Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 9 juni 2020 (Kamerstuk 21501-31-561)
2020D21764 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben fracties de
                  behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
                  Zaken en Werkgelegenheid over de brieven Verslag van de informele ministeriële videoconferentie
                  van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 19 maart 2020
                  (Kamerstuk 21 501-31, nr. 552), Geannoteerde agenda voor de informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van
                  5 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 556), Antwoorden op vragen commissie over geannoteerde agenda voor de informele Raad
                  Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 5 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 556), Verslag van de Informele ministeriële videoconferentie werkgelegenheid en sociaal
                  beleid van 5 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 560) en de Geannoteerde agenda Informele Raad WSBVC 9 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 561).
               
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Witzke
Inhoudsopgave
blz.
                         
                         
                         
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
7
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
7
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
8
                         
                         
                         
II
Antwoord/Reactie van de Minister
8
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Deze
                  leden blijven de Minister steunen in het standpunt dat het van groot belang is de
                  interne Europese markt te herstellen. Ook benadrukken zij opnieuw dat een beleidsreactie
                  op het niveau van de Europese Unie (EU) de nationale bevoegdheden voor het sociale
                  zekerheidssysteem moet respecteren. Deze leden hebben daarnaast nog enkele opmerkingen
                  en vragen.
               
Voortgangsrapportage herziening Coördinatie Sociale Zekerheid
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van de Minister voor een beter resultaat.
Herstelpakket
De leden van de VVD-fractie zijn kritisch op het steeds terugkerende voorstel van
                  de Europese Commissie voor een Europees minimumloon en de verbinding daarvan aan een
                  Europees herstelpakket. Deelt de Minister de analyse dat de Europese Commissie al
                  pre-corona beleidswensen had ten aanzien van het minimumloon en dat een heldere link
                  met corona ontbreekt? Zo niet, wat is in zijn ogen dan de directe link? Wat is eigenlijk
                  de juridische basis voor Europese regelgeving ten aanzien van minimumloon? Deelt de
                  Minister de analyse dat op basis van art. 153, vijfde lid, Verdrag betreffende de
                  werking van de Europese Unie (VWEU) regelgeving ten aanzien van beloning exclusief
                  toebehoort aan de lidstaten? Zo nee, wat is in zijn ogen de competentieverdeling ten
                  aanzien van minimumloonwetgeving op basis van het EU-recht? Deelt de Minister – los
                  van de vraag of dergelijke wetgeving op EU-niveau thuishoort – de opvatting dat Europese
                  afspraken over minimumbeloning er niet toe mogen leiden dat lidstaten met een (in
                  absolute zin) hoog minimumloon dit niveau verder verhogen, terwijl landen met een
                  (in absolute zin) laag minimumloon geen enkele wijziging doorvoeren? Is de Minister
                  bereid om een loskoppeling te bepleiten van de voorstellen voor een Europees minimumloon
                  en het herstelpakket? Is de Minister daarbij ook voornemens om te benadrukken dat
                  voorstellen moeten voldoen aan de bepalingen in het VWEU, zoals bijvoorbeeld neergelegd
                  in art. 153, en in te zetten op het voorkomen van verdere divergentie op loonkosten
                  tussen lidstaten?
               
Demografische uitdagingen in de EU
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd wat de concrete vervolgstappen zijn met
                  betrekking tot de demografische uitdagingen in de EU. Deze leden zien dat de Minister
                  bij de voorgaande informele Raad de noodzaak van een toekomstbestendig pensioenstelsel
                  heeft benadrukt en dat hij hierin is bijgevallen door zijn collega’s. Deze leden constateren
                  dat hiervoor het primaat bij de lidstaten ligt en tegelijkertijd de aandacht voor
                  toekomstbestendige pensioenstelsels terecht is. Daarnaast vragen deze leden de Minister
                  om duidelijk te maken dat de vergrijzing niet opgevangen kan, noch zou moeten worden
                  met «meer migratie». Dit is wat deze leden betreft geen acceptabele oplossingsrichting.
               
Kwartaalrapportage ESF+
De leden van de VVD-fractie vernemen dat de Tweede Kamer op een later moment geïnformeerd
                  zal worden over de sectorale voorstellen, inclusief het Europees Sociaal Fonds Plus
                  (ESF+). Wat deze leden betreft is het expliciete en belangrijkste doel van ESF+ het
                  in stand houden en bevorderen van werkgelegenheid en deze leden vragen de Minister
                  om dit te bevestigen. Daarnaast zijn deze leden benieuwd wat de Minister benoemt als
                  Nederlandse prioriteiten op dit gebied.
               
