Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het voorgenomen uitstel van nieuwe btw-regels voor e-commerce van de Europese Commissie
Vragen van het lid Van Haga (Van Haga) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën over het voorgenomen uitstel van nieuwe btw-regels voor e-commerce van de Europese Commissie (ingezonden 14 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
en van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane), mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 12 juni
2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het voornemen van de Europese Commissie om de invoering van
nieuwe btw-regels voor e-commerce met zes maanden uit te stellen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat dit uitstel ook uitstel betekent voor het heffen van btw op
Chinese pakketjes?
Antwoord 2
Ja, dit leidt ertoe dat ook de btw-heffing wordt uitgesteld over pakketjes met een
waarde van niet meer dan € 22 uit landen van buiten de Europese Unie die rechtstreeks
naar consumenten worden gezonden.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat deze gederfde btw-inkomsten zeer onwenselijk zijn, juist
in deze tijd waarbij de staatsschuld oploopt?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het niet-heffen van btw op pakketjes onder de € 22,– zorgt
voor een blijvend oneerlijk speelveld tussen Nederlandse (web)winkels en Chinese webwinkels
zoals Alibaba?
Antwoord 4
Op basis van het zogenoemd «btw e-commerce pakket» wordt de btw heffing op grensoverschrijdende
internetverkopen van goederen en diensten aan consumenten gemoderniseerd en vereenvoudigd.
Deze handel is de afgelopen jaren zeer fors toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat
de btw-regels aangepast moeten worden. Uitgangspunten hierbij zijn onder meer dat
de btw wordt geheven in het land van bestemming en er gelijke concurrentievoorwaarden
gelden voor bedrijven binnen en buiten de EU. Voor de handel van buiten de EU zal
de heffing in veel gevallen verschuldigd zijn door de platforms die betrokken zijn
bij de verkoop.
Op dit moment geldt er in Nederland een btw-vrijstelling bij de invoer van goederen
met een intrinsieke waarde van niet meer dan € 22 voor consumenten in de EU. Deze
-al tientallen jaren bestaande- vrijstelling komt omwille van het gelijke speelveld
tussen non-EU en EU-ondernemers te vervallen. Om te voorkomen dat consumenten separaat
de btw moeten afrekenen voor iedere zending die in Nederland wordt ingevoerd, veelal
via de postbezorger, wordt er voorzien in een nieuw aangiftesysteem voor de leveranciers,
het zogenoemde éénloketsysteem. Voor de afdracht van de btw in alle lidstaten waar
zijn klanten zitten, kan de ondernemer zich dan registreren en aangifte doen in één
lidstaat. Deze lidstaat zorgt er vervolgens voor dat de btw wordt doorgeleid naar
de belastingdiensten van de andere betrokken lidstaten.
Hiernaast wordt eenzelfde systeem opgezet voor de levering van goederen en diensten
binnen de EU. Implementatie van het omvangrijke pakket aan maatregelen en het op elkaar
aansluiten van deze éénloketsystemen in alle lidstaten vergt veel van de IT systemen
van de belastingdiensten. Diverse lidstaten, waaronder ook Nederland, hebben aangegeven
niet op tijd klaar te zijn om inwerkingtreding per 1-1-2021 te kunnen garanderen.
Ook van ondernemers wordt veel gevraagd met de implementatie van de nieuwe regels.
De Corona crisis zet de tijdige implementatie alleen maar verder onder druk.
De Belastingdienst onderzoekt op dit moment op welke manier en per welke datum het
e-commerce pakket kan worden geïmplementeerd (inclusief bijbehorende IT-systemen).
Dit onderzoek is voor de zomer gereed. We zullen uw Kamer hier daarna zo snel mogelijk
over informeren. Iedere vorm van uitstel zorgt voor een tijdelijk langer ongelijk
speelveld tussen ondernemers buiten en binnen de EU. Voor de Belastingdienst, Douane,
ondernemers en consumenten is het echter essentieel dat het nieuwe systeem goed wordt
voorbereid en zoveel mogelijk gelijktijdig met de andere lidstaten wordt geïmplementeerd.
Uiteraard streven alle lidstaten ernaar om het systeem zo snel mogelijk te laten functioneren.
Vraag 5
Bent u bereid om dit namens Nederland ter discussie te stellen?
Antwoord 5
Zoals reeds aangegeven is Nederland één van de landen die 1 januari 2021 niet gereed
is om het e-commercepakket naar behoren te laten functioneren. Daar komt bij dat sommige
Nederlandse ondernemers ook hebben aangegeven meer voorbereidingstijd nodig te hebben.
Nederland is dan ook om die redenen gebaat bij het voorgestelde uitstel.
Vraag 6
Ziet u mogelijkheden om de btw op Chinese pakketjes zoals gepland in te voeren per
1 januari 2021, ook bij een generiek uitstel van de nieuwe btw-regels voor e-commerce?
Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nederland ziet geen mogelijkheden om de btw-vrijstelling per 1 januari 2021 af te
schaffen. Het IT-systeem van de Belastingdienst is per die datum niet gereed om de
forse toename aan btw-aangiftes te kunnen verwerken. Voor een goede werking van de
interne markt is vereist dat alle lidstaten de nieuwe EU-wetgeving tegelijkertijd
invoeren.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe u dit oneerlijke speelveld wilt rechttrekken als het voorstel
voor de nieuwe btw-regels wordt uitgesteld?
Antwoord 7
De eerder genoemde € 22 vrijstelling bestaat al tientallen jaren en is slechts een
onderdeel van een meer omvattend pakket aan maatregelen. Door met name de toename
van e-commerce hebben de lidstaten besloten dat er een einde moet komen aan het ongelijke
speelveld tussen ondernemers buiten de EU en binnen de EU. De implementatie van het
omvangrijke wetgevingspakket vergt echter een forse aanpassing van de IT-systemen
van de Belastingdiensten en de ondernemers. Mede vanwege de corona is nader uitstel
voor een EU-brede implementatie nodig. Tussentijdse maatregelen op een enkel onderdeel
van het totale pakket liggen niet in de rede.
Vraag 8
Bent u bereid bovenstaande vragen afzonderlijk en voor de eerstvolgende Europese top
waar dit onderwerp wordt besproken te beantwoorden?
Antwoord 8
Het is ons op dit moment niet bekend of en zo ja, wanneer dit dossier op een Europese
top wordt besproken. De verwachting is wel dat de Ecofin Raad hier voor de zomer overeenstemming
over bereikt.Dit zal waarschijnlijk via een zogenoemde schriftelijke procedure plaatsvinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.