Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS3 Beleid3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties in 20204 Beleidsartikelen4.1 Beleidsartikel 1: Versterkte internationale rechtsordeBudgettaire gevolgen van beleidToelichting4.2 Beleidsartikel 2: Veiligheid en stabiliteitBudgettaire gevolgen van beleidToelichting4.3 Beleidsartikel 3: Effectieve Europese samenwerkingBudgettaire gevolgen van beleidToelichting4.4 Beleidsartikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waardenBudgetaire gevolgen van beleidToelichting5 Niet-beleidsartikelen5.1 Niet-beleidsartikel 5: Geheim5.2 Niet-beleidsartikel 6: Nog onverdeeldBudgettaire gevolgen van beleidToelichting5.3 Niet-beleidsartikel 7: ApparaatBudgetaire gevolgen van beleidToelichting
35 450 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Ontvangen 29 april 2020
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2019‒2020
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
De Minister van Buitenlandse Zaken,S.A. Blok
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2020 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Het betreft zowel uitgaven welke bovenop het bestaande budget voor Buitenlandse Zaken zijn opgenomen maar ook binnen de bestaande kaders opgevangen. De mutatie voor bijzondere bijstand buitenland is per incidentele suppletoire begroting aan beide de Kamers gemeld.
Tabel 1 Extracomptabel overzicht Coronamaatregelen (bedrag x EUR 1 000)
Artikel
Naam maatregel
kamerstuk
bedrag verplichtingen
Bedrag uitgaven
4
Bijzondere bijstand buitenland
32734-42
6.600
6.600
4
Programma Ondersteuning Beleid
nvt
5.000
5.000
Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
Tabel 2 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
In onderdeel 6 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2020. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de omvang van de HGIS voor 2020 toe met EUR 137,9 miljoen.
Omvang van de HGIS (bedragen x EUR 1 miljoen)
MJN 2020
VJN 2020
Mutatie
HGIS-uitgaven
5.918,3
6.078,2
159,9
HGIS-ontvangsten
164,2
186,2
22,0
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)
5.754,1
5.892,0
137,91
X Noot
1
De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macrocijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2019. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de ODA met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met de economische effecten als gevolg van de COVID-19 pandemie. Deze worden pas in de loop van het jaar in de macrocijfers verwerkt. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2020 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.
HGIS-uitgaven (bedragen x EUR 1 miljoen)
Totaal
Stand HGIS-nota 2020
5.918,3
1 Aanpassing BNI/BBP-raming
30,1
2 Eindejaarsmarge
123,7
3 Overboekingen van/naar HGIS
4 Kasschuif
‒ 8,4
0
5 Desalderingen
14,4
Stand Voorjaarsnota 2020
6.078,2
HGIS-ontvangsten (bedragen x EUR 1 miljoen)
Totaal
Stand HGIS-nota 2020
164,2
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2020
22,0
Stand Voorjaarsnota 2020
186,2
Toelichting uitgavenmutaties:
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 159,9 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2020 is gepresenteerd. Dit kent de navolgende oorzaken:
1) Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 30 miljoen. Deze betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan. In de eerste suppletoire begroting van BHOS wordt hierop verder ingegaan.
2) De eindejaarsmarge, die over 2019 is aangevraagd, is in 2020 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over met name de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
3) Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een daling van ruim EUR 8 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS voor de veiligheid van hoog-risico posten, de overheveling naar Defensie voor de inzet van de BSB op hoog-risico posten en de bijdrage die Defensie doet in het kader van gastlandbeleid voor de NATO Communications and Information Agency (NCIA)
4) Geen toelichting
5) De extra ontvangsten, die met name komen uit de verkoop van onroerend goed en verhoging van de consulaire ontvangsten, worden via een desaldering ingezet om de HGIS uitgaven te verhogen. Het betreft met name uitgaven voor investeringen in huisvesting in het buitenland en het verbeteren van de kostendekkendheid voor de afgifte van visa.
Daarnaast zijn er binnen het bestaande HGIS-budget extra middelen ingezet voor een aantal uitvoeringsknelpunten met name op het terrein van het gastlandbeleid (de NCIA, GNSS Bonaire en het Libanon Tribunaal), een bijdrage ten behoeve van de organisatie van een conferentie in Nederland (Climate Adaptation Summit) en de extra investeringen die nodig zijn voor de veiligheid van hoog-risicoposten.
