Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Ojik en Ploumen over het optreden van China
Vragen van de leden Van Ojik (GroenLinks) en Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het optreden van China (ingezonden 29 april 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 juni 2020).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat door Chinese druk een EU-document over COVID-19
               gerelateerde desinformatie is afgezwakt?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Wat is uw appreciatie van deze onthullingen? Acht u het denkbaar dat de EU is bezweken
               voor druk van China om feitelijkheden in een rapport weg te laten? Bent u bereid uw
               zorgen hierover te uiten bij de Europese Commissie? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 2
            
De publicaties over de verspreiding van desinformatie van de Europese Dienst voor
               Extern Optreden zijn onafhankelijk. De Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell heeft
               reeds naar de Raad van de EU gecommuniceerd en in een hoorzitting met de Commissie
               Buitenlandse Zaken van het Europees parlement verklaard dat er geen sprake is geweest
               van het bijstellen van de bevindingen in de «Short Assessment of Narratives and Disinformation
               around the COVID-19/Coronavirus Pandemic» van 24 april jl. onder druk van een derde
               land.2 Nederland heeft reeds in Brussel onderstreept dat het van uiterst belang is dat dergelijke
               analyses onafhankelijk en transparant blijven.
            
Vraag 3
            
Hoe beoordeelt u de informatie in het artikel van The New York Times dat Centraal-
               en Oost-Europa in het bijzonder kwetsbaar zijn voor Chinese en Russische desinformatiecampagnes?
               Acht u aanvullende maatregelen om hieraan tegenwicht te bieden noodzakelijk? Zo nee,
               waarom niet?
            
Antwoord 3
            
Kwetsbaarheden in relatie tot desinformatie variëren per land en houden o.a. verband
               met de doelen van statelijke actoren en de maatschappelijke weerbaarheid. Het adresseren
               van desinformatie is primair de taak van niet-gouvernementele actoren zoals, onafhankelijke
               media, online platforms en wetenschappers. Echter, omdat desinformatie mogelijk gevolgen
               kan hebben voor de stabiliteit en veiligheid van EU en haar lidstaten, ondersteunt
               het kabinet informatie-uitwisseling hierover in Europees verband, zoals via het EU
               Rapid Alert System. Voor nadere details verwijs ik u naar de Kamerbrieven «Beleidsinzet
               bescherming democratie tegen desinformatie» en «Nieuwe ontwikkelingen beleidsinzet
               bescherming democratie tegen desinformatie» van de Minister van Binnenlandse Zaken
               en Koninkrijksrelaties van respectievelijk 18 oktober 2019 en 13 mei jl. (Kamerstuk
               31 490, nr. 258 en Kamerstuk 30 821, nr. 112).
            
Vraag 4
            
Klopt het dat China ook heeft geprobeerd ambtenaren in Berlijn en Parijs te beïnvloeden
               om de lijn van Duitsland en Frankrijk met betrekking tot de Chinese corona-aanpak
               bij te stellen?3 Zijn dergelijke pogingen ook ondernomen richting Nederlandse ambtenaren? Zo ja, op
               welke wijze?
            
Antwoord 4
            
Het kabinet kan niet spreken namens Duitsland en Frankrijk. Sinds het uitbreken van
               de COVID19-pandemie is er regelmatig contact geweest tussen de Chinese ambassade en
               Nederlandse ambtenaren op verschillende niveaus over de Corona-aanpak en mogelijkheden
               voor samenwerking in de bestrijding van de uitbraak.
            
Vraag 5
            
Heeft u kennisgenomen van de detentie van ten minste vijftien demonstranten in Hong
               Kong en de voornemens om veiligheidswetten in te stellen die de vrijheid van meningsuiting
               in Hong Kong sterk beperkt, en waar in 2003 via massale demonstraties al grootschalig
               ongenoegen over is geuit?4 Gaat u er daarnaast op aandringen dat er bij de kandidaatstelling van de parlementsverkiezingen
               van Hong Kong in september 2020 geen belemmeringen zijn voor prodemocratische kandidaten
               ten opzichte van andere kandidaten?
            
Antwoord 5
            
Het kabinet heeft kennisgenomen van de berichtgeving over de arrestaties en het besluit
               van China’s Nationale Volkscongres om nationale veiligheidswetgeving voor Hongkong
               in te voeren, en heeft hier een appreciatie van gegeven in de antwoorden op vragen
               van de leden Ploumen, Karabulut en Van Ojik die uw Kamer op 13 mei en 28 mei jl. is
               toegegaan (respectievelijk kenmerken Aanhangsel Handeligen, vergaderjaar 2019–2020,
               nr. 2759 en Aanhangsel Handeligen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2939).
            
Nederland hecht zeer aan de vrijheid van meningsuiting en de mogelijkheid om via democratische
               weg invloed uit te oefenen op het bestuur. Ook in relatie tot de verkiezingen voor
               de Legislative Council van Hongkong is het kabinet van mening dat alle kandidaten dezelfde rechten moeten
               hebben en dat meer in het algemeen de fundamentele vrijheden die zijn vastgelegd in
               de Basic Law door alle betrokkenen dienen te worden gerespecteerd.
            
