Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van de leden Kerstens, Van den Hul en Gijs van Dijk over gedupeerde studenten van niet-erkende beroepsopleidingen in de zorg
Vragen van de leden Kerstens, Van den Hul en Gijs van Dijk (allen PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over gedupeerde studenten van niet-erkende beroepsopleidingen in de zorg (ingezonden 25 februari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(ontvangen 5 juni 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «MBO Raad waarschuwt voor onbetrouwbare opleidingsbedrijven»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) mensen verwijst naar aanbieders van niet-erkende beroepsopleidingen en cursussen
waar zij met geen mogelijkheid een diploma kunnen halen?
Antwoord 2
De scholingstrajecten die door Quadrant zijn aangeboden werden via UWV gefinancierd
in het kader van de «Tijdelijke regeling subsidie scholing richting een kansberoep»,
kortweg de scholingsvouchers. De rol van UWV rondom de scholingsvouchers beperkte
zich tot het beoordelen of de voorgestelde opleiding leidt tot een diploma dat betrekking
heeft op een beroep in een kansrijke sector, het toekennen van de voucher en het achteraf
controleren of de opleiding ook daadwerkelijk is gevolgd. UWV had niet als taak om
de kwaliteit van de opleidingen dan wel opleider te beoordelen. UWV had wel als taak
om te controleren dat de opleiding door OCW erkend was. Bij Quadrant leek dit het
geval op basis van de door Quadrant aangeleverde informatie.
Vraag 3
Ondanks het feit dat het aanbieden van een niet-erkende opleiding legaal is, deelt
u de mening dat het onverantwoord is dat het UWV deze mensen aanbeveelt een studie
te volgen bij een instelling die zo benedenmaats is?
Antwoord 3
Quadrant had een overeenkomst met UWV om scholing te mogen leveren, al is er in het
kader van de scholingsvouchers geen sprake geweest van bemiddeling door UWV tussen
aanvragers en aanbieders van scholing. Ook hebben UWV en Quadrant samengewerkt via
voorlichtingsavonden over mogelijkheden tot werk in de zorg. Signalen dat de opleidingen
van Quadrant niet van niveau waren hebben destijds UWV niet bereikt. UWV heeft aangegeven
dat wanneer dergelijke signalen er wel waren geweest dit zeker aanleiding zou zijn
geweest voor een gesprek en een heroverweging van de relatie met Quadrant.
Vraag 4
Welke maatregelen gaat u treffen om deze wanpraktijken uit te bannen en in elk geval
te voorkomen dat het UWV er actief aan meewerkt?
Antwoord 4
UWV werkt aan een aanpassing van het inkoopkader waarin de contractuele verplichtingen
van een opleider zijn opgenomen. Kwaliteitsinspecties van onderwijsinstellingen zijn
geen kerntaak van UWV, maar UWV wil wel periodiek met gecontracteerde opleiders in
gesprek over gemaakte afspraken. De periodieke gesprekken zouden aanvullend zijn op
het huidige systeem, waar UWV in gesprek gaat met opleiders waarover klachten zijn
ontvangen.
Vraag 5
Is volgens u het voorwaardelijk stellen van een keurmerk een oplossing? Zo ja, bent
u bereid dit te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Keurmerken incorporeren zijn een onderdeel van een bredere kwaliteitsborging met betrekking
tot scholing die momenteel wordt uitgewerkt. Mede naar aanleiding van de ervaringen
met de scholingsvouchers is er voor gekozen om bij de opzet van het STAP-budget, dat
tevens door het UWV wordt uitgevoerd, strikter af te bakenen welke scholingsactiviteiten
in aanmerking komen voor een subsidie. Het STAP-budget kan naast scholingsactiviteiten
die opleiden tot een (deel van een) door OCW erkend diploma of certificaat ook worden
ingezet voor scholingsactiviteiten die opleiden tot een branche of sector erkend certificaat,
een opleiding die is ingeschaald in het NLQF, voor opleidingen van een opleider met
een NRTO-keurmerk of voor EVC-procedures bij een erkende EVC-aanbieder. Daarnaast
erkennen UWV en SZW dat UWV een belangrijke rol kan spelen in de kwaliteitsborging
van scholing. Hierbij kan in eerste instantie gedacht worden als een rol met betrekking
tot signalering van misstanden.
Rond de zomer zal uw Kamer verder worden geïnformeerd over de voortgang van de implementatie
van het STAP-budget en de inrichting van het bijbehorende scholingsregister.
Los van kwaliteitsborging door samenwerking toont UWV verder initiatief door het inkoopkader
scholing aan te passen waar nodig.
Vraag 6
Waarom is het UWV niet opgehouden met scholingsvouchers te verstrekken voor een opleiding
bij Quadrant nadat verschillende mbo-scholen hun contract opzegden na zorgen over
de kwaliteit van het onderwijs en de vragen van de Onderwijsinspectie?
Antwoord 6
De signalen van verschillende mbo-scholen en de vragen van de Onderwijsinspectie waren
niet bij UWV bekend. Inmiddels is de inkooprelatie tussen UWV en Quadrant beëindigd.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het zeer ernstig is dat zorgaanbieders er een verdienmodel van
maken studenten een niet-erkende opleiding aan te bieden en hen gelijktijdig voor
hen te laten werken in de thuiszorg? Valt dit naar uw mening binnen stagemisbruik?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Er worden veel opleidingen aangeboden die niet zijn verbonden aan een erkende school
of een brancheorganisatie. Het staat eenieder vrij om een opleiding aan te bieden.