Toelichting ontvangstenmutaties:
De ontvangsten stijgen met EUR 22 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een bijstelling van de geraamde ontvangsten voor apparaatsontvangsten en consulaire dienstverlening op de begroting van Buitenlandse Zaken. De ontvangsten binnen het apparaatsartikel stijgen vanwege de verkoop van onroerend goed. Deze middelen worden alternatief binnen de BZ-begroting op het terrein van vastgoed ingezet. Daarnaast zijn de hogere consulaire ontvangsten het gevolg van een tariefstijging van visa ter verhoging van de kostendekkendheid in het visumafgifteproces., maar nemen aan de andere kant ook af vanwege de internationale reisbeperkingen die het gevolg zijn van de COVID-19 pandemie.
3 Beleid
3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties in 2020
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 212,2 miljoen en stijging van de ontvangsten met EUR 19,9 miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.
Uitgaven
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1 .000)
Artikelnummer
Uitgaven 2020
Vastgestelde begroting 2020
10.358.509
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde
2.4
‒ 7.465
2) Afdrachten aan de Europese Unie
3.1
122.682
3) Europees Ontwikkelingsfonds
3.2
‒ 9.553
4) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
4.1
7.435
5) Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
4.2
8.457
6) Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
4.4
6.173
6) Apparaat; personeel
7.1.1
20.333
7) Apparaat; materieel
7.1.2
57.069
8) Overige mutaties
div
7.067
Stand 1ste suppletoire begroting 2020
10.570.707
Toelichting uitgaven
1) Het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband daalt als gevolg van de overheveling van een deel van het budget voor de inzet hoog-risicoposten naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van een aantal hoog-risico posten.
2) Voor de afdrachten aan de Europese Unie heeft een correctie in de afrekening van het surplus plaatsgevonden. Bij ontwerpbegroting 2020 was de verwachting dat het surplus voor de Europese begroting over 2018 in de Nederlandse afdrachten voor 2020 zou meelopen. Het surplus is echter reeds in 2019 ontvangen en bij Najaarsnota 2019 verwerkt. Voor 2020 vindt nu de correctie plaats. Daarnaast wordt de vertragingsrente verwerkt die hoort bij de hoofdsom die reeds in 2019 aan de Europese Commissie is betaald.
3) De raming voor het Europees Ontwikkelingsfonds wordt verlaagd.
4) Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. De belangrijkste reden hiervoor is dat de in 2019 niet bestede middelen voor het loket buitenland en uitgaven voor consulaire ICT-systemen in 2020 worden opgenomen. Ook wordt er extra budget opgenomen voor consulaire ICT systemen.
5) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen vanaf 1 februari 2020. Dit betekent dat de totale visumopbrengsten vanaf 2020 toenemen. Hiermee worden de extra kosten voor informatiseringsystemen gefinancierd.
6) Het budget voor het uitdragen van Nederlandse waarden en belangen neemt in 2020 toe door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2019 en een intensivering op het terrein van programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB) voor Corona gerelateerde uitgaven.
7) De uitgaven voor personeel nemen meerjarige toe. Deze mutatie bestaat uit een aantal onderdelen en wordt onder meer veroorzaakt door de budgettaire verwerking van twee ingediende amendementen en als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling, zowel voor het personeel in Nederland als op de posten. Ook wordt vanuit de extra consulaire opbrengsten aanvullend personeel ingezet om de autonome groei van de visumafgifte te financieren en wordt de kostendekkendheid van het visumproces verbeterd. Ten slotte worden extra uitgaven verricht voor andere ministeries, waarvan de medewerkers op ambassades werkzaam zijn.
8) De materiële uitgaven stijgen als gevolg van de investeringen in vastgoed die in 2020 verricht zullen worden. Om daarnaast het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het vanwege verhoogde veiligheidsrisico’s noodzakelijk om op korte termijn de beveiliging van een aantal hoog-risico posten te versterken. Ten slotte stijgt het budget als gevolg van prijsontwikkelingen op het terrein van bedrijfsvoering, ICT en huisvesting. Deze middelen worden vanuit de reservering binnen de HGIS ingezet.
Ontvangsten
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020 (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1 .000)
Artikelnummer
Ontvangsten t
Vastgestelde begroting t
787.390
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
4.20
9.375
2) Diverse ontvangsten apparaat
7.10
12.800
3) Overige mutaties
‒ 2.300
Stand 1ste suppletoire begroting t
807.265
Toelichting ontvangsten
1) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen van EUR 60,- naar EUR 80,- vanaf 1 februari 2020. Dit leidt tot hogere ramingen van de totale consulaire opbrengsten. Hier staat tegenover dat als gevolg van de COVID-19 pandemie en de wereldwijde reisrestricties het daarom de verwachting is dat dit jaar het aantal af te geven visa zal dalen. Vooralsnog wordt daarom de oorspronkelijke verwachte stijging verlaagd met EUR 15 miljoen waardoor per saldo voor 2020 de visuminkomsten geraamd worden op EUR 9,4 miljoen.
