Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Wassenberg over het bericht dat de provincie Drenthe toestemming heeft gegeven voor het afschieten van tientallen diersoorten op Groningen Airport Eelde
Vragen van de leden Van Raan en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de provincie Drenthe toestemming heeft gegeven voor het afschieten van tientallen diersoorten op Groningen Airport Eelde (ingezonden 19 februari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
            de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 1 mei 2020) Zie ook Aanhangsel
            Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1881.
         
Vraag 1
            
Kent u de berichten «Katten, vossen en aalscholvers worden afgeschoten op Groningen
               Airport» en «Reeën, vossen en zilvermeeuwen worden afgeschoten op Groningen Airport»?1
               2
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kent u de berichten «Afschieten dieren bij vliegveld Eelde moet verboden worden»,
               «Verzet tegen toestemming afschieten dieren op luchthaven», «Organisaties willen stop
               op afschieten dieren bij vliegveld Groningen Airport» en «Organisaties willen stop
               op afschieten dieren bij vliegveld»?3
               4
               5
               6
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Klopt het dat de provincie Drenthe toestemming heeft gegeven om de jacht te openen
               op de volgende dieren: kokmeeuw, stormmeeuw, mantelmeeuw, zilvermeeuw, kievit, goudplezier,
               blauwe reiger, zilver reiger, knobbelzwaan, aalscholver, grauwe gans, kolgans, Canadese
               gans, brandgans, taigarietgans, kleine rietgans, dwerggans, soepgans, wilde eend,
               slobeend, krakeend, zomertaling, wintertaling, smient, pijlstaart, fazant, patrijs,
               scholekster, wulp, spreeuw, houtduif, Turkse tortel, holenduif, zomertortel, stadsduif,
               zwarte kraai, roek, kauw, ekster en Vlaamse gaai, reeën, vossen, verwilderde katten,
               nertsen, wasberen, wasbeerhonden, hazen, konijnen, bruine rat, zwarte rat, muskusrat,
               woelrat, mollen, huismuis, dwergmuis, bosmuis, grote bosmuis, brandmuis, aardmuis,
               veldmuis, noordse woelmuis, ondergrondse woelmuis, rosse woelmuis, eikelmuis, hazelmuis
               en relmuis? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Antwoord 3
            
In de Wet natuurbescherming wordt onderscheid gemaakt tussen jacht, schadebestrijding
               en populatiebeheer. De jacht is alleen mogelijk op de soorten genoemd in artikel 3.20
               van de Wet natuurbescherming, dit betreft Fazant, Houtduif, Wilde eend, Haas en Konijn.
               Provincies zijn niet bevoegd om soorten toe te voegen aan dit artikel uit de Wet natuurbescherming.
               De opening van de jacht wordt geregeld via de Regeling natuurbescherming, artikel
               3.5, en ook hier hebben de provincies geen bevoegdheid. De provincie Drenthe heeft
               wel een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming verleend aan Groningen Airport
               Eelde voor het verstoren van nesten en rustplaatsen, vangen en doden van de door de
               vragenstellers genoemde diersoorten7. Deze ontheffing is afgegeven met het oog op schadebestrijding, in dit geval de veiligheid
               van de luchtvaart, en op grond van deze ontheffing kan op alle in de ontheffing genoemde
               dieren zo nodig afschot plaats vinden.
            
Vraag 4
            
Kunt u per diersoort verduidelijken of er toestemming is gegeven voor het vernielen
               of verstoren van nesten en rustplaatsen en voor het vernielen of wegnemen van eventuele
               eieren? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Antwoord 4
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3, heeft de provincie Drenthe een ontheffing
               op grond van de Wet natuurbescherming verleend aan Groningen Airport Eelde voor het
               verstoren van nesten en rustplaatsen, vangen en doden van de door de vragenstellers
               genoemde diersoorten. Dit gaat voor de vogels genoemd op bijlage 2 van de ontheffing
               om een ontheffing om nesten te vernielen. Verder heeft de provincie Drenthe ontheffing
               verleend om vaste rustplaatsen van zoogdieren te vernielen.
            
Vraag 5
            
Kunt u van al deze diersoorten, die van de provincie Drenthe mogen worden afgeschoten,
               per diersoort aangeven waaruit blijkt dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat
               dan het doden van het dier?
            
Antwoord 5
            
In de Wet natuurbescherming is de provincie het bevoegd gezag om te beslissen op verzoeken
               om ontheffingen voor het doden van dieren. Het is niet aan mij om te treden in de
               afwegingen en de besluiten die de provincie daarbij neemt.
            
Vraag 6
            
Kunt u van al deze diersoorten, die van de provincie Drenthe mogen worden afgeschoten,
               per diersoort gedetailleerd aangeven hoe onderbouwd is dat het afschieten in het belang
               is van de openbare veiligheid of een andere dwingende reden van groot openbaar belang?
            
