Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over “manipulatie van Monsanto om de Europese toelating van glyfosaat te beïnvloeden”
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over manipulaties van Monsanto om de Europese toelating van glyfosaat te beïnvloeden (ingezonden 3 april 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 25 mei
2020).
Vraag 1
Kent u de uitzending «De macht van Monsanto» van Zembla van 12 maart 2020?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel liter glyfosaat werd er tussen 2015 en 2020 jaarlijks gebruikt binnen de Nederlandse
landbouw en daarbuiten?
Antwoord 2
Gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in Nederland zijn niet beschikbaar
voor elk jaar. Deze gegevens zijn er wel per jaar over de afzet van gewasbeschermingsmiddelen2 voor de periode 2015 tot en met 2018.
Wageningen Economic Research heeft op basis van het bedrijveninformatienet een inschatting
gemaakt van het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen en van middelen op basis van
glyfosaat in de periode 2011 tot 2016 binnen de landbouw. Het geschatte verbruik in
2015 ligt rond de 650.000 kg van de werkzame stof glyfosaat en in 2016 rond de 675.000 kg.3
Het CBS heeft in 2018 een enquête gehouden over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
door overheden. Hieruit blijkt dat er ongeveer 2.200 kg van de werkzame stof glyfosaat
is gebruikt.
Daarnaast is uw Kamer in 2019 geïnformeerd over de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen
aan particulieren. Hieruit blijkt dat in de jaren 2015 tot en met 2017 ongeveer 21.000 kg
per jaar van de werkzame stof glyfosaat verkocht is aan particulieren (Kamerstuk 27 858, nr. 448).
Vraag 3
Klopt het dat er verschillende onafhankelijke studies zijn die laten zien dat glyfosaat
mogelijk kankerverwekkend is, zoals het International Agency for Research on Cancer
(IARC) van de Wereldgezondheidsorganisatie concludeert, en bent u van mening dat deze
studies op de juiste wijze meegenomen zijn in de laatste Europese toelatingsprocedure
voor glyfosaat? Zo ja, waarop baseert u dat?
Antwoord 3
Het klopt dat het International Agency for Research on Cancer (IARC) in 2015 rapporteerde
dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is. Het klopt ook dat andere organisaties,
zoals de Joint FAO/WHO Meeting on Pesticide Residues (JMPR) rapporteerden dat glyfosaat
niet kankerverwekkend is.
Ik heb er vertrouwen in dat deze studies op de juiste wijze zijn meegenomen in de
laatste Europese beoordelingsprocedure van de werkzame stof glyfosaat. Ik baseer me
daarbij op de wetenschappelijke adviezen van ECHA, EFSA en Ctgb (zie ook Kamerstuk
27 858, nr. 394).
Vraag 4
Is het juist dat uit de interne communicatie van Monsanto, zoals gepubliceerd in de
Monsanto Papers, blijkt dat een toxicoloog van Monsanto schrijft dat van Roundup niet
gezegd kan worden dat het niet carcinogeen is? Zo ja, hoe beoordeelt u het dat Monsanto
(nu Bayer) in de externe communicatie bij hoog en laag volhoudt dat Roundup veilig
is?
Antwoord 4
Ik baseer mijn standpunt over het al dan niet goedkeuren van een werkzame stof op
Europees niveau op de wetenschappelijke adviezen van ECHA, EFSA en Ctgb en niet op
de (interne) communicatie van een of enkele aanvragers.
Vraag 5
Klopt het dat het oordeel over toelating van landbouwgif door de European Food Safety
Authority (EFSA) grotendeels gebaseerd is op studies die door de fabrikant zelf aangeleverd
worden en dat dit het standaardbeleid is van de EFSA? Zo ja, wat is de reden dat onafhankelijke
openbare literatuur minder zwaar weegt in het toelatingsproces?
Antwoord 5
In algemene zin geldt dat bedrijven onderzoeken financieren om aan te tonen dat een
werkzame stof en een gewasbeschermingsmiddel veilig is voor mens, dier en milieu.
Dit geldt niet alleen voor gewasbeschermingsmiddelen, maar ook voor geneesmiddelen
en biociden.
