Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot inwerkingtreding van artikel XXII van de Overige fiscale maatregelen 2018 (Kamerstuk 31066-631)
2020D20093 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 mei 2020 aan de Staatssecretaris van
Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst enkele vragen en opmerkingen voorgelegd
over het op 6 mei 2020 door de Staatssecretaris voorgehangen ontwerp van het koninklijk
besluit tot inwerkingtreding van artikel XXII van de Overige fiscale maatregelen 2018
(Kamerstuk 31 066, nr. 631). Genoemd artikel bevat enkele aanpassingen aan de Invorderingswet 1990 die betrekking
hebben op de vereenvoudiging van dwanginvordering van belastingschulden onder een
derde op wie de belastingschuldige een vordering heeft of zal verkrijgen.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot inwerkingtreding
van artikel XXII van de Overige fiscale maatregelen 2018. Zij constateren dat de inwerkingtreding
van de vereenvoudiging derdenbeslag niet eerder zal plaatsvinden dan dat de belastingvrije
voet voldoende wordt gerespecteerd. Deze leden hebben een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie menen te constateren dat de Wet vereenvoudiging beslagvrije
voet gelijktijdig in werking treedt met het koninklijk besluit zoals voorligt. Kan
de Staatssecretaris toelichten of dit inderdaad het geval is? Zo ja, per wanneer treden
beide in werking? Zo nee, waarom niet? Graag een uitgebreide toelichting.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris een toelichting kan geven
op de huidige stand van zaken met betrekking tot de wetswijzigingen en besluiten rond
beslaglegging en beslagvrije voet naast ook de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet
en het koninklijk besluit dat voorligt. Welke wetgeving ligt nu bij de Kamer, met
welke wetgeving (inclusief koninklijke besluiten) is het ministerie bezig, met welke
verwachte datum van invoering en waarom is gekozen voor deze specifieke tijdsplanning?
Kan de Staatssecretaris verder aangeven of de invoering van de Wet vereenvoudiging
beslagvrije voet per 1 januari 2021 geen verdere vertraging zal oplopen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de beslagvrije voet zoveel mogelijk moet worden
toegepast op de betaalrekening om te voorkomen dat de schuldenaar in de problemen
komt met betaling van bijvoorbeeld de huur. Deze leden vragen op welke basis de uitvoering
kan vaststellen wat de betaalrekening is. Kunnen mensen zelf aangeven wat hun betaalrekening
is of stelt de betaaldienstverlener dit vast? En mocht de uitvoering onverhoopt toch
beslag leggen op de betaalrekening, op welke wijze kan de schuldenaar dit laten terugdraaien
zodat deze door fouten in de uitvoering niet alsnog in de problemen komt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot in werking
treden van artikel XXII van Overige fiscale maatregelen 2018. Deze leden danken de
Staatssecretaris voor het zorgen voor een goede wettelijke inbedding van de beslagvrije
voet. Zij hebben hierover nog enkele vragen. Allereerst vragen zij de Staatssecretaris
of de overheidsvordering en het vereenvoudigd derdenbeslag gecombineerd kunnen worden
door de Belastingdienst. Met andere woorden: kan de Belastingdienst tegelijkertijd
€ 500 van de betaalrekening en (een deel van) de vordering minus de beslagvrije voet
van de spaarrekening afschrijven? Deze leden vragen dit omdat de overheidsvordering
zich ook uitstrekt tot de kredietruimte van de belastingschuldige.
Verder vragen de leden van de CDA-fractie hoe de belastingplichtige geïnformeerd wordt
over het uitgevoerde vereenvoudigde derdenbeslag. Tot slot willen deze leden graag
weten voor een belastingschuldige met een inkomstenbelastingschuld hoe vaak de belastingschuldige
een verzoek tot betaling heeft gekregen voordat het vereenvoudigd derdenbeslag kan
worden uitgevoerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks
De leden van de fractie van GroenLinks vragen of hiermee de bescherming van de beslagvrije
voet bij invordering voldoende is gewaarborgd.
Is de wettelijke bescherming nu expliciet vastgelegd bij elke vorm van invordering
of zijn er nog steeds uitzonderingen?
De leden van de fractie van GroenLinks vragen of inmiddels is voldaan aan alle kritiekpunten
van de Nationale ombudsman betreffende de beslagvrije voet. Is hierover contact geweest
met de Nationale ombudsman?
De leden van de fractie van GroenLinks vragen of de motie Snels c.s.1 ook de afgelopen jaren goed is uitgevoerd. Heeft de Staatssecretaris de beslagvrije
voet bij elke vorm van invordering gerespecteerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorgenomen wijziging van de
Uitvoeringsregeling Invorderingswet. Zij hechten veel waarde aan direct en persoonlijk
contact tussen deurwaarder en belastingschuldige, zoals ook blijkt uit de recent ingediende
maar aangehouden motie-Van Nispen2. Deze leden zijn van mening dat vereenvoudiging van invordering niet mag leiden tot
het verliezen van de menselijke maat en dat bij het streven naar efficiëntie altijd
oog moet blijven voor de individuele omstandigheden zodat een belastingdeurwaarder
bij kan dragen aan een oplossing voor de belastingschuldige. Tevens wijzen zij hierbij
op de noodzaak van een goede en toegankelijke manier om informatie te verstrekken
aan belastingschuldigen die met problematische schulden hebben te maken en vragen
zij de Staatssecretaris of dit thans voldoende wordt geboden en, indien dit niet het
geval is, hoe hij van plan is dit te verbeteren. Deze leden vragen de Staatssecretaris
hierom in de beantwoording van dit overleg specifiek in te gaan op hetgeen in de motie-Van
Nispen wordt verzocht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.