Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over de gevolgen van de coronacrisis voor het urencriterium, de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Financiën over de gevolgen van de coronacrisis voor het urencriterium, de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek (ingezonden 6 april 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 24 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat de coronacrisis voor zelfstandigen zonder personeel
(zzp’ers) een belemmering kan vormen om het urencriterium te halen en daarmee gevolgen
kan hebben voor het recht op zelfstandigenaftrek en startersaftrek?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Is het mogelijk om het urencriterium voor 2020 aan te passen, bijvoorbeeld door de
uren over de maanden waarin het noodpakket in werking is, niet mee te tellen?
Deelt u dat het goed is om in deze uitzonderlijke tijd ruimhartig om te gaan met het
urencriterium?
Antwoord 2, 3
Ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting kunnen onder voorwaarden
aanspraak maken op verschillende ondernemersfaciliteiten. Op sommige van deze ondernemersfaciliteiten
zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve kan enkel aanspraak
worden gemaakt als aan het zogenoemde urencriterium wordt voldaan. Op basis van de
hoofdregel wordt aan dit urencriterium voldaan wanneer de ondernemer ten minste 1.225
uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor zijn onderneming. Hierbij wordt
alle tijd in aanmerking genomen die hij met het oog op de zakelijke belangen van zijn
onderneming verricht. Het urencriterium waarborgt dat bepaalde ondernemersfaciliteiten
uitsluitend toegekend worden aan ondernemers die een substantieel deel van hun werktijd
aan hun onderneming(en) besteden. Een besluit tot versoepeling van het urencriterium
mag dan ook enkel weloverwogen worden gemaakt. Als gevolg van de coronacrisis en de
daarmee samenhangende maatregelen die door het kabinet zijn genomen is het mogelijk
dat een ondernemer zijn werkzaamheden gedurende een bepaalde periode niet of in beperkte
mate kan uitoefenen, zeker naarmate deze maatregelen langer van kracht zijn. Dit kan
ertoe leiden dat hij over het jaar 2020 niet aan het urencriterium voldoet, waardoor
de ondernemer het recht op bepaalde ondernemersfaciliteiten verliest. Ook het lid
Stoffer (SGP) heeft in het wetgevingsoverleg van de commissie voor Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 14 april 2020 vragen gesteld om de mogelijkheden te bekijken ten
aanzien van het urencriterium in verband met de doorwerking naar de fiscale faciliteiten.
Het feit dat ondernemers puur als gevolg van het coronavirus bepaalde ondernemersfaciliteiten
verliezen, acht ik onwenselijk en onrechtvaardig. Daarom heb ik in mijn brief van
24 april 2020 met aanvullende fiscale maatregelen in verband met het coronavirus een
versoepeling van het urencriterium aangekondigd.
Vraag 4
Herinnert u zich uw besluit om naar aanleiding van crisisjaren 2009 en 2010 bij twijfel
soepelheid te betrachten over de aannemelijkheid van het behalen van het urencriterium?1
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Bent u bereid om ook nu soepel om te gaan als er twijfel mogelijk is over de aannemelijkheid
van de uren besteed aan werkzaamheden die worden uitgevoerd met oog op de zakelijke
belangen van de onderneming, die niet direct te koppelen zijn aan een opdracht?
Antwoord 5
Het beleidsbesluit dat mijn ambtsvoorganger heeft genomen ten tijde van de kredietcrisis
zou ook een maatregel kunnen zijn om nu met enige soepelheid om te gaan met het urencriterium.
Echter, deze versoepeling zal het doel – zorgen dat ondernemers die normaliter aan
het urencriterium voldoen, ook in 2020, ondanks de coronamaatregelen, aan het urencriterium
kunnen voldoen – naar mijn mening niet volledig bereiken. De coronamaatregelen kunnen
er namelijk toe leiden dat een ondernemer ook geen of minder indirecte uren maakt.
Daarom heb ik in mijn brief van 24 april 2020 met aanvullende fiscale maatregelen
in verband met het coronavirus gekozen voor een meer ruimhartige versoepeling van
het urencriterium. Bij deze versoepeling is het onderscheid tussen directe en indirecte
uren niet relevant.
Vraag 6
Welke andere mogelijkheden heeft het kabinet om soepelheid te betrachten?
Antwoord 6
Er zijn verschillende mogelijkheden onderzocht om soepelheid te betrachten bij de
toets of een ondernemer aan het urencriterium over het jaar 2020 voldoet. Het kabinet
heeft echter de voorkeur gegeven aan een variant waarbij een ondernemer in de periode
van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 geacht wordt ten minste 24 uren per week aan
zijn onderneming te hebben besteed, ook als hij die uren niet daadwerkelijk heeft
besteed. Deze mogelijkheid levert voor een ondernemer namelijk weinig administratieve
lasten op in vergelijking met andere varianten en is tevens goed uitvoerbaar voor
de Belastingdienst.
Vraag 7, 8, 9
Is het mogelijk het urencriterium aan te passen bij de vooraangifte voor 2020? Zo
niet, is het dan wel mogelijk om in de toelichting bij de vooraangifte aan te geven
dat besloten is om ruimhartig om te gaan met het urencriterium?
Bent u voornemens om van deze mogelijkheden gebruik te maken?
Wat adviseert u zelfstandigen die gebruik maken van de mogelijkheid om opnieuw vooraangifte
te doen voor 2020 om in te vullen bij de vraag over het urencriterium?
Antwoord 7, 8, 9
De vraag over het urencriterium kan in de vooraangifte 2020, i.e. het verzoek om een
voorlopige aangifte, worden aangepast. Ik hecht er wel veel waarde aan dat de fiscale
maatregelen die worden genomen bekend worden bij alle ondernemers, bijvoorbeeld door
het inzetten van diverse communicatiemiddelen. Ik denk hierbij aan de reguliere communicatiekanalen,
zoals de website van de Belastingdienst en sociale media voor Belastingdienst Zakelijk.
Aan het begin van het kalenderjaar wordt een voorlopige aanslag opgelegd op basis
van de winst van voorgaande jaren. Daarbij is rekening gehouden met toepassing van
de ondernemersfaciliteiten. Wanneer de ondernemer een (nadere) voorlopige aanslag
over het jaar 2020 aanvraagt, bijvoorbeeld omdat een deel van de omzet is weggevallen
en een eerdere voorlopige aanslag daarom te hoog is, kan de ondernemer zijn winst
schatten met in begrip van de ondernemersfaciliteiten. Bij de vraag of wordt voldaan
aan het urencriterium kan de ondernemer rekening houden met de versoepeling van het
urencriterium.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor 14 april 2020?
Antwoord 10
Beantwoording van deze vragen voor 14 april 2020 heeft niet plaatsgevonden. Dit houdt
verband met lopende onderzoeken naar fiscale maatregelen en mogelijke versoepelingen
daarin als gevolg van de coronacrisis. Daarvan maakte ook de mogelijkheid tot versoepeling
van het urencriterium onderdeel uit. Inmiddels heeft het kabinet besloten tot een
versoepeling van het urencriterium. De resultaten van dat besluit zijn in deze antwoorden
verwerkt, waardoor de antwoorden op dit latere moment aangeboden worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.