Kwartaalrapportage Gendergelijkheid in RvB/RvC
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de lijn van de Minister tégen de Europese
                  richtlijn met betrekking tot vrouwenquota. Het staat alle lidstaten die wel voorstander
                  zijn van deze richtlijn vrij om quota en andere maatregelen zelf in te voeren. Deze
                  leden vinden dan ook dat lidstaten die daar behoefte aan hebben, daar zelf mee aan
                  de slag kunnen gaan. Het verbaast deze leden dat in de kwartaalrapportage niet wordt
                  gerept over nationale ontwikkelingen die een indicatie geven dat de noodzaak voor
                  een Europese richtlijn niet bestaat.
               
Belang omscholing en bijscholing
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de agendering van dit thema. Deze leden zijn
                  benieuwd naar de strekking van het «meer investeren» in beleid gericht op Leven Lang
                  Ontwikkelen (LLO). Wat is de verwachting en wat is het beoogde resultaat? Kan de Minister
                  inzetten op slimmer investeren in LLO-beleid? Wat vindt de Minister van de huidige
                  internationale uitwisseling als het gaat om bijvoorbeeld volwassenenonderwijs en leerwerkplekken?
                  Wat ziet de Minister als mogelijkheden voor verruiming van dit soort mogelijkheden?
                  Welke rol kan het Erasmus-programma spelen in post-initieel onderwijs?
               
Gezond en veilig werken
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister tot slot om ook gezond en veilig werken
                  tijdens corona aan de orde te stellen. Op welke manier kan de European Labour Authority
                  (ELA) ondersteuning bieden aan het bevorderen van duidelijkheid en naleving als het
                  gaat om arbeidsomstandigheden, met name van Europese arbeidsmigranten?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
                  Informele Raad WSBVC op 9 juni 2020. Deze leden vragen waarom de Minister bij het
                  onderwerp herziening Coördinatieverordening Sociale Zekerheid niet als inzet heeft
                  om helemaal geen export van uitkeringen uit de Nederlandse Werkloosheidswet (WW) toe
                  te staan door onder andere Poolse arbeidsmigranten? Waarom slechts de inzet van een
                  «zo kort mogelijke exportduur»?
               
De leden van de PVV-fractie vragen waarom de Minister zich bemoeit met de sociale
                  zekerheidsstelsels van andere lidstaten door te stellen dat deze activerender moeten
                  worden. Is de Minister het met deze leden eens dat lidstaten daar volledig zelf over
                  zouden moeten gaan? Zo nee, waarom niet?
               
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister het eens is dat de huidige coronacrisis
                  eens te meer laat zien dat we Nederlandse miljarden keihard nodig hebben voor ons
                  eigen land. Zo ja, wanneer stopt de Minister dan met de valse EU-solidariteit die
                  ons land alleen maar meer geld kost? Is de Minister bereid om niet in te stemmen met
                  meer geld of garanties vanuit Nederland voor andere EU-lidstaten, of dit nu leningen
                  of schenkingen zijn? Is de Minister tevens bereid om het herstelfonds van 750 miljard
                  euro naar de prullenbak te verwijzen en niet in te stemmen met de introductie van
                  Europese belastingen in welke vorm dan ook, dan wel verhoging van de EU-begroting?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Deze
                  leden hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
               
Geannoteerde agenda Informele Raad WSBVC 9 juni 2020
Voortgangsrapportage herziening Coördinatieverordening Sociale Zekerheid
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister schrijft dat tijdens de coronacrisis
                  gebleken is dat «de huidige Verordening zijn functie goed vervult en voldoende bescherming
                  biedt, en dat voor zover nodig lidstaten binnen het kader van de huidige Verordening
                  onderling praktische oplossingen hebben uitgewerkt». Kan de Minister hiervan enkele
                  voorbeelden geven? Verwacht de Minister dat de blokkerende minderheid waar Nederland
                  deel van uitmaakt in stand blijft?
               
