Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Lodders over het bericht ‘Boeren in Bladel krijgen massaal drugsbrieven: ‘Mijn cliënt zoekt ruimte voor hennepplanten”
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Lodders (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Boeren in Bladel krijgen massaal drugsbrieven: «Mijn cliënt zoekt ruimte voor hennepplanten»» (ingezonden 14 februari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 23 april 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1968.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Boeren in Bladel krijgen massaal drugsbrieven: «Mijn
cliënt zoekt ruimte voor hennepplanten»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat gemeente en politie nagemaakte drugsbrieven hebben
rondgestuurd naar honderden mensen in het buitengebied van Bladel? Zo ja, kunt u aangeven
of dit onderdeel uitmaakt van een bredere voorlichtingscampagne en -aanpak en kunt
u aangeven hoe deze eruit ziet?
Antwoord 2
Ja. De gemeente Bladel heeft alle inwoners uit het buitengebied voor een speciale
informatieavond met het thema «NEE tegen drugscriminaliteit» uitgenodigd. De uitnodiging
lijkt in eerste instantie op een aanbod om voor lucratieve bedragen ruimtes beschikbaar
te stellen voor illegale hennepproductie, maar als de uitnodiging wordt opengeklapt
blijkt dat het een brief van de gemeente Bladel is om inwoners uit te nodigen voor
een informatieavond en hen alert te maken voor drugscriminaliteit. Juist doordat de
informatie in de brief levensecht overkomt wordt beoogd het besef bij te brengen dat
in de praktijk daadwerkelijk inwoners op deze wijze met geldbedragen worden benaderd
ruimtes beschikbaar te stellen voor activiteiten als een hennepkwekerij.
De gemeente Bladel organiseerde deze informatieavond in samenwerking met onder andere
de politie en de Taskforce – RIEC van Brabant Zeeland om burgers te informeren over
de risico’s en problemen die gepaard gaan met de drugscriminaliteit. De campagne van
gemeente Bladel betreft een lokale voorlichtingscampagne en aanpak, maar mij is bekend
dat in meerdere gemeenten in zowel Brabant als Limburg dergelijke informatieavonden
worden georganiseerd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat elders in het land echte drugsbrieven
van criminelen zouden rondcirculeren waarin zij met lucratieve bedragen inwoners proberen
om te kopen? Zo ja, wat wordt momenteel ondernomen tegen dergelijke praktijken?
Antwoord 3
Ja. Ik deel de mening dat het onwenselijk is dat burgers benaderd worden door criminelen
om met hen in zee te gaan.
Er zijn diverse initiatieven om dit soort praktijken tegen te gaan. Zo organiseren
de tien regionale Platforms Veilig Ondernemen (PVO’s) en het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid (CCV) bewustwordingsavonden over ondermijning en georganiseerde criminaliteit.
De informatieavonden zijn onderdeel van een proces «Veilig Buitengebied», waarin duidelijk
en zichtbaar wordt hoeveel en wat voor soort criminele activiteiten zich in het buitengebied
afspelen. Bij deze aanpak zijn zowel publieke partijen als politie, gemeente, brandweer,
omgevingsdiensten en natuurbeschermingsorganisaties als private partijen zoals ondernemersverenigingen
betrokken. Doelstelling van «Veilig Buitengebied» is criminele activiteiten preventief
te verstoren en te frustreren. Tijdens de bijeenkomsten «Ondernemers Alert» en «Buitengebied
Alert» worden deelnemers bewust gemaakt van deze en andere manieren waarop criminelen
burgers proberen te verleiden om de georganiseerde criminaliteit te faciliteren. Op
de bijeenkomsten worden handvatten aangereikt om te voorkomen dat burgers ingaan op
het aanbod van criminelen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van foldermateriaal en tips
van deskundigen in netwerkgesprekken. Het Ministerie van JenV ondersteunt deze initiatieven.
Daarnaast besteedt de politie middels campagnes aandacht aan het melden van verdachte
situaties via verschillende kanalen, zoals de wijkagent of via Meld Misdaad Anoniem.
Elke melding of aangifte op het vlak van ondermijning, waaronder ook dergelijke drugsbrieven
van criminelen, wordt door de politie serieus genomen en bij voldoende indicatie vindt
opvolging plaats door de keten.
Vraag 4 en 5
Is bij u bekend waar precies in Nederland soortgelijke brieven van criminelen rondcirculeren?
Zo ja, bent u bereid om met deze regio’s in overleg te treden om verdere maatregelen
te treffen en de Kamer hier spoedig over te informeren? Zo nee, bent u bereid hier
op korte termijn onderzoek naar te doen?
Kunt u aangeven in welke andere provincies dit soort praktijken plaatsvinden? Kunt
u een overzicht geven per provincie?
Antwoord 4 en 5
Een duidelijk en helder beeld over de precieze omvang ontbreekt, maar aangenomen kan
worden dat dit soort praktijken in het hele land voorkomen. PVO’s komen overal in
het buitengebied soortgelijke brieven van criminelen tegen.
Zoals omschreven in de contourennota «breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende
criminaliteit» is een belangrijke plek ingeruimd voor preventie en zijn hiervoor ook
middelen beschikbaar gesteld binnen de 110 miljoen die per najaarsnota beschikbaar
is gesteld. Via de PVO’s gaan we het «Keurmerk Veilig Ondernemen» inzetten in 30 winkelgebieden,
bedrijventerreinen en in de buitengebieden waar de ondermijnende problematiek zich
het meest manifesteert. Daarnaast wordt er capaciteit vrijgemaakt voor een pilot gericht
op het versterken van de samenwerking tussen de PVO‘s en de RIEC‘s. Zodra er resultaten
bekend zijn zal ik uw Kamer hier nader over informeren in een brief over de voortgang
van het «breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit».