2) Vanwege de hogere doorbelasting van kosten aan andere departementen nemen de apparaatsontvangsten toe. Daarnaast is er ook verkoop van vastgoed in het buitenland voorzien. Een deel van deze extra ontvangsten kunnen in hetzelfde jaar opnieuw worden ingezet om investeringen te doen binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.
4 Beleidsartikelen
4.1 Beleidsartikel 1: Versterkte internationale rechtsorde
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
111 696
0
111 696
810
112 506
2 927
38
938
138
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
125 788
0
125 788
1 153
126 941
4 343
770
870
96
waarvan juridisch verplicht
63%
80%
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
48 879
48 879
189
49 068
166
‒ 84
‒ 84
‒ 84
Subsidies
Internationaal Strafhof
3 535
3 535
250
3 785
250
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties
34 525
34 525
23
34 548
OESO
7 219
7 219
‒ 84
7 135
‒ 84
‒ 84
‒ 84
‒ 84
Internationaal Strafhof
3 600
3 600
0
3 600
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
63 502
0
63 502
‒ 100
63 402
‒ 100
‒ 100
0
0
Subsidies
Mensenrechtenfonds
25 646
0
25 646
‒ 3 001
22 645
507
957
857
857
bijdragen (inter) nationale organisaties
Mensenrechtenfonds
30 106
30 106
0
30 106
Mensenrechten multilateraal
7 750
7 750
2 901
10 651
‒ 607
‒ 1 057
‒ 857
‒ 857
1.3
Gastlandbeleid internationale organisaties
13 407
0
13 407
1 064
14 471
4 277
954
954
180
Subsidies
Carnegiestichting
4 400
4 400
0
4 400
Bijdragen aan agentschappen
Vredespaleis
5 500
5 500
1 000
6 500
3 279
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Internationaal Strafhof
1 038
1 038
23
1 061
23
24
24
25
Speciaal Tribunaal Libanon
1 919
1 919
41
1 960
775
930
930
155
Nederland Gastland
550
550
0
550
200
Toelichting
Verplichtingen
Geen toelichting
Uitgaven
Artikel 1.1
Geen toelichting
Artikel 1.2
Geen toelichting
Artikel 1.3
Het budget voor gastlandbeleid internationale organisaties neemt in 2020 en 2021 toe vanwege de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2019 voor de renovatie van het Vredespaleis. Daarnaast wordt vanaf 2021 extra budget ingezet vanuit de HGIS voor het Speciaal Tribunaal Libanon. De werkzaamheden van het Speciaal Tribunaal Libanon zijn nog niet afgerond. Later dit jaar zal in VN-verband over de toekomst van het tribunaal besloten worden. Eerst na deze besluitvorming zal duidelijk worden of en hoeveel door Nederland bijgedragen zal worden. Om als gastland te kunnen inspelen op een VN-besluit dient echter thans een reservering gemaakt te worden in opvolging van de Nederlandse huurbijdrage tot nu toe.