Alle (her)beoordelingen van werkzame stoffen voor gewasbeschermingsmiddelen zijn niet
alleen gebaseerd op door de aanvrager ingediende onderzoeken, maar ook op relevante
openbare wetenschappelijke literatuur. Zo wordt bijvoorbeeld geëist dat het dossier
studies bevat die zijn uitgevoerd door gecertificeerde laboratoria die voldoen aan
de criteria voor «Good Laboratory Practice» (GLP) en «Good Experimental Practice»
(GEP). Verder moeten de studies zijn uitgevoerd volgens strikte, internationaal afgesproken
protocollen.
De onderzoeken die door de aanvrager zijn ingediend, worden wetenschappelijk beoordeeld
door de rapporterend lidstaat. Hierbij wordt onder andere gekeken of er onderzoeken
zijn ingediend voor alle relevante aspecten en of deze onderzoeken voldoen aan de
gestelde kwaliteitseisen.
Vraag 6
Klopt het dat in het geval van glyfosaat het toelatingsdossier van de EFSA grote delen
tekst bevat die vrijwel letterlijk overgenomen zijn uit het dossier dat fabrikant
Monsanto zelf heeft aangeleverd? Zo ja, deelt u de mening dat de invloed van deze
fabrikant daarmee groot is?
Antwoord 6
Een onderdeel van de procedure voor het Europees goedkeuren van een werkzame stof
is het beoordelen van het ingediende dossier en het opstellen van een rapport door
een rapporterend lidstaat volgens vastgestelde procedures en richtsnoeren. Deze systematiek
houdt in dat er van elk onderzoeksrapport in het dossier een samenvatting (veelal
met geciteerde teksten) wordt opgenomen in het rapport, gevolgd door een onafhankelijke
wetenschappelijke beoordeling door de rapporterend lidstaat. Hierdoor worden de andere
lidstaten in staat gesteld om deze rapporten kritisch tegen het licht te houden (zie
ook Kamerstuk 27 858, nr. 440).
Vraag 7 tot en met 10
Klopt het dat Monsanto met de hoofdredacteur van het tijdschrift Food and Chemical
Toxicology heeft afgesproken om tegen betaling van 16.000 dollar een gepubliceerd
onderzoek van professor Séralini, dat de giftigheid van Roundup aantoonde, in te trekken?
Zo ja, wat is uw oordeel hierover?
Hoe beoordeelt u het fenomeen «ghostwriting» door Monsanto, waarbij het bedrijf zelf
artikelen schrijft en vervolgens wetenschappers zoekt die tegen betaling bereid zijn
om deze onder eigen naam te publiceren? Vindt u dat deze onder een valse naam gepubliceerde
artikelen een rol mogen spelen in de toelatingsprocedure van stoffen?
Klopt het dat de Monsanto Papers aantonen dat een studie van dr. Kirkland, waarin
de veiligheid van glyfosaat wordt beschreven, aangepast en herschreven is door de
directeur productveiligheid van Monsanto, zonder dat dit vermeld is?
Is de Europese toelating van glyfosaat deels gebaseerd op deze studie van dr. Kirkland?
Zo ja, deelt u de mening dat deze door Monsanto herschreven studie verwijderd dient
te worden uit het toelatingsdossier voor glyfosaat?
Antwoord 7 tot en met 10
Uw Kamer is geïnformeerd over de (inter)nationale ontwikkelingen rond de werkzame
stof glyfosaat. Hierin is ook stilgestaan bij de «Monsanto papers» en het feit dat
EFSA tot de conclusie is gekomen dat er geen reden is om aan te nemen dat de chemische
industrie de Europese beoordeling van de werkzame stof glyfosaat heeft beïnvloed (Kamerstuk
27 858, nr. 394).
Vraag 11 tot en met 14
Klop het dat de Monsanto Papers laten zien dat Monsanto in 2002 een studie door TNO
liet uitvoeren naar de huidabsorptie van glyfosaat, maar dat deze studie voortijdig
door Monsanto werd afgebroken omdat de eerste resultaten negatief uitvielen voor het
bedrijf?
Maakt deze TNO-studie deel uit van het Europese toelatingsdossier van glyfosaat? Zo
nee, waarom niet?
Zijn de resultaten van deze eerste TNO-studie openbaar gepubliceerd?
