Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over het bericht dat keuringen voor de WIA en Wajong telefonisch worden afgehandeld
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat keuringen voor de WIA en Wajong telefonisch worden afgehandeld (ingezonden 20 april 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 14 mei
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Via de telefoon bepalen of iemand wel of niet kan werken,
niet mogelijk zeggen UWV-artsen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel medische keuringen ten bate van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
(WIA) en Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) worden maandelijks
door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gedaan en afgehandeld?
Voor hoeveel van deze keuringen is normaal gesproken een fysiek gesprek onderdeel
van de keuringsprocedure?
Antwoord 2
In 2019 bedroeg het gemiddelde aantal WIA-claimbeoordelingen 4.962 per maand, het
aantal WIA-herbeoordelingen 2.489 per maand en het gemiddelde aantal Wajong-beoordelingen
725 per maand.
Een fysiek spreekuur is normaal gesproken een onderdeel van nagenoeg alle WIA-claimbeoordelingen
en Wajong-beoordelingen. Ernstig zieke cliënten die niet in staat zijn om naar het
spreekuur te komen vormen hierop een uitzondering. WIA-herbeoordelingen worden in
tien tot vijftien procent van de gevallen uitgevoerd zonder fysiek spreekuur, dus
op basis van beschikbare informatie en eventueel telefonisch contact.
Vraag 3
Op basis van welke criteria wordt normaliter bepaald of een medische keuring plaats
kan vinden zonder fysieke afspraak? Hoe vaak worden deze criteria van toepassing verklaard?
Antwoord 3
Het gaat bij WIA-claimbeoordelingen, WIA-herbeoordelingen en Wajong-beoordelingen
om een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek. De verzekeringsarts voert
het verzekeringsgeneeskundig onderzoek uit op basis van de standaard «Onderzoeksmethoden».
Hij of zij bepaalt – afhankelijk van de plausibiliteit en consistentie van verkregen
informatie en indrukken – per casus de uitgebreidheid van het onderzoek en de manier
waarop hij of zij informatie inwint: dit kan schriftelijk, telefonisch en/of in een
persoonlijk gesprek. Zie voor het overige het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Wat is nu de precieze instructie aan verzekeringsartsen rondom het opvragen van medische
informatie? Hoe wordt daarbij geborgd dat alle relevante informatie beschikbaar is
om een beslissing op te baseren?
Antwoord 4
UWV werkt op basis van de standaard «Communicatie met behandelaars». Verzekeringsartsen
vragen medische informatie op indien deze onmisbaar is voor de beoordeling of als
een betrokkene daarop aandringt. Zij houden daarbij rekening met de omstandigheid
dat bepaalde curatieve artsen op dit moment mogelijk belast zijn met de zorg voor
Covid-19 patiënten. Een groot deel van de huisartsen en specialisten heeft naar verwachting
op dit moment wel de tijd en de mogelijkheid om antwoord te geven op gerichte vragen.
De verzekeringsarts maakt zelf de afweging of hij of zij over voldoende informatie
beschikt om een beoordeling te verrichten.
Vraag 5
Welke mogelijkheden heeft UWV om bij telefonische keuringen alleen tijdelijke uitkeringen
toe te kennen? En welke mogelijkheden heeft UWV om in de totale werkvoorraad alleen
zaken te behandelen waarbij überhaupt sprake zou zijn van een tijdelijke uitkering?
In hoeverre worden die mogelijkheden daadwerkelijk toegepast?
Antwoord 5
Om continuïteit en inkomenszekerheid te garanderen kiest UWV er voor om waar mogelijk
inhoudelijke besluiten af te geven. Lukt dit niet, dan stelt UWV de beoordeling uit
tot het moment dat een fysiek spreekuur weer mogelijk is. UWV volgt daarbij ook in
de crisisperiode regulier beleid als het gaat om het verstrekken van voorschotten.
Dat betekent dat UWV bij uitstel van een WIA-claimbeoordeling een voorschot verstrekt
tot het moment dat de beoordeling plaats kan vinden. Voor de WIA-herbeoordeling geldt
dit niet, omdat de bestaande uitkering in dat geval doorloopt.
Ook bij uitstel van een Wajong-beoordeling verstrekt UWV conform bestaand beleid geen
voorschot, omdat uitstel – in tegenstelling tot bij de WIA-claimbeoordeling – meestal
geen inkomensdaling voor de aanvrager met zich meebrengt. Daarnaast is de ervaring
dat een ruime meerderheid van de aanvragers na beoordeling geen recht krijgt op een
Wajong-uitkering. Als de betrokkene aan de voorwaarden voldoet, kan hij of zij bij
uitstel van een Wajong-beoordeling in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering.
UWV adviseert de betrokkene in dat geval daarom om met de gemeente de mogelijkheden
te bespreken. Als UWV op een later moment een Wajong-uitkering toekent, ontvangt de
betrokkene deze uitkering met terugwerkende kracht vanaf het moment dat hij of zij
de oorspronkelijke aanvraag indiende.
Vraag 6
Klopt het dat UWV een intern coronacrisisplan heeft waarin het volgende staat: «Gedurende
de crisis worden in beginsel geen voorschotten WIA verstrekt» en dat het niet de bedoeling
is «dat we beoordelingen doorschuiven naar een later tijdstip. Dat zou ons op een
grote achterstand zetten», zoals dagblad Trouw bericht? Zo nee, wat staat er dan wel?
Antwoord 6
De genoemde passages waren inderdaad onderdeel van interne UWV-communicatie. Zie het
antwoord op vraag 5 voor een nadere toelichting.
Vraag 7
Wat betekent het «in beginsel niet verstrekken van voorschotten»? Zou dit ertoe kunnen
leiden dat mensen die om goede redenen een WIA- of Wajonguitkering aanvragen zonder
inkomen komen te zitten? Waar worden deze mensen naartoe verwezen?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Herinnert u zich de problemen bij het experiment in Groningen, waarbij dossiers op
afstand gecontroleerd werden en 30% van de toekenningen achteraf onterecht bleek?
Hoe verschilt de huidige beoordeling van de beoordelingswijze bij het experiment in
Groningen?2
Antwoord 8
Bij het genoemde experiment vond in beginsel geen contact plaats met de betrokken
uitkeringsgerechtigde en werd de beoordeling enkel gebaseerd op de in het dossier
aanwezige informatie. Bovendien was de op kantoor Groningen toegepaste werkwijze in
operationele en juridische zin niet juist. In de huidige crisissituatie wordt in beginsel
wel gesproken met de cliënt en vinden de beoordelingen plaats door of onder de verantwoordelijkheid
van geregistreerde verzekeringsartsen.
Vraag 9
Welke maatregelen heeft UWV genomen om te voorkomen dat onterecht uitkeringen worden
verstrekt op basis van telefonische keuringen?
Antwoord 9
De sociaal-medische beoordelingen vinden plaats door of onder de verantwoordelijkheid
van opgeleide en geregistreerde verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Op districtsniveau
en op het hoofdkantoor houdt UWV zicht op hun betrokkenheid, zowel door datamonitoring
als door persoonlijk contact. Adviserend verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen
zijn bovendien beschikbaar voor inhoudelijke afstemming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.