Vraag 6
            
Deelt u de zorgen over deze ontwikkelingen? Bent u bereid om deze zorgen over te brengen
               bij uw Chinese ambtsgenoten? Bent u van plan de Nederlandse diplomatieke missie in
               Hong Kong op te roepen bij alle processen tegen de gearresteerde demonstranten aanwezig
               te zijn? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Het kabinet is met de EU van mening dat Hongkongs hoge mate van autonomie binnen het
               One Country, Two Systems-model, onafhankelijke rechtspraak en fundamentele vrijheden gerespecteerd dienen
               te worden. Deze boodschap is het afgelopen jaar herhaaldelijk overgebracht aan zowel
               de centrale overheid in Peking als de overheid in Hongkong. Het kabinet acht het van
               groot belang dat alle partijen zich onthouden van acties die de rechtsstaat en de
               autonomie van Hongkong binnen de Volksrepubliek China ondermijnen. Het Consulaat-Generaal
               in Hongkong zal de ontwikkelingen, inclusief de rechtszaken, nauwgezet blijven volgen
               samen met de vertegenwoordigingen van EU-lidstaten en andere gelijkgezinde landen.
               Er bestaat lokaal en internationaal vertrouwen in de onafhankelijke rechtspraak in
               Hongkong. Deze wordt onder meer gekenmerkt door transparantie en openbare rechtszittingen,
               die toegankelijk zijn voor het publiek en de media.
            
Het besluit van China’s Nationale Volkscongres van 28 mei jl. om rechtstreeks een
               nationale veiligheidswet voor Hongkong in te voeren roept vragen op in hoeverre Hongkongs
               hoge mate van autonomie binnen de Volksrepubliek China stand kan houden. Dat is een
               zorgelijke ontwikkeling – niet alleen voor de burgers van Hongkong maar ook voor het
               zakenleven dat in Hongkong is gevestigd, waarvoor de eerlijke rechtspraak en de vrije
               toegang tot informatie zeer belangrijk zijn. Op 29 mei jl. heeft de EU een verklaring
               uitgegeven waarin ernstige zorgen worden geuit over de stappen van China die niet
               in lijn zijn met internationale afspraken, en die het One Country, Two Systems-principe en de autonomie van Hongkong binnen de Volksrepubliek China ondermijnen.
               Het kabinet sluit zich daar volledig bij aan. Het is van belang de EU op dit punt
               eensgezind blijft optrekken, en nadenkt over concrete stappen. Het kabinet blijft
               zich daarvoor inzetten.
            
Vraag 7
            
Heeft u kennisgenomen van het onder Chinees bestuur stellen van de Spratly- en Paraceleilanden
               in de Zuid-Chinese Zee, die nu officieel twee Chinese districten vormen?5
Antwoord 7
            
Ja.
Vraag 8
            
Hoe beoordeelt u deze daad? Welke mogelijkheden ziet u om de uitspraak van het Permanente
               Hof van Arbitrage, dat vier jaar geleden oordeelde dat China geen «historisch recht»
               op de zee heeft, mondeling te bekrachtigen? Bent u bereid om deze kwestie in Europees
               verband te agenderen met als inzet te komen tot een duidelijke veroordeling van deze
               daden van China, aangezien dit in 2016 na de uitspraak van het Permanente Hof van
               Arbitrage over de claims van China in de Zuid Chinese Zee niet is gelukt?6 Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Het onder Chinees bestuur stellen van de twee eilandengroepen past in het beeld van
               een China dat steeds actiever zijn claims in de Zuid-Chinese Zee kracht bijzet. Deze
               claims kunnen gevolgen hebben voor de internationale scheepvaart, die voor de Nederlandse
               economie van essentieel belang is. In 2016 heeft Nederland zich met een aantal gelijkgezinde
               lidstaten ingezet voor een EU-verklaring naar aanleiding van de uitspraak van het
               arbitraal tribunaal onder auspiciën van het Permanent Hof van Arbitrage. Daarover
               kon moeizaam – en alleen in algemene termen – overeenstemming worden bereikt. Ook
               in de huidige situatie acht het kabinet het weinig effectief te streven naar een breed
               gedragen EU-reactie op het optreden van China. Niettemin zal het kabinet in EU-verband
               het belang van maritieme veiligheid in de Zuid-Chinese Zee en het belang van eerbiediging
               van uitspraken van internationale hoven en tribunalen blijven opbrengen. Daarnaast
               voeren China en ASEAN momenteel onderhandelingen over een gedragscode in de Zuid-Chinese
               Zee. Het kabinet verwelkomt deze onderhandelingen en dringt er op aan dat alle betrokken
               partijen een vreedzame oplossing vinden inzake de overlappende territoriale claims
               in de Zuid-Chinese Zee, in overeenstemming met het internationaal recht.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.