In de sector zorg en welzijn worden strenge eisen gesteld aan de gevolgde opleiding,
omdat veiligheid van de cliënt/patiënt voorop staat. Alleen bij erkende opleidingen
is het zeker dat wordt voldaan aan nationale en Europese regelgeving en dat gediplomeerden
over de kwalificaties beschikken die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep.
Ik vind het niet verstandig dat zorgaanbieders een niet-erkende opleiding aanbieden
en studenten voor zich laten werken.
Via landelijke contactpunten, zoal de website www.youchooz.nl, wordt enkel naar erkende opleidingen verwezen. Een gedegen opleiding en een goede
begeleiding tijdens de opleiding zijn essentieel voor de student. VWS agendeert de
klachten over stages bij de Landelijke Actietafel. De Landelijke Actietafel is de
plaats waar landelijke partijen, zoals branche-, beroeps- en vakorganisaties in zorg,
welzijn en onderwijs samen komen om kennis te delen, afspraken te maken en knelpunten
op te lossen, met name knelpunten die lokaal of regionaal niet opgelost kunnen worden.
Vraag 8
Heeft u zicht op het niveau van niet-erkende opleidingen in de sector? Zo nee, vindt
u het van belang dat zicht te krijgen en bent u bereid daarvoor onderzoek te (laten)
verrichten?
Antwoord 8
Nee, daar heb ik geen zicht op, maar het is wel inzichtelijk voor potentiële studenten
welke opleidingen kwalitatief goed zijn en leiden tot een wettelijk beschermd diploma.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft twee registers met
erkende opleidingen. De status van een opleiding kan worden gecontroleerd aan de hand
van deze registers. Voor het hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten) is dat
het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Voor het MBO is dat het
Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO). De opleidingen in deze registers kunnen
zowel door bekostigde als door niet-bekostigde instellingen worden verzorgd. Komt
een opleiding niet in een van beide registers voor, dan kan het opleidingsinstituut
geen wettelijk beschermd getuigschrift of diploma afgeven en wordt er van overheidswege
geen controle uitgevoerd op de kwaliteit.
Vraag 9
Gaat u de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) inschakelen om in kaart te brengen
welk effect de zorgverlening door onbekwame studenten heeft gehad en erop toe te zien
dat deze zorgaanbieder hiermee direct stopt?
Antwoord 9
Uitgangspunt voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is of de geleverde zorg
van voldoende kwaliteit is. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder om
personeel, ook leerlingen en stagiairs, in te zetten met voldoende deskundigheid voor
de gevraagde zorg. Als zorgaanbieders stagiairs en leerlingen inzetten zonder voldoende
begeleiding en zonder een goede opleiding, kan dat een risico zijn voor de veiligheid
en kwaliteit van de cliënten. Ik heb de IGJ gevraagd om via brancheorganisaties het
Landelijk Meldpunt Zorg onder de aandacht te brengen, zodat signalen en meldingen
over stagemisbruik door de IGJ nog beter in het toezicht kunnen worden betrokken.
De inspectie is in januari van dit jaar op toezichtbezoek geweest bij zorgaanbieder
Quadrant Zorg. De conclusie van het toezichtbezoek is dat Quadrant Zorg in het afgelopen
jaar heeft geïnvesteerd in het op orde krijgen van een vast team van zorgverleners,
het in praktijk brengen van persoonsgerichte zorg en het opzetten van een kwaliteitssysteem.
De inspectie heeft voldoende vertrouwen in de verbeterkracht van Quadrant Zorg. Quadrant
is gestopt met het aanbieden van opleidingen.
Vraag 10
Bent u bereid in gesprek te treden met gedupeerde studenten om op zoek te gaan naar
een oplossing om hen alsnog van een erkende opleiding te voorzien, mede vanwege het
grote personeelstekort in de zorg, en hen schadeloos te stellen?
Antwoord 10
Enkel bij een erkende opleider kan een erkend diploma worden behaald; bij de afgifte
van diploma’s is VWS geen partij. Mogelijk heeft de student in de opleiding van Quadrant
kennis en vaardigheden opgedaan die vrijstellingen voor delen van de opleiding elders
kunnen opleveren. Een vrijstelling kan slechts op individuele basis door de examencommissie
worden verleend, op aanvraag van de student.
Via verschillende subsidieregelingen, zoals SectorplanPlus, het Stagefonds en de Subsidieregeling
praktijkleren, stimuleren VWS en OCW werkgevers om op te leiden en te investeren in
kwaliteit. Voor deze subsidieregelingen komen uitsluitend erkende opleidingen in aanmerking.
VWS agendeert de klachten over stages bij de Landelijke Actietafel.
UWV is bereid om met de gedupeerde studenten in gesprek te gaan en te kijken naar
mogelijkheden om ze te ondersteunen in hun loopbaanbehoefte. De mogelijkheden van
UWV worden hierin beperkt door wettelijke kaders en beschikbare budgetten. Gezien
deze beperkingen is een eerste logische stap om met elkaar in gesprek te gaan en te
bezien wat er gegeven de huidige situatie mogelijk is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.