Agendapunt: Het herstelpakket: bijdragen op nationaal en EU-niveau om nationaal werkgelegenheids-
                     en sociaal beleid robuuster en arbeidsmarkten veerkrachtiger te maken om de gevolgen
                     van de huidige crisis te overwinnen
De leden van de CDA-fractie lezen dat Nederland zal inbrengen dat «voor het structurele
                  groeipotentieel van belang is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren».
                  Waar ziet de Minister dat het knelt?
               
Horizontale Opinie van het Werkgelegenheids Comité en het Sociaal beschermingscomité
                     over de 2020 cyclus van het Europees Semester
De leden van de CDA-fractie lezen dat de opinie een analyse bevat van de implementatie
                  van de landenspecifieke aanbeveling 2019. Gesteld wordt dat lidstaten progressie hebben
                  geboekt maar dat structurele uitdagingen blijven bestaan. Wat stelt deze opinie over
                  Nederland, de implementatie van landenspecifieke aanbevelingen en eventuele structurele
                  uitdagingen? Wat is de reactie van de Minister daarop? Verder lezen deze leden «Nederland
                  kan naar verwachting instemmen met de opinie.» Waar is instemming van afhankelijk?
               
Conclusies over belang omscholing en bijscholing
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van om- en bijscholing en van
                  digitale vaardigheden in de herstelfase na de uitbraak van de coronacrisis. In de
                  conclusies lezen deze leden over de oproep aan lidstaten om «te streven naar een strategische
                  aanpak voor omscholing en bijscholing in de herstelfase en meer te investeren in beleid
                  gericht op leven lang ontwikkelen». Waarop wordt gebaseerd dat er «meer moet worden
                  geïnvesteerd»? en «meer» ten opzichte van wat precies? Deze leden ondersteunen het
                  pleidooi voor om- en bijscholing en zijn benieuwd hoe de Minister ervoor gaat zorgen
                  dat het scholingspakket NL leert door niet beperkt blijft tot de zoveelste, op zichzelf staande scholingsmaatregel, maar
                  als multiplier voor LLO? En hoe geven andere lidstaten invulling aan de om- en bijscholingsopgave
                  die voortkomt uit de coronacrisis? Wat is mogelijk interessant voor Nederland om kennis
                  van te nemen?
               
Conclusies over welzijn op het werk
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze Nederland wordt versterkt, conform
                  de oproep aan de lidstaten, in zijn kennispositie rondom thema’s als stress en burn-outs.
                  Is de coronacrisis hier nog een factor?
               
Conclusies over demografische uitdagingen in de EU
De leden van de CDA-fractie vragen of binnen de EU ook discussie plaatsvindt over
                  de effecten van het vrij verkeer voor demografie in uitzendende en ontvangende lidstaten.
                  Rond maart 2020 werd een rapport van de Europese Commissie verwacht over demografie,
                  die is nog niet verschenen. Wanneer is de verwachting dat deze alsnog gepresenteerd
                  wordt? Worden deze conclusies ook betrokken bij de lopende Verkenning Bevolking 2050?
               
Kwartaalrapportage: EGF 2021–2027
De leden van de CDA-fractie lezen dat de besprekingen als gevolg van de coronacrisis
                  tot nader order tot stilstand zijn gekomen door de quarantaine naar aanleiding van
                  COVID-19. Wat betekent dit voor het tijdspad van de onderhandelingen?
               
Kwartaalrapportage: ESF +
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister schrijft dat de Tweede Kamer later
                  separaat via een Kamerbrief over de sectorale voorstellen, inclusief het ESF+, van
                  het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) en herstelfonds zal worden geïnformeerd.
                  Kan de Minister een indicatie geven van wanneer de Kamer deze brief kan verwachten?
               
Kwartaalrapportage: Richtlijn Gendergelijkheid in Raden van Bestuur/ Commissarissen
De leden van de CDA-fractie lezen dat de nieuwe Commissie «haar intentie [heeft] uitgesproken
                  om het dossier weer op te starten». Is bekend hoe en op welk moment de Commissie dit
                  wil gaan doen?
               
Verslag van de informele ministeriële videoconferentie van de Raad WSBVC, onderdeel
                     Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 19 maart 2020
De leden van de CDA-fractie waarderen het dat Nederland aandacht heeft gevraagd voor
                  de situatie van grensarbeiders, bijvoorbeeld in relatie tot thuiswerken. Deze leden
                  lezen dat de Commissie aankondigde met praktische richtsnoeren te komen voor grenswerkers,
                  detachering en seizoenarbeiders. Zijn deze richtsnoeren reeds gepubliceerd en hoe
                  werken deze? Resteren er nog obstakels? Wordt het beeld gedeeld dat door de verschillende
                  coronamaatregelen grenswerkers alsnog tussen wal en schip kunnen vallen?
               
