Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Justitie wil coronahoesters verplicht laten testen of ze willen of niet'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Justitie wil coronahoesters verplicht laten testen of ze willen of niet» (ingezonden 31 maart 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 1 mei 2020)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2546.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Justitie wil coronahoesters verplicht laten testen
of ze willen of niet»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat de officier van justitie een verdachte normaliter kan verplichten tot
het afstaan van celmateriaal indien er een aanwijzing is dat besmetting van het slachtoffer
heeft plaatsgevonden (artikel 151e Wetboek van Strafvordering)? Klopt het dat bij
algemene maatregel van bestuur (het Besluit bloedtest in strafzaken) is bepaald dat
dit mogelijk is bij de ziektes HIV, hepatitis B en C? Is dit bij andere ernstige infectieziektes
mogelijk? Klopt het dat het momenteel niet mogelijk is een verdachte aan een verplichte
coronatest te onderwerpen? Maakt het in dit verband iets uit dat er (vooralsnog) geen
medicijn of vaccinatie beschikbaar is in de strijd tegen het coronavirus/covid-19?
Antwoord 2
Het klopt dat een verdachte op grond van artikel 151e, tweede lid, (of artikel 177b,
vierde lid) van het Wetboek van Strafvordering kan worden gedwongen om celmateriaal
af te staan om vast te stellen of hij drager is van een ernstige besmettelijke ziekte.
Hiervoor geldt dat er sprake moet zijn van een misdrijf waarbij uit aanwijzingen blijkt
dat besmetting van een slachtoffer kan hebben plaatsgevonden. De ernstige besmettelijke
ziekten waarbij het hierom kan gaan, zijn opgenomen in het Besluit bloedtest in strafzaken
in geval van een ernstige besmettelijke ziekte. Het betreft: human immunodeficiency
virus (HIV), hepatitis B en hepatitis C. Doordat Covid-19 niet in het besluit is opgenomen,
is het op dit moment niet mogelijk om een verdachte aan een verplichte test te onderwerpen.
Het feit dat er nog geen medicijn of vaccinatie beschikbaar is voor het virus staat
hier los van.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het veel efficiënter zou zijn als de limitieve opsomming uit
artikel 2 van het Besluit bloedtest in strafzaken, gelinkt zou zijn aan bijvoorbeeld
de lijst van ziektes uit groep a van de Wet publieke gezondheid? Waarom kiest de regering
ervoor om de infectieziektes waarbij een verdachte verplicht kan worden om celmateriaal
af te staan limitief op te sommen in het Besluit bloedtest in strafzaken?
Antwoord 3
Bij het opstellen van het Besluit bloedtest in strafzaken in geval van een ernstige
besmettelijke ziekte is met verschillende partijen, waaronder de gemeentelijke gezondheidsdiensten
(GGD), het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het Nederlands Forensisch Instituut
(NFI) zorgvuldig gekeken welke ziekten in aanmerking zouden moeten komen voor opname
in het besluit. De reden dat HIV, hepatitis B en hepatitis C zijn aangewezen en niet
ook andere besmettelijke ziekten is dat dit ten tijde van de inwerkingtreding van
dit besluit de enige infectieziekten waren die de verdachte op het slachtoffer kan
overdragen door tijdens het plegen van een misdrijf een inbreuk te maken op de lichamelijke
integriteit van het slachtoffer, alsmede die blijvend zwaar lichamelijk letsel ten
gevolge kunnen hebben en levensbedreigend kunnen zijn. Daarbij is aangegeven dat,
mocht daartoe aanleiding zijn, andere infectieziekten op vrij eenvoudige wijze kunnen
worden toegevoegd aan dit besluit, zoals nu het geval is met Covid-19. Over het ontwerpbesluit
waarin de aanwijzing van die ziekte plaatsvindt, is op 10 april jl. een spoedadvies
aan de Afdeling advisering van de Raad van State gevraagd. De Afdeling advisering
van de Raad van State heeft een positief advies uitgebracht en de wijziging is op
24 april jl. in werking getreden.
Vraag 4
Vindt u dat een coronahoester of -spuger (een verdachte die een slachtoffer bespuwd
of in het gezicht hoest en daarbij kenbaar maakt dat hij of zij corona/covid-19 heeft)
verplicht onderworpen zou moeten kunnen worden aan een coronatest zodat het slachtoffer
en de directe familie daarvan snel weten waar ze aan toe zijn?
Antwoord 4
Ja, ik ben van mening dat verdachten die een slachtoffer in het gezicht spugen of
hoesten en die met het virus Covid-19 besmet kunnen zijn, verplicht moeten kunnen
worden om celmateriaal af te staan om vast te stellen of zij drager zijn van deze
ernstige ziekte. Daarom wordt de relevante wet- en regelgeving, waaronder het Besluit
bloedtest in strafzaken in geval van een ernstige besmettelijke ziekte, hierop aangepast.
Nu kan niet met zekerheid worden gezegd of een zogeheten coronahoester of -spuger
ook daadwerkelijk met het virus is besmet en, dus, of de betrokken politieambtenaar
of medewerker en de omgeving waarin zij of hij verkeert, een reëel gezondheidsrisico
lopen. Daarnaast kan de verdachte, indien Covid-19 wordt opgenomen in het besluit,
voor een zwaarder misdrijf worden vervolgd. Uit de recente jurisprudentie blijkt dat
coronahoesters en -spugers voor bedreiging, mishandeling of belediging worden vervolgd
en bestraft. Indien kan worden vastgesteld dat de verdachte daadwerkelijk is besmet
met Covid-19, komen ernstigere misdrijven in beeld, zoals (poging tot) zware mishandeling.
Vraag 5
Is het mogelijk het Besluit bloedtesten in strafzaken zodanig aan te passen dat een
verdachte verplicht kan worden celmateriaal af te staan om een test op corona mogelijk
te maken?
Antwoord 5
Ja, dit is mogelijk. Ik verwijs hiervoor naar de antwoorden op de vragen 3 en 4.
Vraag 6
Bent u bereid het Besluit bloedtest in strafzaken zodanig aan te passen dat het op
korte termijn mogelijk wordt een coronahoester of -spuger verplicht te onderwerpen
aan een coronatest?
Antwoord 6
Ja, ik ben hiertoe bereid. Ik verwijs hiervoor verder naar de antwoorden op de vragen
3 en 4.
Vraag 7
Voor welk strafbaar feit moet een coronahoester of -spuger volgens u vervolgd worden
indien er wordt vastgesteld dat de verdachte inderdaad besmet is met het coronavirus/covid-19?
Antwoord 7
Dit hangt af van de omstandigheden van het geval en is aan de officier van justitie
en uiteindelijk de rechter om te bepalen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.