Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over criminaliteit onder asielzoekers
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over criminaliteit onder asielzoekers (ingezonden 23 april 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 mei
2020)
Vraag 1
Kent u het bericht «Misdaadpiek asielzoekers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat er het afgelopen jaar sprake was van een forse toename van criminaliteit
door asielzoekers? Zo ja, wat is de aard en omvang van die criminaliteit? Zo nee,
wat is er dan niet waar?
Antwoord 2
Uit de cijfers van de politie zoals opgenomen in het incidentenoverzicht dat ik vandaag
aan de Kamer toegezonden heb, komt naar voren dat er in 2019 27 procent meer misdrijven
zijn geregistreerd dan in 2018. Het gaat hierbij om 4.999 registraties van misdrijven
waarbij een vreemdeling die op enig moment in het rapportagejaar op een COA-locatie
verbleef in de rol van verdachte voorkwam. Voor meer informatie over de aard en omvang
verwijs ik u naar het incidentenoverzicht 2019.
Vraag 3
Wat is de oorzaak van de genoemde toename?
Antwoord 3
Zoals aangegeven bij de aanbieding van het incidentenoverzicht is de oorzaak voor
de geconstateerde toename in 2019 op basis van het incidentenoverzicht niet te geven.
Een verdiepende analyse is echter gewenst om te kunnen komen tot een meer gerichte
inzet van maatregelen. Ik heb het WODC daarom gevraagd om hier nader onderzoek naar
te doen.
Vraag 4, 5 en 6
Klopt het dat van alle geregistreerde verdachten het overgrote gedeelte uit veilige
landen komt? Hoeveel van die verdachten komen uit welke veilige landen?
Hoeveel van de verdachten komen uit landen waarbij wel een perspectief op een verblijfsvergunning
mogelijk is?
Deelt u de mening dat het probleem van criminele asielzoekers uit veilige landen reeds
jaren bekend is? Zo ja, waarom lukt het u dan steeds maar niet om hier substantieel
is aan te doen of zelfs op te lossen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5 en 6
Het incidentenoverzicht laat zien hoeveel vreemdelingen die in 2019 op enig moment
op een COA-locatie verbleven werden verdacht van een misdrijf waarvan de politie in
2019 heeft kennisgenomen. Van deze vreemdelingen had 59% de nationaliteit van een
veilig land2. Bij de overige 41% ging het om een andere nationaliteit of was de nationaliteit
niet bekend. Of deze vreemdelingen perspectief hebben op een verblijfsvergunning hangt
af van meerdere factoren, bijvoorbeeld de nationaliteit en identiteit en het individuele
vluchtrelaas.
Vraag 7
Deelt u de mening dat verdachte asielzoekers opgespoord, vervolgd en berecht dienen
te worden? Zo ja, waarom gebeurt dat in veel gevallen niet? Zo nee, waarom deelt u
die mening niet?
Antwoord 7
Personen uit veilige landen van herkomst vertonen relatief vaker dan de gemiddelde
asielzoeker overlastgevend en/of crimineel gedrag.
Nederland wil bescherming bieden aan diegenen die vluchten voor oorlog en geweld.
Het is volstrekt onacceptabel dat een relatief kleine groep zorgt voor disproportionele
overlast en hiermee het draagvlak afkalft voor opvang van personen die vluchten voor
oorlog en geweld. Het terugdringen van de overlast en criminaliteit onder asielzoekers
is mijn absolute prioriteit.