Antwoorden op vragen commissie over geannoteerde agenda voor de informele Raad Werkgelegenheid
                     en Sociaal Beleid van 5 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 556)
De leden van de CDA-fractie lezen in antwoord op eerdere vragen dat er een «trilaterale
                  Cross Border Taskforce Corona» is ingericht waarin grensoverschrijdende issues worden
                  besproken. Hierin participeren ambtenaren van relevante ministeries van België, Nederland
                  en van de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Vindt daarnaast ook
                  overleg op bewindspersonenniveau plaats, zouden deze leden graag willen weten? Bijvoorbeeld
                  om harmonisatie van wet- en regelgeving aan de orde te stellen, daar waar mensen tussen
                  wal en schip van regelingen dreigen te vallen? Uit de antwoorden op de eerdere vragen
                  maken deze leden op dat er doorlopend contact met andere landen is over (de afbouw
                  van) beperkende coronamaatregelen. Tegelijkertijd merken zij op dat landen nogal eens
                  verrast lijken te zijn over elkaars beleid, bijvoorbeeld als het gaat om het versoepelen
                  van maatregelen, zoals opening van horeca en familiebezoek over de grens, en ongewenste
                  effecten die dat teweeg brengt. Hoezeer is hier aandacht voor?
               
Verslag van de Informele ministeriële videoconferentie werkgelegenheid en sociaal
                     beleid van 5 mei 2020
De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre nationale protocollen voor gezond en
                  veilig werken in tijden van corona door lidstaten worden afgestemd, zodat bijvoorbeeld
                  werknemers aan de ene kant van de grens eenzelfde bescherming genieten als aan de
                  andere kant van de grens? Deze leden lezen dat Nederland in samenwerking met krimpregio’s
                  werkt aan Regio Deals. Wanneer wordt meer bekend over de inhoud hiervan?
               
Overige
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Commissie een Noodpakket heeft gepresenteerd.
                  Kan de Minister aangeven hoe hij tegen het deel voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
                  uit het Noodpakket aankijkt? Een van de concept-landenspecifieke aanbevelingen aan
                  Nederland betreft: «De effecten op de werkgelegenheid en de sociale effecten van de
                  crisis beperken en adequate sociale bescherming van zelfstandigen stimuleren.» Kan
                  de Minister hierop reageren? In 2019 was een van aanbevelingen aan Nederland: «De
                  prikkels voor zelfstandigen zonder personeel verminderen en adequate sociale bescherming
                  voor zelfstandigen bevorderen, en schijnzelfstandigheid aanpakken. Levenslang leren
                  versterken en vaardigheden verbeteren, met name voor mensen aan de rand van de arbeidsmarkt
                  en inactieven.» Kan de Minister kort ingaan op hoe Nederland met deze punten aan de
                  slag is gegaan?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
                  informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 9 juni. Deze leden hebben daarover
                  nog enkele vragen.
               
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister mogelijk al een eerste appreciatie
                  kan geven van de elementen op het gebied van werkgelegenheid uit het Noodpakket. Deze
                  leden vragen of al duidelijk is op welke manier en onder welke voorwaarden aanspraak
                  gemaakt kan worden op de extra fondsen binnen het ESF+ voor baanbehoud, kortdurende
                  werkregelingen en ondersteuning voor zelfstandigen. Deze leden vragen wanneer deze
                  fondsen tot uitkering zouden moeten komen en of Nederland daar ook mogelijk aanspraak
                  op zou kunnen maken.
               
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister een eerste appreciatie kan geven
                  van de concept-landenspecifieke aanbevelingen waarbij vooral wordt gewezen op mogelijkheden
                  om het economisch herstel te bevorderen, zoals het vervroegen van investeringsprojecten,
                  aanjagen van particuliere investeringen en investeringen in opleidings- en ontwikkelingsfondsen
                  (O&O fondsen) en menselijk kapitaal om de groei van de productiviteit op lange termijn
                  te kunnen ondersteunen.
               