4.2 Beleidsartikel 2: Veiligheid en stabiliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (eerste suppletoire begroting)(bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
270 933
‒ 3 500
267 433
7 998
275 431
‒ 1 780
‒ 1 550
‒ 1 500
‒ 1 500
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
283 826
‒ 3 500
280 326
‒ 8 989
271 337
‒ 1 705
‒ 2 720
‒ 3 638
‒ 3 639
waarvan juridisch verplicht
85%
87%
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
12 545
12 545
941
13 486
‒ 24
6
56
56
Subsidies
Atlantische Commissie
500
500
56
556
56
56
56
56
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO
7 200
7 200
840
8 040
‒ 80
‒ 50
WEU
565
565
45
610
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
2 700
2 700
0
2 700
Veiligheidsfonds
1 580
1 580
0
1 580
2.2
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
13 751
‒ 500
13 251
954
14 205
‒ 500
‒ 500
‒ 500
‒ 500
Subsidies
Anti-terrorisme instituut
451
451
34
485
Contra-terrorisme
7 920
‒ 500
7 420
1 250
8 670
‒ 500
‒ 500
‒ 500
‒ 500
Cyber security
2 800
2 800
‒ 330
2 470
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise
0
0
0
0
0
0
0
0
Contra-terrorisme
500
500
0
500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme
880
880
0
880
Cyber security
1 200
1 200
0
1 200
2.3
Wapenbeheersing
10 873
10 873
0
10 873
0
0
0
0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA
7 317
7 317
0
7 317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
1 636
1 636
0
1 636
CTBTO
1 920
1 920
0
1 920
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
216 835
‒ 3 000
213 835
‒ 10 665
203 170
‒ 1 181
‒ 2 226
‒ 3 194
‒ 3 195
Subsidies
Nederland Helsinki Comité
28
28
0
28
Stabiliteitsfonds
25 000
25 000
0
25 000
Training buitenlandse diplomaten
2 500
2 500
250
2 750
Bijdragen (inter) nationale organisaties
OVSE
6 000
6 000
0
6 000
Stabiliteitsfonds
63 400
‒ 1 500
61 900
‒ 2 000
59 900
‒ 6 250
‒ 6 250
‒ 6 250
‒ 6 250
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties
99 849
‒ 1 500
98 349
0
98 349
1 162
‒ 532
‒ 1 500
‒ 1 500
Overige
58
58
‒ 58
0
‒ 1 293
‒ 644
‒ 644
‒ 645
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk
Inzet hoog-risico posten
20 000
20 000
‒ 8 857
11 143
5 200
5 200
5 200
5 200
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
29 822
29 822
‒ 219
29 603
0
0
0
0
Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»
11 822
11 822
804
12 626
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»
0
0
9 131
9 131
9 754
9 854
9 854
9 854
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»
18 000
18 000
‒ 10 154
7 846
‒ 9 754
‒ 9 854
‒ 9 854
‒ 9 854
Ontvangsten
1 242
1 242
0
1 242
0
0
0
0
2.10
Doorberekening Defensie diversen
242
242
0
242
2.40
Restituties programma's
1 000
1 000
0
1 000
Toelichting
Verplichtingen
Het totaal van de verplichtingen voor 2020 neemt toe als gevolg van een tweetal mutaties. Ten eerste is het subsidieplafond van het MATRA-programma «Overheid tot Overheid» verhoogd. Ten tweede is de bijdrage aan de NAVO als deel van de verdragsverplichting meerjarig verhoogd waardoor het verplichtingenbudget in 2020 is bijgesteld. Vanaf 2021 daalt het verplichtingenbudget omdat een deel van de amendementen Sjoerdsma/Koopmans en Voordewind vanaf 2021 meerjarig is verwerkt op dit artikel waarbij deze budgetten overgeheveld zijn naar het apparaatsartikel (art. 7).
Uitgaven
Artikel 2.1
De uitgaven voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid zijn toegenomen vanwege een stijging van de bijdrage aan de NAVO. Het betreft hier een verdragsverplichting.
Artikel 2.2
De verhoging van de uitgaven binnen dit artikelonderdeel is het gevolg van het doorschuiven van de niet bestede middelen uit 2019 voor contra-terrorisme naar 2020. Het betreft budget voor de bijdrage aan de GCERF (Global Community Engagement and Resilience Fund).
Artikel 2.3
Geen toelichting
Artikel 2.4
Het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband neemt structureel af. De afname is het gevolg van een aantal mutaties.
Vanwege de structurele verwerking van twee aangenomen amendementen (Voordewind, en Sjoerdsma/Koopmans) aangaande de opening van een ambassade in Jerevan en de versterking van het postennet op terrein van mensenrechten, migratie en veiligheidsdreigingen binnen het postennet, daalt het budget voor het Stabiliteitsfonds en VN-crisisbeheersingsoperaties. Beide amendementen hebben meerjarige budgettaire gevolgen. Ook neemt het budget voor 2020 van het stabiliteitsfonds af om hiermee bij te dragen aan de extra middelen, die in het kader van de COVID-19 pandemie, worden opgenomen onder de programma's voor ondersteuning beleid binnen beleidsartikel 4.4.
Daarnaast wordt een deel van het budget voor de inzet hoog-risicoposten conform de geldende systematiek overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van personeel van een aantal hoog-risico posten.
Vanaf 2021 wordt het budget van dit subartikel verlaagd ten behoeve van een aantal veiligheidsinvesteringen in het apparaat. Om het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het vanwege verhoogde veiligheidsrisico’s noodzakelijk om de (fysieke) beveiliging van een aantal hoog-risico posten te versterken. Hiervoor wordt extra budget vrijgemaakt door een deel van de middelen voor het Stabiliteitsfonds in te zetten voor deze investering. Daar het hier een investering in het apparaat betreft zijn de fondsen overgeheveld naar artikel 7. Het betreft incidentele uitgaven voor de periode 2020-2024 voor maatregelen die noodzakelijk zijn om de veiligheid van het personeel op deze posten te waarborgen.
