Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht 'Ophef over stopzetten hulp van gemeente Montferland in coronatijd'
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Ophef over stopzetten hulp van gemeente Montferland in coronatijd» (ingezonden 1 mei 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 juni
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ophef over stopzetten hulp van gemeente Montferland
in coronatijd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Begrijpt u dat hulpbehoevende, kwetsbare mensen uit angst voor besmetting met het
coronavirus soms tijdelijk afzien van hulp en/of ondersteuning, waar ze op basis van
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) recht op hebben?
Antwoord 2
De keuze van mensen om tijdelijk, in verband met een vermeend verhoogd risico op besmetting
COVID-19, de ondersteuning op te schorten dient mijns inziens te worden gerespecteerd.
Ik vind het wel van groot belang dat mensen deze afweging maken op basis van voldoende
informatie. De aanbieder en gemeente kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Mensen
moeten goed geïnformeerd zijn over mogelijke risico’s en de mogelijkheden om de ondersteuning
veilig te continueren. Daar waar eerder is vastgesteld dat ondersteuning noodzakelijk
is, dient deze zoveel mogelijk te worden aangeboden, ook in deze fase. Zo nodig en
mogelijk in aangepaste vorm.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat deze mensen blijkbaar gebeld worden met de mededeling «als je
nu geen hulp accepteert, moeten we dat doorspelen naar de gemeente en kun je dadelijk
alles opnieuw aanvragen»? Kunt u zich voorstellen dat dit door betrokkenen als een
dreigement c.q. een vorm van chantage wordt gezien?
Antwoord 3
De noodzaak van en behoefte aan ondersteuning is reeds door de gemeente in kaart gebracht
en vastgesteld. Het feit dat cliënten onder deze omstandigheden eraan twijfelen of
het verstandig is om de huishoudelijke hulp te laten komen en uiteindelijk besluiten
tijdelijk af te zien van deze ondersteuning, verandert daar niets aan. Het is aan
de gemeente om zoveel mogelijk en in goed overleg met de cliënt en de aanbieder te
bezien of de ondersteuning ook in deze fase, zo nodig en mogelijk in aangepaste vorm,
kan worden blijven geboden. Een besluit van de cliënt om daar vervolgens toch van
af te willen zien, dient uiteraard te worden gerespecteerd.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat de gemeente Montferland zorgbedrijven per e-mail heeft laten
weten de indicatie in te trekken van mensen die hulp weigeren?
Antwoord 4
De Wmo 2015 schrijft voor dat gemeenten, op basis van onderzoek naar de kenmerken
en de persoonlijke situatie van de betreffende persoon, de behoefte aan en noodzaak
van ondersteuning in de vorm van een maatwerkvoorziening vastleggen in een beschikking.
Het eenzijdig intrekken van die beschikking zonder voorafgaand zorgvuldig onderzoek
naar de individuele omstandigheden van de betreffende cliënt, is niet in overeenstemming
met de Wmo 2015. Datzelfde geldt daarmee voor de inhoud van de berichtgeving van de
gemeente aan aanbieders.
Inmiddels heeft de gemeente mij overigens laten weten, mede naar aanleiding van de
reacties op het voornemen, een eerder afgegeven beschikking niet in te trekken in
situaties waarin de cliënt de ondersteuning wenst op te schorten vanwege de huidige
situatie.
Vraag 5, 6
Wat vindt u van de opmerking van de wethouder van bedoelde gemeente dat deze handelwijze
«voor de gemeente een manier is om kosten te besparen»? Vindt u dat een legitieme
reden om mensen van wie, nota bene door dezelfde gemeente, is vastgesteld dat ze recht
hebben op zorg en/of ondersteuning onder druk te zetten?
Wat vindt u van de opmerking van dezelfde wethouder dat intrekken van de indicatie
«ook een voordeel voor cliënten heeft, omdat ze dan geen eigen bijdrage meer hoeven
te betalen»?
Antwoord 5, 6
Uitgangspunt, ook tijdens de periode van Covd-19, is continuïteit van zorg en ondersteuning.
Het is aan de gemeente om daar in overleg met aanbieders zoveel mogelijk voor te zorgen,
in goed overleg met cliënten. Regulier waar mogelijk, aangepast waar nodig en mogelijk.
Ik heb met de VNG afspraken gemaakt over de financiële randvoorwaarden. Er zijn daarmee
financieel geen belemmeringen om de benodigde ondersteuning te blijven bieden. Cliënten
onder druk zetten om van ondersteuning af te zien keur ik af, dit verhoudt zich niet
met de wettelijke opdracht van de gemeente.
Vraag 7
Zijn u meer voorbeelden bekend van gemeenten die de lijn van de gemeente Montferland
volgen?
Antwoord 7
Andere voorbeelden zijn mij niet bekend.
Vraag 8
Vindt u de handelwijze van de gemeente Montferland in dezen passend, mede gelet op
de veelal kwetsbare positie van betrokkenen?
Antwoord 8
Nee.
Vraag 9
Wilt u rechtstreeks in contact met de gemeente Montferland en/of via de beantwoording
van deze vragen expliciet duidelijk maken dat een dergelijke handelwijze in dezen
een gemeente niet past?
Antwoord 9
Het is primair aan de gemeenteraad om het college hierop aan te spreken. Ik heb begrepen
dat de gemeenteraad dit voornemen ook heeft uitgesproken. Inmiddels heeft de gemeente
mij laten weten de voorgenomen werkwijze niet te zullen toepassen en afgegeven beschikkingen
te zullen respecteren.
Ik volg dit nauwgezet. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal ik mij beraden over
het gebruik maken van mijn bevoegdheden in het kader van interbestuurlijk toezicht.
Vraag 10
Welke afspraken zijn met gemeenten gemaakt om hen te compenseren voor de financiële
gevolgen van de coronacrisis? Zijn deze naar uw mening afdoende, gelet op signalen
vanuit gemeenten dat bedoelde afspraken niet dan wel onvoldoende rekening houden met
het feit dat ze niet alleen meer kosten, maar ook minder inkomsten hebben? Bent u
bereid opnieuw in overleg te treden over een passende compensatie?
Antwoord 10
De met VNG op 25 maart jl. afgesproken lijn is zoveel mogelijk continuïteit van zorg
en ondersteuning. De afspraken doen een zeer dringend beroep op gemeenten om aanbieders
te blijven financieren ook als de vraag afneemt. Ik heb u hierover geïnformeerd in
mijn brief van 31 maart 2020.2 Deze afspraak is onlangs verlengd tot 1 juli.
Het Rijk zal gemeenten compenseren voor de meerkosten die zij aan hun aanbieders betalen
t.b.v. de extra maatregelen vanwege corona. De Minister van BZK voert namens het kabinet
overleg met de medeoverheden over compensatie van de bredere financiële effecten van
de crisis, waaronder ook die effecten die leiden tot inkomstenderving voor gemeenten.
De gemaakte en in voorbereiding zijnde afspraken zullen toereikend zijn voor gemeenten
om aan hun wettelijke opdracht te kunnen (blijven) voldoen. Het Rijk en gemeenten
blijven in gesprek om tijdig te bepalen of en zo ja maatregelen in welke vorm na 1 juli
gecontinueerd worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.