Vraag 6 en 7
Is bij u bekend of ook in andere risicogemeenten informatieavonden aangekondigd zijn
die binnenkort plaatsvinden, zoals in de nagemaakte brief van de gemeente Bladel en
de politie? Zo ja, bent u bereid om naderhand in overleg te treden met de desbetreffende
gemeenten om deze avonden te evalueren en bij succes uit te rollen naar andere risicogebieden?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om verder, al dan niet in samenwerking met risicogemeenten, maatregelen
te nemen om mensen die risico lopen, beter voor te lichten en daar waar nodig te beschermen?
Zo ja, zou u hierover de Kamer willen informeren bij het eerstvolgende algemeen overleg
over georganiseerde criminaliteit?
Antwoord 6 en 7
Zoals omschreven bij de antwoorden op de vragen 3, 4 en 5 wordt er veel ondernomen
om burgers en agrariërs/ondernemers te informeren over de risico’s met betrekking
tot drugscriminaliteit, zowel op nationaal, regionaal en lokaal niveau.
Het CCV en de PVO’s evalueren de door hen georganiseerde initiatieven. Voorts delen
gemeenten best practices. Ik juich dat toe. Om dat te stimuleren organiseer ik ook
jaarlijks samen met het Landelijk Informatie en Expertise Centrum een mini symposium
drugscriminaliteit. Het symposium is «van professionals, voor professionals» voor
iedereen die werkzaam is bij de (semi-)overheid. Als er aanleiding toe is ben ik van
zelfsprekend bereid om uw Kamer te informeren.
Vraag 8
Kunt u aangeven of er op dit moment meldpunten zijn voor boeren waar zij zich toe
kunnen wenden?
Antwoord 8
Iedereen in Nederland die benaderd wordt voor dergelijke praktijken kan zich wenden
tot de gemeente en politie, bijvoorbeeld bij de wijkagent. Ook kan een melding worden
gedaan bij Meld Misdaad Anoniem.
Vraag 9
Bent u op de hoogte dat er door beleidsuitvoering en beleidsvoornemens zoals het verbod
op pelsdierhouderij en warme sanering varkenshouderij steeds meer bedrijfsgebouwen
leeg komen te staan? Wat vindt u ervan dat ondernemers aanlopen tegen regelgeving
waardoor er geen andere functie kan worden toegekend aan deze leegstaande gebouwen?
Antwoord 9
Het beeld dat steeds meer bedrijfsgebouwen leeg komen te staan door beleidsuitvoering
en beleidsvoornemens herken ik niet. De Subsidieregeling sanering varkenshouderijen
(Srv) is op 15 januari 2020 gesloten, de subsidie zal door RVO rondom 15 april a.s.
worden beschikt. Subsidie wordt verstrekt voor het ingeleverde varkensrecht (marktconform)
en voor het waardeverlies van de stallen (forfaitair op basis van leeftijd en omvang)
om op deze wijze te garanderen dat de varkenshouderijlocatie definitief en onherroepelijk
wordt beëindigd, zoals staatssteunkaders vereisen. Daarbij hoort de opgelegde sloopverplichting
van alle gebouwen die voor het houden van varkens in gebruik zijn (geweest). Pas maximaal
acht maanden nà beschikking zijn de stallen leeg en de mest afgevoerd en 14 maanden
nà beschikking moeten de stallen zijn gesloopt. Volgend op beide termijnen is in alle
gevallen controle en toezicht voorzien, uitgevoerd door de NVWA en de omgevingsdiensten.
Een van de onderdelen van het flankerend beleid van de Wet verbod pelsdierhouderij
is een subsidieregeling gericht op de sloop en/of ombouw van pelsdierhouderijen. De
subsidie beoogt vanuit landschappelijk oogpunt dat ongebruikte of verouderde opstallen
verdwijnen in het geval er geen zicht of mogelijkheid is op hergebruik van die opstallen.
Daarnaast is het vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijk dat percelen waarop de pelsdierhouderijen
gevestigd waren, een nuttige bestemming krijgen. Ten derde wordt door deze regeling,
vanuit economisch perspectief, bijgedragen aan de wens dat de voormalige nertsenhouder
een snelle doorstart kan maken in de uitoefening van nieuwe bedrijfsactiviteiten.
Tot slot stimuleert de regeling het verwijderen van asbest uit de te slopen en om
te bouwen pelsdierhouderijen.
Voor de pelsdierhouderij geldt dat de gebouwen wel nog, door ombouw, ingezet kunnen
worden voor een andere functie.
Vraag 10
Bent u bereid om met lokale en provinciale overheden in gesprek te gaan over leegstaande
bedrijfsgebouwen en een alternatieve bestemming? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt
u de Kamer voor de zomer informeren over de uitkomst van deze gesprekken?
Antwoord 10
In algemene zin is voorkomen van leegstaande vrijkomende bedrijfsgebouwen doorgaans
een zaak van maatwerk. Het rijk speelt daar niet altijd een rol bij. Waar het rijk
wel een rol speelt is er overleg, bijvoorbeeld via trajecten als het InterBestuurlijk
Programma, de RegioDeals, en de omgevingsagenda’s. Het vraagstuk rond de vrijkomende
agrarisch bebouwing (VAB) is dan indien nodig onderwerp van gesprek.
Voor de in antwoord 9 genoemde regelingen in het bijzonder geldt dat het verplicht
slopen van de stallen onderdeel van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen
(Srv) is en bij het flankerend beleid van de Wet verbod pelsdierhouderij slopen dan
wel ombouwen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.