Klopt het dat Monsanto de resultaten uit deze TNO-studie niet heeft aangeleverd bij
de EFSA voor de Europese toelatingsprocedure?
Antwoord 11 tot en met 14
Ik heb uw Kamer vorig jaar geïnformeerd dat het onderzoek van TNO niet is meegenomen
in het dossier dat is ingediend voor de huidige goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat
in de Europese Unie. In de laatste herbeoordeling zijn onderzoeken gebruikt met onder
andere menselijke huid en van een recentere datum dan 2002 (Kamerstuk 27 858, nr. 444). De resultaten van het TNO-onderzoek staan op internet4.
Vraag 15
Waarom kan een fabrikant zelf een selectie maken in de studies die ze bij de EFSA
aanlevert? Deelt u de mening dat dit een vertekend beeld kan geven over de veiligheid
van een stof?
Antwoord 15
Een fabrikant bepaalt de reikwijdte van een aanvraag voor de goedkeuring van een werkzame
stof of de toelating van een gewasbeschermingsmiddel en zorgt ervoor dat het dossier
hierbij aansluit. Het dossier wordt vervolgens wetenschappelijk beoordeeld door de
rapporterende lidstaat (zie ook mijn antwoord op vraag 5).
Vraag 16
Klopt het dat de TNO-studie wel als bewijsstuk gebruikt wordt in de rechtszaken die
momenteel in de VS lopen tegen Monsanto (nu Bayer)? Zo ja, deelt u dan de mening dat
het om een gedegen onderzoek gaat, dat ook in de Europese toelatingsprocedure meegenomen
had moeten worden?
Antwoord 16
Ik begrijp – uit de uitzending van Zembla – dat de resultaten van het TNO-onderzoek
worden gebruikt in rechtszaken die in de Verenigde Staten lopen.
EFSA heeft in een reactie op de «Monsanto papers» aangegeven dat het TNO-onderzoek
was uitgevoerd met andere formuleringen van de werkzame stof glyfosaat dan de representatieve
formulering in het dossier en dat het dossier voldoende informatie bevatte (een studie
met mensenhuid met de representatieve formulering).
Vraag 17
Hoe beoordeelt u de Europese toelating van glyfosaat in 2017 nu uit de Monsanto Papers
blijkt dat Monsanto wetenschappers heeft omgekocht en onderzoek heeft gemanipuleerd
en gestuurd? Deelt u de mening dat de huidige Europese toelating voor glyfosaat daarmee
gebaseerd is op frauduleuze gronden?
Antwoord 17
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 18
Deelt u de mening dat glyfosaat niet gebruikt zou moeten worden totdat onomstotelijk
bewezen is dat het geen schade aanbrengt aan de gezondheid, het milieu en de biodiversiteit?
Antwoord 18
Het Europese systeem voor de beoordeling van werkzame stoffen en gewasbeschermingsmiddelen
is zo ingericht dat werkzame stoffen en gewasbeschermingsmiddelen alleen op de markt
mogen worden gebracht en gebruikt na uitgebreide wetenschappelijke beoordeling. De
laatste Europese herbeoordeling van de werkzame stof glyfosaat heeft geleid tot de
conclusie dat er geen onaanvaardbare risico’s zijn voor mens, dier en milieu.
Vraag 19
Deelt u de mening dat glyfosaat is toegelaten op basis van frauduleus onderzoek en
dat daarom de toelating moet worden teruggedraaid, zodat glyfosaat de facto verboden
moet worden?
Antwoord 19
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 20
Hoe garandeert u dat de procedure voor de hernieuwde toelating van glyfosaat in 2022,
waarbij Nederland een van de rapporterende lidstaten is, zonder manipulatie en sturing
van Monsanto gebeurt?
Antwoord 20
De laatste Europese goedkeuringsprocedure van de werkzame stof glyfosaat is – zoals
ik in mijn antwoord op vraag 7 heb aangegeven – volgens EFSA niet beïnvloed door de
chemische industrie. Ik heb geen aanleiding te veronderstellen dat dit in de komende
goedkeuringsprocedure wel het geval zal zijn. Bovendien wordt er door de betrokken
partijen – zowel de bevoegde autoriteiten5 als de chemische industrie6 – openheid van zaken gegeven over het proces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.