Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Groot over verdroging in Nederland
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over verdroging in Nederland (ingezonden 20 april 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 4 juni 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2743.
Vraag 1
Kent u de berichten «Verdroging Nederland is een politieke keuze»1, «Nederland kampt weer met droogte»2, «7 procent meer drinkwater gebruikt doordat we thuis zijn»3 en «Wetenschappers slaan alarm: «Droogte is een sluipmoordenaar»»4?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen dat verdroging in Nederland ook dit jaar weer een probleem zal zijn,
zoals verwachtingen van het KNMI nu lijken te voorspellen?5 Zo nee, kunt u toelichten waarom niet?
Antwoord 2
Ik deel de zorg dat droogte nu voor het derde jaar op rij voor problemen zorgt, met
name op de hoge zandgronden. De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben alle maatregelen
in werking die bij deze droogtesituatie horen – zoals peilopzet en extra aanvoer –
en monitoren de situatie nauwlettend. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling
(LCW) is met onder meer een geactualiseerd landelijk draaiboek, de nieuwe handleiding
voor de verdringingsreeks en de handleiding chloride goed geëquipeerd om een eventuele
volgende droogtecrisis goed te kunnen beheersen. Vanwege de lage Rijnaanvoer is de
LCW per 25 mei opgeschaald naar niveau 1 «dreigend watertekort».
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat verdrogingsproblemen zoveel mogelijk voorkomen moeten worden,
zowel dit jaar als structureel? Zo ja, welke stappen gaat u nu zetten om verdrogingsproblemen
te voorkomen?
Antwoord 3
Ja. Nederland wordt beter weerbaar tegen droogte met de realisatie van de 46 aanbevelingen
van de Beleidstafel droogte (Kamerstuk 27 625, nr. 489), het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw (Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 70) en de Actielijnen klimaatadaptatie natuur (in ontwikkeling). Door alle partijen
wordt gewerkt aan de realisatie van de aanbevelingen.
In het Deltaprogramma Zoetwater en het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie werken
partijen aan structurele maatregelen voor het beter omgaan met droogte. In de eerste
fase van het Deltaprogramma Zoetwater worden momenteel maatregelen uitgevoerd voor
ruim € 400 miljoen, waarmee we water beter vasthouden, zuiniger zijn met water en
water slimmer verdelen. Voor de tweede fase van het Deltaprogramma Zoetwater (2022–2027)
is € 150 miljoen uit het Deltafonds beschikbaar, dat wordt aangevuld met financiering
van de regionale waterpartners.
Voor de Impulsregeling klimaatadaptatie is daarnaast € 150 tot € 250 miljoen gereserveerd
voor de periode vanaf 2021. Deze middelen worden aangevuld met cofinanciering uit
de regio. Hiermee wordt de versnelling van de aanpak van ruimtelijke adaptatie voor
wateroverlast en droogte door decentrale overheden financieel ondersteund.
Op dit moment nemen waterbeheerders, andere overheden en sectoren al diverse maatregelen,
zoals het aanhouden van een hoger waterpeil en duurzaam beheer van landbouwbodems.
Daarnaast is voor de langere termijn gestart met de ontwikkeling van een regionale
aanpak voor klimaatadaptatie in het landelijk gebied (landbouw en natuur) en een kennisagenda
voor klimaatadaptieve landbouw. Ook in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer is meer
aandacht voor klimaatadaptatie en bodemmaatregelen.
De provincies werken aan het voorkomen van onomkeerbare schade aan natuur door – in
gebieden met wateraanvoer – de kwetsbare natuurgebieden als categorie 1 natuur aan
te merken. Waterbeheerders moeten dan bij watertekorten prioriteit geven aan de watervoorziening
aan deze gebieden. In gebieden die afhankelijk zijn van regenwater (veelal de hoge
zandgronden) wordt gewerkt aan een klimaatbestendige natuur door het verhogen van
grondwaterstanden en het vasthouden van water. De investeringsimpuls natuur zal, in
het kader van de stikstofaanpak, deels worden ingezet voor het verbeteren van de hydrologie
in en rondom natuurgebieden. Samen met provincies werkt het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit deze maatregelen uit in het Programma Natuur.
