen
om de overlast van AMV’s te verminderen en zal bovendien de vierde ketenmarinier,
die momenteel wordt geworven, zich specifiek richten op de aanpak van overlastgevende
AMV’s. Ook over deze resultaten zal ik uw Kamer na de zomer informeren.
Vraag 12
Hoe is het mogelijk dat overlastgevende asielzoekers zich kunnen verplaatsen door
Nederland om, zoals uit het artikel blijkt, de opvang te gebruiken als basis om door
het land te trekken op stroop- en rooftocht? Worden er bijvoorbeeld fietsen gefaciliteerd
waarmee zij het terrein af kunnen en zijn er inmiddels nieuwe ontwikkelingen tussen
de ketenmarinier en de vervoersmaatschappijen om reisverboden aan overlastgevende
asielzoekers op te leggen? Hoe staat het in dit verband met de uitvoering van de motie
Becker over een verbod op straatintimidatie (Kamerstuk 19 637, nr. 2483) om over te gaan tot openbaar vervoersverboden bij overlastgevers?
Antwoord 12
Mits zij hun verplichtingen -zoals de meldplicht- nakomen, zijn asielzoekers in afwachting
van hun procedure vrij om zich door Nederland te verplaatsen. Zonder gegronde reden
kan de overheid de vrijheid van een asielzoeker niet zomaar beperken of ontnemen.
Dit is in lijn met internationale en nationale wet- en regelgeving, waar Nederland
zich aan wil en dient te houden.
Het is geen COA-beleid om fietsen beschikbaar te stellen aan asielzoekers. In enkele
gevallen wordt aan schoolgaande kinderen voor het vervoer naar school een fiets in
bruikleen gegeven. Asielzoekers kunnen zelf een fiets kopen. Voor vervoersbewegingen
gerelateerd aan het asielproces zoals een bezoek aan een advocaat wordt door het COA
een OV-vervoersbewijs ter beschikking gesteld.
Zoals ik uw Kamer op 18 december jl. bij brief meldde, is door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) een handreiking opgesteld over de invoering van een verbod op straatintimidatie.4 Deze is actief verspreid onder de gemeenten. De motie van het lid Becker verzoekt
verder om te verkennen of overlastgevende asielzoekers een reisverbod met het openbaar
vervoer kunnen krijgen.5 Nog los van de uitvoeringsaspecten hiervan maakt de relevante privacywetgeving het
delen van persoonsgegevens tussen de organisaties uit de migratieketen en de organisaties
van het openbaar vervoer erg moeilijk.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat stemmen de aanpak van overlastgevende asielzoekers in het openbaar vervoer
met elkaar af. Aandachtspunten zijn inzicht verkrijgen in de groep asielzoekers die
overlast veroorzaken in het openbaar vervoer en de mogelijkheden daarbij voor het
opleggen van een reisverbod. Over de mogelijkheden voor het inzetten van reisverboden
lopen de gesprekken met openbaar vervoerders, het OM en vakbonden.
Vraag 13
Wanneer wordt overgegaan tot het opleggen van een gebiedsgebod bij een overlastgevende
asielzoeker? Zou dit in uw ogen sneller kunnen dan dat nu het geval is?
Antwoord 13
Indien een asielzoeker overlast veroorzaakt binnen de opvanglocatie, kan door de IND,
de DT&V of door de AVIM aan betrokkene een vrijheidsbeperkende maatregel (gebiedsgebod)
worden opgelegd. Hierbij stelt het COA een verslag op van de overlastgevende gedragingen,
aan de hand waarvan wordt beoordeeld of deze zodanig ernstig zijn dat de oplegging
van een vrijheidsbeperkende maatregel gerechtvaardigd is.