Antwoord 6
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
            
Erkent u dat diverse diersoorten die van de provincie Drenthe mogen worden afgeschoten
               op de Rode Lijst staan van bedreigde diersoorten?
            
Antwoord 7
            
Ja, enkele soorten die op grond van de door de provincie Drenthe verleende ontheffing
               mogen worden afgeschoten, staan op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten.
            
Vraag 8
            
Kunt u per diersoort beschermd onder de Vogel- en Habitatrichtlijn de onderbouwing
               geven dat de maatregelen niet zullen leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding?
            
Antwoord 8
            
Voor geen van de soorten beschermd onder de Vogel- en Habitatrichtlijn is het terrein
               van Groningen Airport Eelde een essentieel deel van hun leefgebied in hun huidige
               verspreidingsgebied. Het luchthaventerrein is slechts een zeer kleine oppervlakte
               van het totale aanbod aan leefgebied in Drenthe.
            
Vraag 9
            
Kunt u van alle diersoorten, die van de provincie Drenthe mogen worden afgeschoten,
               per diersoort aangeven hoe hun populatie zich lokaal en nationaal heeft ontwikkeld?
            
Antwoord 9
            
U kunt deze informatie vinden op de site van SOVON, www.sovon.nl of van de zoogdiervereniging, www.zoogdiervereniging.nl.
Vraag 10
            
Hoe wordt door de jagers, voordat er geschoten wordt, het onderscheid gemaakt tussen
               diersoorten waar wel en waar geen ontheffing voor is gegeven?
            
Antwoord 10
            
De ontheffing is verleend aan de vogelwacht van Groningen Airport Eelde. De provincie
               Drenthe heeft te kennen gegeven dat zij de leden van deze vogelwacht voldoende deskundig
               acht om de diersoorten waar de ontheffing voor is afgegeven, te onderscheiden van
               overige diersoorten.
            
Vraag 11
            
Hoe wordt door de jagers, voordat er geschoten wordt, het onderscheid gemaakt tussen
               een verwilderde huiskat en een huiskat met een thuis?
            
Antwoord 11
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 10.
Vraag 12
            
Erkent u dat de ontheffing van de provincie Drenthe verder gaat dan strikt noodzakelijk
               is? Zo nee, waaruit blijkt de strikte noodzakelijkheid van deze ontheffing?
            
Antwoord 12
            
Nee, de mogelijkheid van aanvaringen van diersoorten met vliegtuigen levert een veiligheidsrisico
               op. Een beperking van het aantal diersoorten kan daarom in het belang zijn van de
               veiligheid van het luchtverkeer. De urgentie voor de vliegveiligheid en aan het belang
               van openbare veiligheid bij de ontheffing dient een groot gewicht te worden toegekend,
               omdat aanvaringen kunnen leiden tot dodelijke ongevallen met vliegtuigen.
            
Vraag 13
            
Erkent u dat de effectiviteit van de ontheffing van de provincie Drenthe onvoldoende
               is aangetoond? Zo nee, waaruit blijkt die effectiviteit?
            
Antwoord 13
            
Nee, uit de door Groningen Airport Eelde aan de provincie verstrekte rapportages blijkt
               dat met het gevoerde beheer het aantal vogelaanvaringen onder de normen van de EASA
               (Europian Aviation Safety Agency) blijft.
            
Vraag 14
            
Wat gaat u doen om de provincie Drenthe aan te moedigen om deze ontheffing in te trekken?
Antwoord 14
            
Zoals ik in het antwoord op vraag 5 heb aangegeven, is de provincie ingevolge de Wet
               natuurbescherming het bevoegd gezag om beslissingen te nemen ten aanzien van ontheffingen
               voor het vangen en doden van dieren. Indien belanghebbenden zich niet kunnen verenigen
               met de inhoud van dergelijke beslissingen, staat voor hen de weg naar de rechter open.
               Het is niet aan mij om te treden in de afwegingen en besluiten van de provincies,
               noch om te interveniëren in de rechtsgang.
            
Vraag 15
            
Waarom wordt in de ontheffing van de provincie Drenthe voorgeschreven dat «het vervoer
               van gedode vogels dient zodanig plaats te vinden dat de vogels vanaf de openbare weg
               niet zichtbaar zijn»?8
Antwoord 15
            
De provincie Drenthe heeft mij meegedeeld dat langs het terrein van Groningen Airport
               Eelde een fietspad is gelegen. De provincie acht het niet wenselijk dat langsfietsende
               personen geconfronteerd worden met gedode vogels.
            
Vraag 16
            
Hoe draagt dit voorschrift bij aan de maatschappelijke informatiepositie over het
               doden van dieren rond vliegvelden?
            
Antwoord 16
            
De provincie heeft het als wenselijk geoordeeld om dit voorschrift op te nemen. Een
               ieder die kennis wil nemen van de informatie over de aantallen gedode vogels en dieren
               kan evenwel de cijfers hierover vanuit de rapportages van Groningen Airport Eelde
               ontvangen.
            