Artikel 2.5
Geen toelichting
Ontvangsten
Artikel 2.10 en 2.40
Geen toelichting
4.3 Beleidsartikel 3: Effectieve Europese samenwerking
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
8 825 395
0
8 825 395
123 632
8 949 027
1 560
0
1 560
0
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
9 069 744
0
9 069 744
114 571
9 184 315
‒ 12 499
‒ 13 199
‒ 13 199
‒ 13 199
waarvan juridisch verplicht
100%
100%
3.1
Afdrachten aan de Europese Unie
8 820 041
0
8 820 041
122 682
8 942 723
0
0
0
0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdrachten
4 787 631
4 787 631
87 991
4 875 622
BTW-afdrachten
584 284
584 284
0
584 284
Invoerrechten
3 448 126
3 448 126
34 691
3 482 817
3.2
Europees Ontwikkelingsfonds
234 281
0
234 281
‒ 9 553
224 728
‒ 14 169
‒ 14 169
‒ 14 169
‒ 14 169
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds
234 281
234 281
‒ 9 553
224 728
‒ 14 169
‒ 14 169
‒ 14 169
‒ 14 169
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap
9 720
0
9 720
780
10 500
780
780
780
780
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa
9 720
9 720
780
10 500
780
780
780
780
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie
5 702
0
5 702
662
6 364
890
190
190
190
Subsidies
EIPA
348
348
0
348
Opdrachten
Programmatische ondersteuning: Brexit
700
700
300
1 000
700
Programmatische ondersteuning: CECP
675
675
172
847
Europa College beurzenprogamma
0
0
190
190
190
190
190
190
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage
3 979
3 979
0
3 979
Ontvangsten
693 824
0
693 824
0
693 824
0
0
0
0
3.10
Diverse ontvangsten EU
693 574
0
693 574
0
693 574
0
0
0
0
Invoerrechten
689 624
689 624
0
689 624
Overige ontvangsten EU
3 950
3 950
0
3 950
3.30
Restitutie Raad van Europa
250
0
250
0
250
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2020 voor het artikel Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
Artikel 3.1
Voor de afdrachten aan de Europese Unie heeft een correctie in de afrekening van het surplus plaatsgevonden. Bij ontwerpbegroting 2020 was de verwachting dat het surplus voor de Europese begroting over 2018, EUR 88 miljoen, in de Nederlandse afdrachten voor 2020 zou meelopen. Het surplus is echter reeds in 2019 ontvangen en bij Najaarsnota 2019 verwerkt. Voor 2020 vindt nu de correctie plaats.
Daarnaast wordt de vertragingsrente verwerkt die hoort bij de hoofdsom die reeds in 2019 aan de Europese Commissie is betaald, naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie als gevolg van onterecht afgegeven oorsprongscertificaten door de autoriteiten van Curaçao en Aruba voor de invoer van melkpoeder en rijst, gries en griesmeel. De betaling van de hoofdsom van EUR 18,5 miljoen is in de Decemberbrief 2019 vermeld.
De ontwikkelingen omtrent het COVID-19 virus en de verschillende voorstellen voor crisismaatregelen vanuit de Europese Commissie zullen naar verwachting in 2020 een substantieel opwaarts effect hebben op de Nederlandse afdrachten. Op dit moment is er nog onvoldoende informatie om de ramingen hiervoor aan te passen. Daarentegen is de Nederlandse afdrachtenraming, normaliter gebaseerd op het betalingenplafond, voor 2020 incidenteel met EUR 810 miljoen naar beneden bijgesteld omdat toentertijd de verwachting was dat het onderliggende beleid en dus de betalingen pas op een later moment zou worden uitgevoerd. Door de crisismaatregelingen die de Commissie naar verwachting zal gaan nemen, zal de ruimte tussen de Nederlandse raming en het betalingsplafond in 2020 alsnog (grotendeels) benut worden. Het surplus over het voorgaande jaar dat de Europese Unie normaliter in juni 2020 teruggeeft aan de lidstaten (meevaller), zal naar alle verwachting in elk geval nodig zijn om de hogere uitgaven vanwege COVID-19 te financieren. Daarom wordt deze nu niet in de Nederlandse afdrachtenraming verwerkt, zodat er alvast een (kleine) buffer is voor te verwachten tegenvallers later dit jaar. Op het moment dat er meer concrete informatie beschikbaar komt over de te verwachten toename van de afdrachten zullen deze in de raming worden verwerkt.
