Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen inzake omgangsregelingen gedurende de corona-maatregelen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over omgangsregelingen gedurende de corona-maatregelen (ingezonden 7 april 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 7 mei 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2621.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van EenVandaag waarin duidelijk werd dat de
rechtspraak een zaak over een omgangsregeling geschrapt heeft tot na de corona-uitbraak?
Wat is daarop uw reactie?1
Antwoord 1
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Als gevolg van het coronavirus zijn er ingrijpende maatregelen getroffen. Ook voor
de Rechtspraak is dit niet zonder gevolgen gebleven. Met de voorzitter van de Raad
voor de rechtspraak, in de uitzending van EenVandaag van 3 april 2020 te gast, snap
ik de frustratie over het uitstel van een aangespannen rechtszaak. Uitstel van welke
rechtszaak dan ook kan voor de betrokken personen gevolgen hebben die diep ingrijpen
in hun persoonlijke leven.
Nadat de coronamaatregelen van kracht werden in de Rechtspraak, werden in eerste instantie
alleen de zeer urgente zaken behandeld. Intussen heeft de Rechtspraak niet stil gezeten.
De Rechtspraak zet alles op alles om – binnen de mogelijkheden die er zijn – zo veel
mogelijk zaken te behandelen. Sinds 6 april is de lijst van te behandelen zaken uitgebreid
en de Rechtspraak heeft op 23 april bekend gemaakt dat vanaf 11 mei de gerechtsgebouwen
weer opengaan voor het houden van zittingen. De behandeling van onder meer jeugd-
en familiezaken heeft daarbij prioriteit.
Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat zaken zoals hierboven aangehaald met de nieuwe werkinstructies
van 3 april jl. wél weer zo veel als mogelijk behandeld zullen worden? Zo nee, acht
u het wenselijk dat zulke zaken nu niet behandeld worden?2
Antwoord 2
Nadat de coronamaatregelen van kracht werden, zijn zaken over zorg- en omgangsregelingen
in eerste instantie (fase 1) niet behandeld. Behoudens in geval van hele grote spoed.
Bij de inschatting daarvan staat de veiligheid van het kind voorop. Gedacht kan bijvoorbeeld
worden aan een dreigende ontvoering.
In fase 2, van kracht vanaf 6 april, worden ook zaken over zorg- en omgangsregelingen
(zoveel mogelijk) behandeld. Die uitbreiding van de te behandelen zaken is lokaal
met maatwerk ingevuld en is afhankelijk van de situatie en de beschikbare capaciteit
(ziekte en IT-voorziening) per gerecht of parket.
De rechter screent de zaken op urgentie en bijvoorbeeld ook op de mogelijkheid om
een zorg- of omgangsregeling uit te voeren. Zo kan een omgangsregeling waarbij hulpverlening
is betrokken (bijvoorbeeld een omgangshuis) met de van kracht zijnde maatregelen vanwege
het coronavirus niet altijd worden uitgevoerd. Zaken waarin de veiligheid van het
kind in het geding is, worden altijd behandeld.
Behandeling geschiedt schriftelijk als een zaak zich daarvoor leent en partijen daarmee
instemmen. Zittingen vinden telefonisch plaats of met behulp van Skype. Vanaf 11 mei
zullen op beperkte schaal weer fysieke zittingen worden gehouden.
Vraag 3
Kunt u verduidelijken wat de status van omgangsregelingen is gedurende de tijd dat
de corona-maatregelen van kracht zijn? Het klopt toch dat de huidige maatregelen geen
vrijbrief zijn om omgangsregelingen niet na te komen en dat er op het niet nakomen
van omgangsregelingen sancties staan; wordt hierop ook gehandhaafd? Zo ja, door wie
en op welke wijze?