Naast aanpassingen in het watersysteem zal ook bij de ruimtelijke inrichting meer
rekening moeten worden gehouden met waterbeschikbaarheid en wateroverlast. In de Nationale
Omgevingsvisie (NOVI) en in het Nationaal waterprogramma wordt daarom een voorkeursvolgorde
opgenomen voor (regionaal) waterbeheer. Uitgangspunt is dat in de ruimtelijke inrichting
meer rekening wordt gehouden met waterbeschikbaarheid en dat alle watergebruikers
zuiniger omgaan met water. Verder moet water beter worden vasthouden, opgeslagen en
verdeeld over de watervragende functies in een gebied, en indien nodig kunnen worden
afgevoerd. Daarnaast blijft droogte een natuurlijk fenomeen, waardoor (economische)
schade niet altijd voorkomen kan worden.
Vraag 4
Klopt het dat door veel boeren de beregening alweer is aangezet sinds de start van
de droge periode, ondanks dat bekend is dat dit bijdraagt aan de verdrogingsproblematiek?
Heeft u een beeld om hoeveel boeren dit gaat?
Antwoord 4
Als gevolg van een gebrek aan neerslag de laatste tijd beregenen boeren hun gewassen
weer.
Het is voor een goede opkomst en groei van de gewassen alsmede voor een maximale opname
van nutriënten (en daarmee minder verlies van nutriënten naar het water) van belang
dat boeren met beregening een juiste vochtvoorziening voor hun percelen kunnen regelen.
Waar nog geen watertekorten zijn en onttrekkingsverboden gelden, kan dat ook.
Provincies en waterschappen zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer in het landelijk
gebied. Zij hebben een beeld van het aantal boeren dat hun percelen beregent; hier
bestaat op dit moment geen landelijk overzicht van. Zij zijn ook in gesprek met boeren
en andere watergebruikers over de waterbeschikbaarheid en mogelijke maatregelen voor
een zuiniger watergebruik. Duurzaam agrarisch grondgebruik is één van de maatregelen
die daarvoor van belang is.
Vraag 5
Deelt u de zorgen dat een oproep van drinkwaterbedrijven aan consumenten om zuinig
om te gaan met water, een druppel op een gloeiende plaat is als per uur een jaarverbruik
aan water van een huishouden wordt gebruikt voor beregening in de landbouw, vooral
op zandgronden, die sowieso voor veel uitspoelingsgevoelige gewassen ongeschikt zijn?
Antwoord 5
Het is belangrijk dat alle watergebruikers zuinig omgaan met oppervlakte- en grondwater,
zowel landbouw en industrie als consumenten. Ik onderschrijf de oproep van de drinkwaterbedrijven
aan consumenten om zuinig om te gaan met drinkwater; dat draagt ook bij aan bewustwording.
Het klopt dat de omvang van het gebruik van huishoudens relatief klein is ten opzichte
van veel andere gebruikers. Lokaal kunnen grondwateronttrekkingen voor drinkwatervoorziening
echter negatieve effecten hebben op grondwaterstanden. Zuinig gebruik van drinkwater
kan bijdragen aan het beperken van deze effecten. En daarnaast kan zuinig gebruik
van drinkwater ertoe bijdragen dat de buffercapaciteit van drinkwaterbedrijven langere
tijd toereikend zal zijn.
Vraag 6
Bent u van mening dat er een oproep aan boeren moet worden gedaan om minder te beregenen,
zodat grondwaterdaling en tekorten bij een eventuele aanhoudende droogte beperkt kunnen
worden?
Antwoord 6
Het kabinet en de bij droogte betrokken partijen vragen bij de watergebruikers, en
dus ook de boeren, reeds aandacht voor het bewust omgaan met water. Via omschakeling
naar kringlooplandbouw en duurzaam agrarisch grondgebruik zijn boeren al bezig hun
watergebruik te beperken en slimmer te regelen. In het antwoord op vraag 4 geef ik
aan dat de regionale waterbeheerders in gesprek zijn met boeren over waterbeschikbaarheid
en waterbesparing.
Vraag 7
Bent u het eens met de kritiek in het artikel van het Nederlands Dagblad dat het Nederlands
waterbeleid op dit moment te veel gefocust is op maximale gewasproductie, waardoor
de landbouw een onevenredige invloed uitoefent op het waterbeheer in Nederland?6 Zo nee, waarom bent u het hier niet mee eens? Zo ja, ziet u mogelijkheid om stappen
te ondernemen om het waterbeleid in Nederland structureel te veranderen?