Vraag 17
            
Deelt u de mening dat het doden van dieren rond vliegvelden niet zou moeten worden
               verdoezeld voor de samenleving? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 17
            
Het is niet aan mij om te treden in de afwegingen en besluiten die de provincie neemt,
               zie ook mijn antwoord op vraag 5.
            
Vraag 18
            
Wat gaat u doen om de samenleving beter te informeren over het doden van dieren rond
               vliegvelden?
            
Antwoord 18
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 17.
Vraag 19
            
Kunt u per Nederlandse luchthaven een overzicht verschaffen van de actueel geldende
               ontheffingen en vergunningen voor het doden van dieren?
            
Antwoord 19
            
De provincie is het bevoegd gezag voor de afgifte van vergunningen en ontheffingen,
               alsmede voor de naleving daarvan, voor het vangen en doden van dieren op basis van
               de Wet natuurbescherming. Ik heb er vertrouwen in dat de provincie dit op een adequate
               wijze uitvoert. Dit geldt ook voor de vergunningen en ontheffingen die op grond van
               de Wet natuurbescherming voor de Nederlandse luchthavens worden afgegeven. Het Ministerie
               van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, evenals het Ministerie van Infrastructuur
               en Waterstaat, heeft geen overzicht van dergelijke ontheffingen en vergunningen die
               de provincies voor de luchthaven afgeven en hebben ook geen invloed op de inhoud hiervan.
               Het is niet aan mij om te treden in de afwegingen die de provincie daarin neemt. Daarnaast
               is een ontheffingsprocedure met voldoende waarborgen omkleed. Zo kan er bezwaar tegen
               worden gemaakt of beroep worden aangetekend bij de Bestuursrechter. Bij eerdere beantwoording
               van vragen over ontheffingen in het kader van de Wet natuurbescherming voor Rotterdam
               The Hague Airport9 en de Twente Airport10, heb ik erop gewezen dat dergelijke vergunningen en ontheffingen een provinciale
               verantwoordelijkheid zijn.
            
Vraag 20
            
Kunt u hierbij telkens aangeven of de betreffende diersoort op de Rode Lijst van bedreigde
               diersoorten staat?
            
Antwoord 20
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 19.
Vraag 21
            
Kunt u van de afgelopen jaren per Nederlandse luchthaven een overzicht verschaffen
               van alle diersoorten die daar in de omgeving jaarlijks zijn gedood?
            
Antwoord 21
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 19.
Vraag 22
            
Kunt u hierbij telkens aangeven of de betreffende diersoort op de Rode Lijst van bedreigde
               diersoorten staat?
            
Antwoord 22
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 19.
Vraag 23
            
Deelt u de mening dat het ethisch problematisch is dat in het huidige vliegveiligheidsbeleid
               de belangen van dieren structureel worden genegeerd? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 23
            
Nee, deze mening deel ik niet. Gezien het belang dat met de veiligheid van de luchtvaart
               is gemoeid, is het helaas niet te voorkomen dat af en toe moet worden ingegrepen.
               Wel dienen dergelijke ingrepen tot het uiterst noodzakelijke te worden beperkt. Het
               is aan de provincies om daarbij een zorgvuldige afweging te maken.
            
Vraag 24
            
Erkent u dat het afgeven van een ontheffing voor het schieten van tientallen diersoorten
               op gespannen voet staat met de wettelijke plicht zorg in acht te nemen voor alle in
               het wild levende dieren?
            
Antwoord 24
            
Nee, voor het borgen van de vliegveiligheid moeten op luchthavens, conform internationale
               voorschriften, maatregelen worden genomen om het risico op botsingen met dieren te
               voorkomen, indien dit risico zich voordoet. De zorgplicht eist dat negatieve effecten
               zoveel mogelijk moeten worden voorkomen of beperkt. Het nemen van preventieve maatregelen
               en het verjagen van dieren is daar een uitwerking van en moet daar waar mogelijk voorkomen
               dat er dieren moeten worden gedood.
            
Vraag 25
            
Erkent u dat de luchtvaart een toenemend veiligheidsprobleem behelst voor de levens
               van diverse diersoorten? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 25
            
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 24.
Vraag 26
            
Erkent u dat een stevige krimp van de luchtvaart een positief effect zal hebben voor
               de veiligheid van dieren rond vliegvelden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 26
            
Met een toename van het vliegverkeer kan het aantal aanvaringen met vogels en andere
               dieren toenemen. Onafhankelijk van de hoeveelheid verkeer moeten luchthavens voor
               het borgen van de vliegveiligheid, conform internationale voorschriften, maatregelen
               nemen om het risico op botsingen met dieren te voorkomen, indien dit risico zich voordoet.
            
Vraag 27
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 27
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.