Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Van der Graaf c.s. t.v.v. nr. 22 over schrappen van het recht om contant geld te eisen bij gesecureerde vorderingen
35 249 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid tot homologatie van een onderhands akkoord (Wet homologatie onderhands akkoord)
Nr. 24
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER GRAAF C.S. TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 22
Ontvangen 18 mei 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel F, wordt het voorgestelde artikel 384, vierde lid, als volgt
gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «, of» vervangen door «;».
2. In onderdeel b wordt na «de genoemde schuldeisers» ingevoegd «, niet zijnde schuldeisers
als bedoeld in onderdeel c,» en wordt de punt aan het slot vervangen door «, of».
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. het schuldeisers betreft met een voorrang die voortvloeit uit pand of hypotheek als
bedoeld in artikel 278, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek die de schuldenaar
bedrijfsmatig een financiering heeft verstrekt en op basis van het akkoord in het
kader van een wijziging van hun rechten, aandelen of certificaten hiervan aangeboden
krijgen en daarnaast niet het recht hebben om te kiezen voor een uitkering in een
andere vorm.
Toelichting
De WHOA biedt een tegenstemmende klasse schuldeisers een recht om het bedrag dat in
faillissement naar verwachting ontvangen zou zijn, in contant geld op te eisen.
Deze bepaling kan schadelijk zijn, doordat reorganisatie meestal niet door kan gaan
als een te grote groep schuldeisers contant geld eist. Dit geldt vooral als financiers
van de onderneming dit doen. Zij verstrekken leningen waarbij doorgaans sprake is
van zekerheidsrechten. In faillissement krijgen zij de waarde van het daarbij verstrekte
onderpand uitgekeerd in contanten. Het kan dan gaan om vrij grote bedragen. Dit betreft
in het bijzonder financiers van wie de bedrijfsactiviteit bestaat uit het verstrekken
van kredieten en het deelnemen in aandelenkapitaal van ondernemingen. Herfinanciering
is dan vaak de enige uitweg, maar zeker wanneer reorganisatie in een laagconjunctuur
of recessie plaatsvindt zal dat heel moeilijk zo niet onmogelijk zijn. Doel van dit
amendement is om te voorkomen dat de totstandkoming van het akkoord om die reden onmogelijk
wordt.
De bepaling is zo aangepast dat voor financiers geldt dat als zij onder het akkoord
aandelen aangeboden krijgen voor het gesecureerde deel van hun vordering en de klasse
tegenstemt, de individuele financiers binnen die klasse altijd de keuze moeten krijgen
om in plaats van aandelen te kiezen voor een andere vorm van een uitkering. Deze financiers
kunnen zich niet beroepen op artikel 384, vierde lid, onderdeel b, waardoor zij zich
niet kunnen beroepen op een directe uitkering in geld. Qua vorm van de uitkering moet
vooral gedacht worden aan een uitstel van betaling of het doorlopen van de lening.
Uiteraard moet bij deze afspraak sprake zijn van marktconforme voorwaarden. Voor een
gesecureerde vordering zal dit in de regel inhouden dat een rentevergoeding wordt
toegekend en de vordering gedekt blijft door zekerheden.
Van der Graaf Van Nispen Nijboer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid