Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Ojik en Van der Lee over een mogelijke uitzondering voor Nord Stream 2 op de Gasrichtlijn
Vragen van de leden Van Ojik en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken en Klimaat over een mogelijke uitzondering voor Nord Stream 2 op de Gasrichtlijn (ingezonden 13 mei 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 2 juni 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er volgens analisten mogelijk ruimte is
voor Nord Stream 2 om een uitzondering op de toepassingen van de EU Gasrichtlijn te
krijgen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de deadline voor het verschaffen van een definitief oordeel hierover
van de Duitse Bundesnetzagentur 24 mei 2020 is? Zo nee, welke datum is er voor deze
deadline beoogd?2
Antwoord 2
Ja. Inmiddels heeft het Duitse Bundesnetzagentur op 15 mei jl. besloten om afwijzend
te beslissen op het verzoek van Nord Stream 2 om te mogen afwijken van bepalingen
uit de EU Gasrichtlijn.3
Vraag 3
Klopt het dat u input heeft geleverd voor een mogelijke uitzondering voor Nord Stream
2 op de toepassingen van de EU Gasrichtlijn?4Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke input heeft u daarbij precies geleverd? Adviseert
deze inzet positief of negatief voor het verlenen van een uitzondering op de toepassingen
van de EU Gasrichtlijn? Wordt deze inzet (uiteindelijk) openbaar gemaakt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
Ja, ik ben door Bundesnetzagentur geconsulteerd over het door Nord Stream 2 ingediende
verzoek om te mogen afwijken van bepalingen uit de EU Gasrichtlijn. In mijn reactie
aan Bundesnetzagentur heb ik mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken aangegeven
dat het niet aan Nederland is om te beoordelen of de EU-regelgeving voldoende basis
biedt voor het verlenen van de door Nord Stream 2 gevraagde afwijking. Nederland gaat
er van uit dat Bundesnetzagentur tot een zorgvuldig afgewogen oordeel komt.
Met deze beantwoording is mijn inzet openbaar. Verder heeft Bundesnetzagentur laten
weten dat de in de consultatie ontvangen reacties openbaar worden gemaakt tenzij indieners
hebben aangegeven daar bezwaar tegen te hebben.
Vraag 4
Wat is uw oordeel over de voorgenomen houding van Nord Stream 2 om zich te beraden
op «verdere actie» om de EU Gasrichtlijn te omzeilen als hen geen uitzondering wordt
toegekend?5 Welke mogelijkheden heeft Nord Stream 2 hierna überhaupt nog over om de EU Gasrichtlijn
te omzeilen? Bent u bereid zich openlijk te verzetten tegen verdere pogingen van Nord
Stream 2 om de Gasrichtlijn te omzeilen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het staat eenieder vrij om zich te verweren tegen besluitvorming die voortvloeit uit
EU-wetgeving die onwelgevallig wordt gevonden met inachtneming van de daarvoor geldende
regels en procedures. Het staat Nord Stream 2 daarom vrij om bezwaar aan te tekenen
tegen het besluit van Bundesnetzagentur om de gevraagde afwijking niet te verlenen.
Ik zie geen reden om mij daar tegen te verzetten.
Als het gaat om de vraag welke mogelijkheden Nord Stream 2 heeft om niet onder de
werking van de EU Gasrichtlijn te vallen, verwijs ik naar het beroep dat Nord Stream
2 afgelopen jaar bij het Europese Hof van Justitie heeft ingesteld om de wijziging
van deze richtlijn nietig te verklaren en naar de door Nord Stream 2 opgestarte arbitrageprocedure
onder het Energy Charter Treaty. In algemene zin is het waarschijnlijk dat Nord Stream
2 alle opties onderzoekt om niet onder de werking van de EU Gasrichtlijn te hoeven
vallen of om daaraan te voldoen (ook in de media zijn opties genoemd6). Op welke (combinatie van) opties Nord Stream 2 inzet is in eerste instantie een
vraag voor Nord Stream 2, waarbij geldt dat deze in lijn zal moeten zijn met EU-regelgeving.
Overigens heeft het Europese Hof op 20 mei jl. besloten het voornoemde beroep van
Nord Stream 2 tegen de wijziging van de richtlijn niet-ontvankelijk te verklaren.