Artikel 3.2
De raming voor het Europees Ontwikkelingsfonds wordt verlaagd. Dit is gebaseerd op de totale omvang van het budget van het EOF, de vastgestelde verdeelsleutel voor de bijdrage per lidstaat en de nog niet bestede middelen uit eerder jaren. Het betreft ODA middelen en deze worden binnen de BHOS begroting alternatief ingezet via het verdeelartikel 5.4.
Artikel 3.3
Geen toelichting
Artikel 3.4
Geen toelichting
Ontvangsten
Artikel 3.10 en 3.30
Geen toelichting
4.4 Beleidsartikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Budgetaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
51 873
5 600
57 473
18 664
76 137
6 329
4 509
6 129
4 154
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
54 198
5 600
59 798
26 088
85 886
4 539
3 589
3 589
3 614
waarvan juridisch verplicht
51%
65%
4.1
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
12 462
6 600
19 062
7 435
26 497
1 000
1 000
1 000
1 000
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding
1 560
1 560
0
1 560
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding
540
540
0
540
Opdrachten
Consulaire bijstand
409
6 700
7 109
0
7 109
Reisdocumenten en verkiezingen
2 550
2 550
0
2 550
Consulaire opleidingen
400
400
150
550
Consulaire informatiesystemen
7 003
‒ 100
6 903
1 000
7 903
1 000
1 000
1 000
1 000
Loket buitenland
0
0
5 285
5 285
Bijdragen aan agentschappen
Loket buitenland
0
0
1 000
1 000
4.2
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
13 449
13 449
8 457
21 906
4 208
4 208
4 208
4 208
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek
150
150
0
150
Visumverlening
2 950
2 950
8
2 958
8
8
8
8
Legalisatie en verificatie
80
80
0
80
Consulaire informatiesystemen
9 241
9 241
8 449
17 690
4 200
4 200
4 200
4 200
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie
1 028
1 028
0
1 028
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
7 706
0
7 706
823
8 529
81
81
81
106
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid
5 236
0
5 236
623
5 859
‒ 2 144
‒ 2 144
‒ 2 144
‒ 2 119
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid
2 470
0
2 470
200
2 670
2 225
2 225
2 225
2 225
4.4
Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
20 581
‒ 1 000
19 581
9 373
28 954
‒ 750
‒ 1 700
‒ 1 700
‒ 1 700
Subsidies
Instituut Clingendael
820
820
‒ 34
786
‒ 2 000
‒ 2 000
‒ 2 000
Programma ondersteuning buitenlands beleid
4 058
4 058
1 501
5 559
750
Internationale manifestaties en diverse bijdragen
99
99
0
99
Publieksdiplomatie
3 399
‒ 500
2 899
‒ 1 150
1 749
‒ 1 135
‒ 1 135
‒ 1 135
‒ 1 135
Onderzoeksprogramma
50
50
0
50
Opdrachten
Adviesraad Internationale vraagstukken
525
525
0
525
Instituut Clingendael
1 600
1 600
516
2 116
2 000
2 000
2 000
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties
1 000
1 000
0
1 000
Algemene voorlichting
2 290
2 290
‒ 1 000
1 290
‒ 1 700
‒ 1 700
‒ 1 700
‒ 1 700
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten
2 000
2 000
0
2 000
China-strategie
500
500
100
600
Onderzoeksprogramma
220
220
80
300
Bijdragen aan agentschappen
Algemene voorlichting
2 200
2 200
200
2 400
200
Bijdragen aan ZBO's/ RWT's
Verkeersnotificaties
400
400
0
400
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Programma ondersteuning buitenlands beleid
0
0
8 010
8 010
Europese bewustwording
250
250
0
250
Publieksdiplomatie
1 170
‒ 500
670
1 150
1 820
1 135
1 135
1 135
1 135
Ontvangsten
50 374
500
50 874
7 075
57 949
20 700
20 700
20 700
23 200
4.10
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
9 500
9 500
‒ 2 500
7 000
‒ 2 500
‒ 2 500
‒ 2 500
4.20
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
40 000
500
40 500
9 375
49 875
23 000
23 000
23 000
23 000
4.40
Doorberekening Defensie diversen
874
874
0
874
4.41
Ontvangsten verkeersnotificaties
0
0
200
200
200
200
200
200
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt omdat aanvullende middelen voor het Loket Buitenland zijn opgenomen. Dit betreft verplichtingen voor de website voor loket buitenland, waardoor de dienstverlening van de agentschappen (o.a. UWV, belastingdienst, SVB) opgenomen kunnen worden. Verder stijgt het verplichtingenbudget als gevolg van de autonome groei van de consulaire dienstverlening welke vraagt om investeringen in het kwaliteitsbehoud van de consulaire IT-systemen. Ten slotte een stijging voor programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB) op het terrein van Coronamaatregelen.