Zoals bij brief eerder aan uw Kamer vermeld is er de afgelopen jaren een breed palet
aan maatregelen ontwikkeld dat kan worden ingezet om overlastgevende en/of criminele
asielzoekers aan te pakken en terugkeer te realiseren3. Zo heb ik in februari jl. een speciale Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) geopend,
heb ik een Top-X aanpak ontwikkeld voor de meest hardnekkige overlastgevende en/of
criminele asielzoekers en kunnen overlastgevers eerder in vreemdelingenbewaring worden
gesteld. Daarnaast zijn er snellere procedures voor evident kansarme asielaanvragen
voor Dublinclaimanten en veilige landers ingevoerd. Ook het sneller en efficiënter
in bewaring kunnen stellen van vreemdelingen die in een open opvanglocatie voor overlast
of criminaliteit zorgen is daar onderdeel van. Dit is ook de inzet in de gesprekken
over Europese regelgeving die de vreemdelingenbewaring regelt. Tevens wordt ingezet
op het maken van afspraken over samenwerking met veilige landen van herkomst voor
de terugkeer van personen die irregulier in Nederland verblijven. Daarbij wil ik vooropstellen
dat een groot gedeelte van de landen van herkomst goed meewerkt. Er is een aantal
landen waar het niet zoals gewenst gaat, daar zet het kabinet zich actief in voor
een goede, wederkerige samenwerking. Met deze landen zijn wij in gesprek over verbetering
van die terugkeersamenwerking.
Op een aantal plaatsen in het land werpen de maatregelen die ik hiertoe heb genomen
hun vruchten af. Zo heeft de gemeente Harderwijk aangegeven meer grip te hebben op
de aanpak van overlast en criminaliteit veroorzaakt door asielzoekers. Een belangrijke
succesfactor hierbij is de intensieve en effectieve lokale samenwerking tussen de
gemeente en partijen uit de migratie- en strafrechtketen. Op andere plekken is nog
veel winst te behalen. Samen met betrokken ketenpartijen en de speciaal hiertoe aangestelde
ketenmariniers ben ik continu op zoek naar mogelijkheden om de aanpak te optimaliseren.
Ook in Europees verband worden stappen gezet, waarbij bijvoorbeeld kan worden gewezen
op de bepaling in de Visumcode, waarmee ook op Europees niveau een stap wordt gezet
naar een gecoördineerde aanpak van landen die onvoldoende meewerken aan de terugkeer
van de eigen onderdanen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat criminele asielzoekers uit veilige landen zonder zicht op een
rechtmatig verblijf ons land moeten verlaten? Zo ja, hoe gaat u hier eindelijk voor
zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het is het standpunt van het kabinet dat eenieder die een strafbaar feit begaat, een
passende straf dient te krijgen. Daarbij is de aard van het feit leidend. A-priori
maakt het strafrecht geen onderscheid naar de verblijfsrechtelijke positie van de
verdachte.
Wel is de strafrechtketen ingericht als een selectieve keten waarin vele beslismomenten
van invloed zijn op de uitkomst. Wanneer er tijdens het onderzoek blijkt dat er onvoldoende
opsporingsindicatie of bewijs is, wordt de zaak niet doorgezonden naar het OM. Ook
is het mogelijk dat het OM een ingezonden zaak anders beoordeelt. Het OM bepaalt per
zaak of en zo ja welke opvolging gegeven wordt aan het feit.
Vraag 9
Kunt u het in bericht genoemde geheime rapport per ommegaande voorzien van uw reactie
aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Vreemdelingen die om bescherming vragen – asielzoekers – zijn volgens Europese regels
gedurende hun procedure niet verplicht te vertrekken, ook als zij uit veilige landen
van herkomst komen en strafbare feiten begaan. Maar ik deel de mening dat vreemdelingen
uit veilige landen na afloop van de procedure dienen terug te keren naar hun land
van herkomst. Dat geldt eveneens voor vreemdelingen die strafbare feiten hebben begaan.
Naast de voortdurende inzet van alle ketenpartners kan ook nog worden gewezen op de
inzet en de verschillende initiatieven die ik hiervoor in het antwoord op vraag 7
naar voren heb gebracht.
Vraag 10
Kunt u het in bericht genoemde geheime rapport per ommegaande voorzien van uw reactie
aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
De berichtgeving in de Telegraaf had betrekking op een conceptversie van het incidentenoverzicht.
Het incidentenoverzicht 2019 werd op een later moment afgerond en door mij vastgesteld
en vervolgens zo snel mogelijk aan uw Kamer aangeboden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.