Antwoord 7
De landbouw is een maatschappelijk breed gewaardeerde functie. Het is dan ook te eenvoudig
om te stellen dat de landbouw onevenredige invloed uitoefent op het waterbeheer in
Nederland. Het kabinet ondersteunt de transitie van de huidige landbouw naar een kringlooplandbouw,
die meer in harmonie met haar omgeving is. Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer dat,
op grond van samenwerking tussen boeren en waterschappen gericht is op water- en bodemmaatregelen
op landbouwbedrijven, wordt daarbij benut.
Vraag 8
In hoeverre wordt volgens u een evenwichtige en brede afweging tussen de belangen
van natuur en landbouw gehinderd door de dominantie van de geborgde landbouwzetels
in de waterschapsbesturen?
Antwoord 8
Het kabinet wil de discussie over de geborgde zetels in de waterschapsbesturen graag
voeren aan de hand van het advies van de Adviescommissie geborgde zetels. Ik heb u
in februari 2020 geïnformeerd (Kamerstuk 27 625, nr. 492) over de instelling van deze commissie. De commissie heeft tot taak te adviseren
over een afgewogen en breed gedragen wijze van totstandkoming en samenstelling van
waterschapsbesturen, toegespitst op het stelsel van de geborgde zetels (zie ook Kamerstuk
27 625, nr. 487). Ik zal dit advies, zodra de commissie het aan mij heeft aangeboden, aan uw Kamer
toesturen.
Vraag 9
Welke acties gaat u ondernemen om voedseltekorten te voorkomen voor weidevogels, die
ontstaan door het uitdrogen van de bovenste bodemlagen?
Antwoord 9
Voor de weidevogels is de droogte net als eerdere jaren een probleem. Niet alleen
vanwege het voedseltekort, maar ook door het ontbreken van schuilmogelijkheden tegen
predatoren. Een goede plas-drassituatie is een ideale omgeving voor weidevogels. Agrarische
collectieven zijn actief bezig om met boeren individuele afspraken te maken over het
plas dras zetten van hun percelen. Waterschappen stemmen als beheerders van de regionale
watersystemen de waterpeilen zo goed mogelijk af op de aanwezige functies.
De Minister van LNV heeft recent besloten tot een tweede openstelling van de regeling
«niet productieve investeringen voor behoud akker- en weidevogels». Deze regeling
biedt subsidiemogelijkheden voor investeringen in verbetering van het leefklimaat
van weide- en akkervogels. Voor weidevogels zijn investeringen in waterpompen voor
het creëren van hoogwaterpeil, vergroten van openheid van gebieden en plaatsen van
nestkappen belangrijke bijdragen. De regeling is met ingang van 1 mei 2020 opengesteld.
Hiervoor is een bedrag van € 3,2 miljoen beschikbaar.
Vraag 10
Kunt u toelichten wat de status is van het Actieprogramma Klimaatadaptatie Landbouw,
welke in januari van 2020 verscheen? Zo ja, welke maatregelen zijn getroffen voor
het vasthouden en infiltreren van water, beter bodembeheer en het gebruik van andere
teelten, waardoor beregening mogelijk in de toekomst minder nodig zal zijn of een
minder groot probleem vormt voor de grondwaterstand?
Antwoord 10
Na de aanbieding van het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw door de Minister
van LNV aan uw Kamer in januari 2020 is gestart met de uitvoering van de acties in
dit programma. Zoals ik aangeef in antwoord 3 zijn (en worden) er veel maatregelen
genomen om water in het landelijk gebied vast te houden in plaats van af te voeren,
zoals gebeurt in de aanpak in Meerssen en via duurzaam beheer van landbouwbodems door
boeren. Er zijn ook voorbeelden van boeren die investeren in de aanleg van waterbassins,
vergelijkbaar met die in de glastuinbouw, om meer water te kunnen bufferen. Waterschappen
hebben in de winterperiode waar mogelijk een hoger waterpeil aangehouden om de grondwaterstand
aan te vullen. Ook lopen er proeven om zuiveringswater van Rioolwaterzuiveringsinstallaties
(RWZI’s) te hergebruiken in de landbouw. Daarnaast is voor de langere termijn gestart
met de ontwikkeling van een regionale aanpak voor klimaatadaptatie in het landelijk
gebied (landbouw en natuur) en een kennisagenda voor klimaatadaptieve landbouw. In
april 2020 hebben de Topsectoren een uitvraag gedaan voor onderzoeksvoorstellen op
het gebied van klimaatbestendig landelijk gebied, denk aan zuiniger watergebruik en
toepassing van adaptieve teelten. Ook in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer komt
meer aandacht voor klimaatadaptatie en bodemmaatregelen.