Uitgaven
Artikel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening neemt meerjarig toe. De belangrijkste reden hiervoor is dat de in 2019 niet bestede middelen voor het loket buitenland en uitgaven voor consulaire ICT systemen in 2020 worden opgenomen. Ook wordt budget voor het loket buitenland, wat is opgenomen op het apparaatsartikel, toegevoegd aan artikel 4.1. Dit omdat het ICT uitgaven betreft en deze staan binnen dit artikel opgenomen. Ten slotte wordt meerjarig extra budget opgenomen voor ICT. Dit ook in lijn met de digitale ambities die binnen het consulaire domein zijn uitgesproken. Deze middelen worden via de extra ontvangsten gefinancierd.
Artikel 4.2
Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen vanaf 1 februari 2020. Dit betekent dat de totale consulaire opbrengsten vanaf 2020 toenemen. Dit bedrag wordt binnen de BZ-begroting ingezet om het consulaire proces meer kostendekkend te maken en ook de meerkosten die ontstaan als gevolg van autonome groei van het aantal te verstrekken visa op te vangen. Als gevolg hiervan nemen de uitgaven voor consulaire informatiesystemen structureel toe.
Artikel 4.3
Geen toelichting
Artikel 4.4
Het budget voor het uitdragen van Nederlandse waarden en belangen neemt in 2020 toe door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2019 en een intensivering op het terrein van programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB) ten behoeve van internationale ondersteuning in het kader van de bestrijding van Corona. Hier staat tegenover dat vanaf 2021 het budget structureel afneemt doordat uitgaven voor algemene voorlichting worden opgenomen binnen het apparaatsartikel. Het betreft inzet van personeel op het terrein van communicatie en voorlichting.
Ontvangsten
Artikel 4.10
Betreft een neerwaartse bijstelling op de ontvangsten uit de afgifte van paspoorten in verband met de verlenging van de geldigheid van de paspoorten waardoor er minder reisdocumenten verstrekt zullen worden.
Artikel 4.20
Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen van EUR 60,- naar EUR 80,- vanaf 1 februari 2020. Op basis van de huidige ramingen betekent dit dat de totale consulaire opbrengsten zullen stijgen. Dit bedrag wordt binnen de BZ-begroting ingezet om het consulaire proces meer kostendekkend te maken en ook de meerkosten die ontstaan als gevolg van autonome groei van het aantal te verstrekken visa, op te vangen.
Hier staat tegenover dat als gevolg van de COVID-19 pandemie en de wereldwijde reisrestricties het daarom de verwachting is dat dit jaar het aantal af te geven visa zal dalen. Vooralsnog wordt daarom de oorspronkelijke verwachte stijging verlaagd met EUR 15 miljoen waardoor per saldo voor 2020 de visuminkomsten geraamd worden op EUR 9,4 miljoen.
Artikel 4.40
Geen toelichting
Artikel 4.41
Vanaf 1 mei 2019 worden buitenlandse diplomaten en medewerkers van Internationale organisaties in Nederland aangesproken op verkeersovertredingen. Vanaf dat moment krijgen zij bij een geconstateerde verkeersovertreding een notificatiebrief van het ministerie van Buitenlandse Zaken met een betaalverzoek ter hoogte van het boetebedrag dat geldt voor de betreffende overtreding. Op basis van een conservatieve inschatting is hiervoor een meerjaren raming opgenomen.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Niet-beleidsartikel 5: Geheim
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van niet-beleidsartikel 5 Geheim (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
5.10
Geheim
0
0
0
5.2 Niet-beleidsartikel 6: Nog onverdeeld
Toelichting
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld (eerste suppletoire begroting) (bedragen x EUR 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
3 027
0
3 027
1 973
5 000
‒ 11 808
‒ 25 094
‒ 28 075
‒ 27 208
Uitgaven:
Uitgaven totaal
3 027
0
3 027
1 973
5 000
‒ 11 808
‒ 25 094
‒ 28 075
‒ 27 208
6.1
Nog onverdeeld (HGIS)
3 027
0
3 027
1 973
5 000
‒ 11 808
‒ 25 094
‒ 28 075
‒ 27 208
Toelichting
Artikel 6.1
Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2019, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor een aantal uitvoeringsknelpunten en nieuwe initiatieven die met name liggen op het terrein van het gastlandbeleid (de NCIA, GNSS Bonaire en het Libanon Tribunaal), bijdragen ten behoeve van de organisatie van een conferentie in Nederland (Climate Adaptation Summit), investeringen in de veiligheid en beveiliging van hoog-risico posten en een aantal kleinere incidentele knelpunten.