Antwoord 3
Voorop staat dat ook in deze tijd het niet nakomen van een zorg- of omgangsregeling
het strafbare feit onttrekking aan wettig gezag kan opleveren, waarvan aangifte kan
worden gedaan bij de politie. De maatregelen die worden genomen om verdere verspreiding
van het coronavirus te voorkomen, vormen geen vrijbrief om omgangsregelingen niet
na te komen. Zoals de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van
7 april heeft aangegeven is het uitgangspunt dat omgangsregelingen gewoon doorgaan,
tenzij sprake is van gezondheidsklachten.3 Omgangsregelingen waarbij hulpverlening betrokken is kunnen afhankelijk van het per
organisatie gevoerde beleid hierop een uitzondering vormen, omdat het hierbij niet
enkel gaat om contact tussen ouder en kind. Ook bij gezondheidsklachten moeten op
korte termijn samen tijdelijke oplossingen worden gekozen voor het uitoefenen van
zorg- en opvoedtaken. Ik roep ouders op hierin flexibiliteit te betrachten. Van belang
is dat professionals, maar ook familieleden en het sociaal netwerk ouders hiertoe
stimuleren. Solidariteit en onderlinge steun tussen ouders moet – zeker nu – voorrang
krijgen.
Vraag 4
Klopt het dat zaken die betrekking hebben op omgangsrecht waaronder ook mogelijke
ontvoeringen, op dit moment niet met spoed worden opgepakt? Zo ja, waarom en vindt
u dat wenselijk?
Antwoord 4
Nee dat klopt niet. Omgangszaken worden zoveel mogelijk behandeld. Zaken waarin de
veiligheid van het kind in het geding is, zoals bij mogelijke ontvoeringen, zijn al
direct als urgente zaken aangemerkt en worden altijd behandeld.
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen van het gegeven dat het expertteam ouderverstoting later dan
1 juli 2020 met haar advies zal komen, zoals u schreef in antwoord op vragen van het
lid Bergkamp (D66)?4 Kan het expertteam wellicht nu al gevraagd worden een reactie te geven op het naleven
van omgangsregelingen in deze tijd van corona-maatregelen? Zo nee, wat gaat u er aan
doen om hierover helderheid te verschaffen?
Antwoord 5
Het expertteam presenteert een paar maanden later dan aanvankelijk beoogd zijn eindrapport
met voorstellen tot structurele voorkoming en verbetering van de situaties waarin
contactverlies tussen een ouder en een kind dreigt of is ontstaan. De actuele situatie
omtrent COVID-19 is voor de inhoud van het eindrapport mogelijk relevant, maar zal
niet het uitgangspunt van het rapport vormen. Ouders, kinderen en professionals kunnen
op dit moment met vragen daarover terecht bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
MIND Korrelatie geeft daarnaast laagdrempelig advies aan ouders per app, chat of telefoon.
Op deze manier kan er helderheid worden verschaft over de naleving van omgangsregelingen
ten tijde van de coronacrisis aan iedereen die het betreft en daarover vragen heeft.
Ik kan mij desalniettemin voorstellen dat veel betrokkenen verwachtingsvol uitkijken
naar het eindrapport van het expertteam. Het expertteam zal daarom reeds voor de zomer
tussentijds verslag doen van zijn bevindingen.
Op 24 april jl. heeft de voorzitter van het expertteam ouderverstoting/complexe omgangsproblematiek
samen met de voorzitter van het Platform Scheiden zonder Schade in diverse media zoals
De Trouw en de radioprogramma’s Spraakmakers en Radio Reporter, het belang benadrukt
dat omgangsregelingen moeten doorgaan. Zij hebben gelet op de versoepeling van de
coronamaatregelen voor kinderen en jongeren – aangekondigd op 21 april jl. – ouders
ertoe opgeroepen omgangsregelingen uit te voeren zoals gezamenlijk afgesproken. Daarbij
geven zij ouders mee dat er geen anderhalve meter afstand gehouden hoeft te worden
tussen het kind en de ouder. Dit laat onverlet dat rond overdracht van de kinderen
en wanneer iemand in het gezin ziek is de (afstands)richtlijnen van het RIVM gevolgd
moeten worden.
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.