Vraag 5
Wat is uw appreciatie van de Strategische Monitor van het The Hague Centre for Strategic Studies dat een grotere dreiging voor Nederlandse en Europese energiebelangen in termen van
afhankelijkheid en veiligheid detecteert?7 Deelt u de mening dat energieveiligheid en vermindering van energieafhankelijkheid
grote belangen zijn voor Nederland en de EU? Kunt u toelichten op welke wijze discussie
hierover in de EU en NAVO verloopt en welke positie Nederland daarbij inneemt? Bent
u bereid extra maatregelen te treffen die vermindering van energieafhankelijkheid
en vergroting van energieveiligheid beogen?
Antwoord 5
Wat betreft de Strategische Monitor van het The Hague Centre for Strategic Studies
deel ik graag mijn appreciatie. Bij energie-afhankelijkheid gaat het vaak vooral om
pijpleiding-gas, omdat de import daarvan door de EU toeneemt (doordat de Europese
gasproductie daalt vanwege onder meer de wens van het kabinet om de gaswinning uit
het Groningenveld zo snel als mogelijk is te beëindigen) en er, in vergelijking met
olie dat met name via tankers wordt aangevoerd, minder flexibiliteit is om snel van
leverancier te wisselen. De inzet van het kabinet is daarom gericht op een sterke,
goed functionerende interne Europese markt en diversificatie van bronnen, leveranciers
en aanvoerroutes. Concrete resultaten hiervan zijn onder meer de mogelijkheden om
door het bi-directioneel maken van pijpleidingen gas binnen de EU ook van west naar
oost te transporteren en de aanleg van nieuwe LNG-terminals in de EU. Hierdoor is
de gasleveringszekerheid in vooral de Oost-Europese landen de afgelopen jaren toegenomen.
Daarnaast zien we de laatste jaren ook een sterke toename van LNG in West-Europa,
dit mede als gevolg van het sterk gestegen aanbod vanuit de Verenigde Staten. Overigens
geldt bij energie-afhankelijkheid dat deze wederzijds is: met haar goed betalende
afnemers is de EU voor energieleveranciers een markt die men niet graag kwijtraakt.
Wat betreft energieveiligheid noemt de Strategische Monitor onder meer geopolitieke
spanningen naar aanleiding van het Nord Stream 2 pijpleiding-project. Het kabinet
ziet Nord Stream 2 als een commercieel project, maar geeft zich rekenschap van de
geopolitieke aspecten. Mede daarom is in EU-verband vol, en met succes, ingezet op
een nieuwe gastransitovereenkomst tussen Rusland en Oekraïne, die afgelopen december
is bereikt. In algemene zin is de Nederlandse inzet, onder meer in EU-verband, erop
gericht om geopolitieke spanningen, ook in het kader van Nord Stream 2, zoveel mogelijk
te voorkomen en te mitigeren.
Energieveiligheid en vermindering van energieafhankelijkheid (namelijk door diversificatie
van bronnen, leveranciers en aanvoerroutes) zijn van groot belang voor Nederland en
de EU. De EU-inzet is daarop ook onverminderd gericht en daarom zie ik niet direct
de noodzaak voor extra maatregelen om de energieafhankelijkheid te verminderen. Hierbij
is het goed te noemen dat het bedrijven zijn die in energie handelen, overheden hebben
eerst en vooral een faciliterende rol, zoals het er voor zorgen dat de markt zijn
werk kan doen.
Wat betreft de NAVO geldt dat energieveiligheid een belangrijke rol speelt, waarbij
er drie pijlers te onderscheiden zijn: vergroten van het strategisch bewustzijn, beschermen
van de kritieke energie-infrastructuur en vergroten van energie-efficiëntie van de
strijdkrachten. Afgelopen november hebben de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken
hierover aanbevelingen goedgekeurd, die nader worden uitgewerkt.
Tenslotte: de Europese energietransitie zal leiden tot minder vraag naar fossiele
brandstoffen, waardoor de afhankelijkheid van (importen van) fossiele brandstoffen
op termijn sterk zal gaan afnemen. De implementatie van de Europese Green Deal heeft
daarom een directe relatie met de vermindering van energieafhankelijkheid.
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden voor 24 mei 2020?
Antwoord 6
Deze vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.