De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de conclusies over langdurige zorg
                  en de werk-privé balans ook worden besproken in het kader van de huidige coronacrisis.
                  Deze leden vragen of de Minister herkent dat er juist de afgelopen maanden nog meer
                  informele zorg bij vrouwen terecht is gekomen, en wat het beeld daarvan is in andere
                  lidstaten.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken met betrekking tot
                  het schriftelijk overleg over de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
                  van 9 juni aanstaande. Deze leden hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.
               
Geannoteerde agenda Informele Raad WSBVC 9 juni 2020
De leden van de SP-fractie baart het zorgen dat zowel de Europese Commissie als rapporteur
                  Bischoff aandringen aan op een snelle afronding van de herziening Coördinatieverordening
                  Sociale Zekerheid. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat de coronacrisis niet misbruikt
                  wordt om dit zwaar omstreden onderwerp er alsnog doorheen te drukken? Is de Minister
                  in het geval dit dreigt te gebeuren alsnog bereid aan de noodrem te trekken middels
                  de daarvoor beschikbare procedure?
               
De leden van de SP-fractie vragen de Minister om een reactie op de Sociale Zaken en
                  Werkgelegenheid-gerelateerde elementen uit het Noodpakket. Wat is bijvoorbeeld de
                  mening van de Minister over het oprekken van bestaande instrumenten zoals het ESF+,
                  het EU Minstbedeeldenfonds (FEAD) en het EU Globaliseringsfonds (EGF)? Klopt het dat
                  dit geld vooral gericht zal zijn op lidstaten die de grootste economische problemen
                  door de coronacrisis ondervinden?
               
Verslag van de Informele ministeriële videoconferentie werkgelegenheid en sociaal
                     beleid van 5 mei 2020
De leden van de SP-fractie lezen dat verschillende lidstaten benadrukken dat reeds
                  aangekondigde voorstellen van de Commissie geen vertraging zouden mogen oplopen vanwege
                  de pandemie. Deze leden vragen de Minister om er ook in Europa voor te waken dat voorstellen
                  de juiste procedures worden gevolgd. Is de Minister bereid om bij de informele raad
                  een lans te breken voor democratische en transparante besluitvorming, juist ten tijde
                  van deze coronacrisis?
               
Overige
De leden van de SP-fractie constateren dat van de landenspecifieke aanbevelingen voor
                  Nederland er één direct op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gericht
                  is. Deze aanbeveling roept onder andere op tot adequate sociale bescherming van zelfstandigen.
                  Is de Minister van mening dat het met de verlengde Tijdelijke overbruggingsregeling
                  zelfstandig ondernemers (Tozo) waarbij in vergelijking tot de aanvankelijke regeling
                  uitgerekend veel zelfstandigen de inkomenssteun verliezen, voldoet aan die aanbeveling?
                  Deze leden vragen een uitgebreide toelichting op dit antwoord.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
                  Informele Raad WSB en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
               
Voortgangsrapportage herziening Coördinatieverordening Sociale Zekerheid
De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen dat veel zelfstandigen die in Nederland
                  werken, maar aan de andere kant van de grens wonen nu geen ondersteuning via de Tozo
                  krijgen en bovendien krijgen zij ook geen ondersteuning van het woonland. Deelt de
                  Minister de zorgen van deze leden? Deze leden willen van de Minister weten hoeveel
                  zelfstandigen nu tussen wal en schip vallen omdat er niet wordt gecoördineerd tussen
                  Nederland, België en Duitsland. Is de Minister het verder eens met deze leden dat
                  de Tozo onder de Coördinatieverordening Sociale Zekerheid valt? Is de Minister om
                  die reden bereid voor deze groep zelfstandigen een oplossing te zoek door hen onder
                  de Tozo te laten vallen of eventueel samen met Duitsland en België? Verder willen
                  de leden van PvdA-fractie weten welke stappen, via de Coördinatieverordening Sociale
                  Zekerheid, de Minister gaat zetten om premieshoppen in Europa aan te pakken?
               
Kwartaalrapportage: EGF 2021–2027
De leden van de PvdA-fractie willen weten hoe de Minister, met een wereldwijde economische
                  crisis voor de deur en een klimaatcrisis, van plan is om werkloosheid door digitalisering,
                  globalisering en klimaatverandering op te vangen als de Minister tegelijkertijd wil
                  snijden in het budget van het Europees Globaliseringsfonds.
               
II Antwoord/Reactie van de Minister
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
E.M. Witzke, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.