Vraag 11
Kunt u uiteenzetten hoe er invulling is gegeven aan de aanbeveling van de Beleidstafel
Droogte om onderzoek te doen naar de kansen van en condities voor flexibilisering
van vergunningsruimte voor grondwateronttrekking, vooral in relatie tot andere grondwaterafhankelijke
functies zoals natuur, gezien de bevinding van de Beleidstafel Droogte dat onttrekkingslimieten
in verschillende gebieden zijn overschreden in 2018?7 Komen deze onderzoeken ook naar de Kamer? Indien dit zo is, op welke termijn kunnen
de resultaten hiervan verwacht worden?
Antwoord 11
Voor alle aanbevelingen van de Beleidstafeldroogte is een actiehouder aangewezen.
Voor de actie om onderzoek te doen naar de kansen van en condities voor flexibilisering
van vergunningsruimte voor grondwateronttrekking in relatie tot andere grondwaterafhankelijke
functies, zoals natuur, ligt het voortouw bij de provincies. De provincies zijn het
bevoegd gezag en maken de afweging of flexibilisering kan worden toegestaan. Het IPO
pakt deze actie op in samenwerking met mijn Ministerie van IenW, het Ministerie van
LNV en Vewin. Er is een samenhang met andere acties van de Beleidstafel droogte gericht
op klimaatbestendig land- en watergebruik. Ik voer de regie op de voortgang van al
deze acties via de Stuurgroep Water. Over de onderzoeken zal aan de Kamer worden gerapporteerd.
Dit loopt afhankelijk van het onderwerp via Deltaprogramma, Actieprogramma klimaatadaptatie
landbouw en Actielijnen klimaatadaptatie natuur, Beleidsnota Drinkwater 2020–2026.
De oplevering van het onderzoek over flexibilisering vergunningsruimte is voorzien
in 2021. Ik zal uw Kamer daarover informeren.
Vraag 12
Kunt u toelichten wat de status is van de onderzoeken naar mogelijkheden voor drinkwaterrestricties
in crisissituaties, zoals werd aanbevolen in de Beleidstafel Droogte? Komen deze onderzoeken
ook naar de Kamer? Zo ja, op welke termijn kunnen de resultaten van deze onderzoeken
verwacht worden?
Antwoord 12
Verkenning naar toepassing drinkwaterrestricties in crisissituaties is een van de
aanbevelingen van de Beleidstafel droogte. Drinkwaterrestricties maken onderdeel uit
van een breder palet aan mogelijke maatregelen die kunnen bijdragen aan het verbeteren
van de waterbeschikbaarheid. Afgesproken is dat het Ministerie van IenW een verkenning
zal laten uitvoeren naar een uitvoerbaar en handhaafbaar stelsel van drinkwaterrestricties
voor crisissituaties, zodanig dat overheden en drinkwaterbedrijven dit kunnen uitvoeren.
Deze verkenning zal worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met Vewin, de VNG (in
verband met de bevoegdheid van de burgermeester) en de Veiligheidsregio’s. Deze actie
zal worden opgenomen in de nieuwe Beleidsnota Drinkwater, die eind 2020 naar uw Kamer
zal worden gestuurd. De planning is dat het onderzoek in 2021 wordt afgerond. Uw Kamer
zal over de bevindingen worden geïnformeerd. Uit eerder onderzoek is gebleken dat
de crisisorganisatie, het escalatiemodel, de communicatie en handhaving voor drinkwaterrestricties
verder moeten worden uitgewerkt om knelpunten, oplossingsrichtingen en voor- en nadelen
van inrichtingsvarianten in beeld te brengen. Dit betreft o.a. de afstemming tussen
de functionele- en algemene crisiskolom, afstemming met de LCW en het toezicht/sanctieregime.
Op deze punten zal de verkenning zich richten.
Vraag 13
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja, dat heb ik gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.