5.3 Niet-beleidsartikel 7: Apparaat
Budgetaire gevolgen van beleid
Tabel 11
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
814 826
5 000
819 826
77 402
897 228
59 254
65 290
60 290
62 790
Uitgaven
814 826
5 000
819 826
77 402
897 228
59 254
65 290
60 290
62 790
7.1.1
Personele uitgaven
535 114
4 155
539 269
20 333
559 602
26 871
26 871
26 871
26 871
Eigen personeel
523 114
4 155
527 269
20 333
547 602
26 871
26 871
26 871
26 871
Inhuur extern
12 000
12 000
0
12 000
0
0
0
0
Overige personele uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
0
7.1.2
Materiele uitgaven
279 712
845
280 557
57 069
337 626
32 383
38 419
33 419
35 919
ICT
60 000
200
60 200
0
60 200
Bijdragen aan SSO's
65 091
65 091
‒ 43
65 048
Overige materieel
154 621
645
155 266
57 112
212 378
32 383
38 419
33 419
35 919
7.2
Koersverschillen
pm
pm
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
41 450
41 450
12 800
54 250
5 300
5 300
5 300
5 300
7.10
Diverse ontvangsten
41 450
41 450
12 800
54 250
5 300
5 300
5 300
5 300
7.11
Koersverschillen
pm
pm
0
0
0
0
0
0
Toelichting
verplichtingen
Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken.
Uitgaven
Artikel 7.1.1
De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. Deze mutatie bestaat uit een aantal onderdelen en wordt onder meer veroorzaakt door de budgettaire verwerking van twee ingediende amendementen: (1) opening van een ambassade in Jerevan en (2) versterking van het postennet op terrein van mensenrechten, migratie en veiligheidsdreigingen. In de Kamerbrief «Weging Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland» van 15 december 2019 wordt nader uiteengezet hoe de beide amendementen worden ingevuld. Verder stijgt het budget als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling, zowel voor het personeel in Nederland als op de posten. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. Ook wordt vanuit de extra consulaire opbrengsten aanvullend personeel ingezet om de autonome groei van de visumafgifte te financieren en wordt ook de kostendekkendheid van het visumproces verbeterd. Daarbij wordt voor 2020 wel rekening gehouden met tegenvallende visumontvangsten vanwege COVID-19 en de daarmee samenhangende reisrestricties. Ten slotte worden extra uitgaven verricht voor andere ministeries, waarvan de medewerkers op ambassades werkzaam zijn. Dit wordt via de extra ontvangsten verrekend.
Artikel 7.1.2
De materiële uitgaven stijgen als gevolg van de investeringen in vastgoed die in 2020 verricht zullen worden. Deze middelen zijn nodig ter rationalisering van de vastgoedportefeuille. Een deel wordt opgebracht uit de verkoop van onroerend goed in 2020 en een deel is afkomstig uit de reservering die is gemaakt als onderdeel van de middelenafspraak huisvesting. Om daarnaast het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het vanwege verhoogde veiligheidsrisico’s noodzakelijk om op korte termijn de beveiliging van een aantal hoog-risico posten te versterken. Hiervoor wordt extra budget vrijgemaakt door een gedeelte van de eindejaarsmarge van Buitenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in te zetten en door een aantal programma-uitgaven binnen het artikel veiligheid en stabiliteit te verlagen. Het betreft incidentele uitgaven voor de periode 2020-2024 voor maatregelen die noodzakelijk zijn om de veiligheid van het personeel op deze posten te waarborgen. Ten slotte stijgt het budget als gevolg van prijsontwikkelingen op het terrein van bedrijfsvoering, ICT en huisvesting. Deze middelen worden vanuit de reservering binnen de HGIS ingezet.
Ontvangsten
Artikel 7.1.0
Vanwege de hogere doorbelasting van kosten aan andere departementen nemen de apparaatsontvangsten toe. Daarnaast is verkoop vastgoed buitenland voorzien. Een deel van deze extra ontvangsten kunnen in hetzelfde jaar opnieuw worden ingezet om investeringen te doen binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.