Het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel vindt in de regel plaats kort nadat
betrokkene overlastgevend gedrag heeft vertoond dat, al dan niet in samenhang bezien
met eerder vertoond gedrag, diens verblijf op de opvanglocatie onhoudbaar maakt. De
vrijheidsbeperkende maatregel, in het kader van overlastgevend gedrag, wordt in de
regel opgelegd in combinatie met de aanzegging zich te melden in de HTL. Op werkdagen,
uiteraard afhankelijk van het tijdstip, wordt de maatregel doorgaans opgelegd op de
dag waarop de laatste grensoverschrijdende gedraging zich heeft voorgedaan. Binnen
dit kader gebeurt het opleggen van de vrijheidsbeperkende maatregel zo snel mogelijk
en ik zie op dit moment geen aanleiding om dit te versnellen.
Daarnaast kan, indien dit is opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening, ook
een gebiedsverbod worden opgelegd door de burgermeester indien sprake is van overlastgevend
gedrag buiten de opvanglocatie en/of de openbare orde in het geding is.
Vraag 14
Welke extra maatregelen kunnen COA-locaties nemen om ervoor te zorgen dat asielzoekers
niet met gestolen waar, volgens het artikel afkomstig uit winkels uit het hele land,
de locatie op kunnen en dit vervolgens kunnen verkopen aan elkaar en asielzoekers
meteen opgepakt worden als bemerkt wordt dat gestolen goederen in het bezit zijn?
Antwoord 14
Asielzoekers dienen zich net als een ieder in Nederland te houden aan de Nederlandse
wet- en regelgeving. De begeleiding van het COA is gericht op het realiseren van een
veilige en leefbare leef- en werkomgeving. Een onderdeel van de begeleiding van het
COA is het regelmatig uitvoeren van kamercontroles. Indien er signalen zijn van crimineel
gedrag is het COA-beleid om contact met de politie op te nemen. In overleg met de
politie wordt dan bekeken wat een gepaste actie is.
Vraag 15
Bent u bereid opnieuw contact te zoeken met het lokale gezag in gemeentes met COA-locaties
om ervoor te zorgen dat de gemeentes zich voldoende gehoord voelen en serieuze gesprekspartners
zijn als het gaat om het aanscherpen van maatregelen?
Antwoord 15
Ik ben continu in gesprek met gemeenten over ontwikkelingen op het migratiegebied,
waaronder de aanpak van de overlast en de behoefte aan aanvullende opvangcapaciteit.
De opvang van personen die in Nederland asiel aanvragen is immers een gezamenlijke
opgave; het COA kan dit niet alleen. Ik ben gemeenten met een opvanglocatie dankbaar
voor hun inspanningen en benadruk de urgentie voor extra opvangplekken voor asielzoekers.
Uiteraard heeft ook het COA, in het kader van de reguliere bedrijfsvoering, met regelmaat
contact met de betreffende gemeente om informatie te delen en indien nodig gezamenlijk
actie te nemen op ontwikkelingen in die gemeente. Teneinde te voorkomen dat een groep
overlastgevers het draagvlak voor de opvang van asielzoekers ondermijnt en de zoektocht
naar extra opvanglocaties bemoeilijkt, zet ik de ketenmariniers in om gemeenten waar
nodig te adviseren en assisteren.
Vraag 16
Bent u bereid een meldpunt in uw ministerie te openen voor COA-medewerkers die zich
onveilig voelen, zodat ook concrete gebeurtenissen aanleiding kunnen geven het beleid
weer verder aan te scherpen?
Antwoord 16
COA-medewerkers kunnen op diverse manieren hun mening geven en hun gevoel van onveiligheid
uiten en worden daartoe ook expliciet uitgenodigd. Dit kan rechtstreeks bij hun leidinggevende,
bij de preventiemedewerkers, vertrouwenspersonen, het bureau veiligheid, het meldpunt
integriteit, de bedrijfsarts of een bedrijfsmaatschappelijk werker. Het COA-bestuur
benadrukt in contacten met medewerkers – in overleggen of tijdens werkbezoeken – het
gesprek aan te willen gaan over het dagelijks werk, waaronder (on)veiligheid. Dit
doet het bestuur actief met de ondernemingsraad maar ook in gesprekken met (een vertegenwoordiging
van) medewerkers. Het COA en het departement onderhouden nauw contact over overlast
op opvanglocaties. Ik zie dan ook geen noodzaak tot het openen van een meldpunt op
het ministerie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.