Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Schonis en Sienot over het bericht ‘Dik half jaar wachten voor plaatsen snellader geen uitzondering’
Vragen van de leden Schonis en Sienot (beiden D66) aan de Ministers voor Milieu en Wonen en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Dik half jaar wachten voor plaatsen snellader geen uitzondering» (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 22 april 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Dik half jaar wachten voor plaatsen snellader
geen uitzondering»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van de vraagstellers dat een goede en landsdekkende laadinfrastructuur
van cruciaal belang is voor het bereiken van het kabinetsdoel van 100% zero-emissie
nieuwverkoop van personenvoertuigen in 2030? Zo ja, op welke wijze draagt u bij aan
een goede landsdekkende laadinfrastructuur in Nederland en daarbuiten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Ja, ik deel het belang van een goede en landsdekkende laadinfrastructuur. Om dit te
bereiken is samen met decentrale overheden, netbeheerders, kennisinstellingen en brancheorganisaties
voor laadinfrastructuur een Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) opgesteld, die
onderdeel is van het Klimaatakkoord. Belangrijk onderdeel van de NAL is de vorming
van 6 regionale samenwerkingsverbanden voor de uitrol van laadinfrastructuur. Hiervoor
wordt momenteel gewerkt aan de ondertekening van zes samenwerkingsovereenkomsten met
decentrale overheden en netbeheerders. Het Rijk zal hier ook financieel aan bijdragen.
Doel van de overeenkomsten is het versnellen van de regionale uitrol van laadinfrastructuur.
De regionale uitvoering brengt een groot aantal werkzaamheden met zich mee die in
nauwe samenspraak met de bestuurlijke partners en de netbeheerders moeten worden uitgevoerd.
Hierover worden afspraken gemaakt met zes zogenaamde samenwerkingsregio’s. Deze samenwerkingsregio’s
gaan zich inzetten op het gebied van het beleid en de uitrol van laadinfrastructuur
voor alle typen voertuigen.
Daarnaast wordt momenteel onderzocht in hoeverre de omgevingswet ingezet kan worden
om streefcijfers voor de aanleg van laadinfrastructuur bij decentrale overheden te
introduceren.
Vraag 3
Kunt u – tegen de achtergrond van het feit dat er veel miscommunicatie en desinformatie
is over elektrisch rijden en laden, waardoor ondernemers niet goed kunnen overzien
wat er op hen afkomt bij het aanschaffen van een snellaadpaal – uiteenzetten waarom
het voor ondernemers onduidelijk is en op welke wijze u ondernemers ondersteunt?
Antwoord 3
De onduidelijkheid voor ondernemers wordt vooral veroorzaakt door onzekerheid over
de toekomstige technologische en economische ontwikkelingen rond elektrisch rijden
en opladen. In het regeerakkoord en het Klimaatakkoord is een duidelijke ambitie vastgelegd:
in 2030 zijn alle nieuw verkochte personenauto’s emissieloos. Met de uitvoering van
de NAL zorg ik er samen met regionale overheden, netbeheerders en marktpartijen voor
dat hiertoe de benodigde laadinfrastructuur wordt aangelegd.
Ik ondersteun ondernemers met informatie en handreikingen over de aanleg van laadinfrastructuur
via onder andere het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL), dat binnenkort
een handreiking snelladen publiceert (zie ook vraag 5). Ook werk ik samen met partijen
als de ANWB, Stichting Natuur & Milieu en Milieu Centraal om betrouwbare informatie
over andere aspecten van elektrisch vervoer beschikbaar te stellen. Daarnaast ondersteun
ik ondernemers in financiële zin. Ondernemers kunnen investeringen in laadpunten aanmelden
voor de milieu-investeringsaftrek2. Op het leveren van stroom via laadpalen met een eigen netaansluiting geldt een verlaagde
energiebelasting. En ondernemers die werken aan innovatieve laadoplossingen ondersteun
ik via de demonstratieregeling klimaattechnologieën en -innovaties in transport. Zo
komen bijvoorbeeld ondernemers in aanmerking voor deze regeling die hun vloot bestelbusjes
laten rijden op zelf opgewekte zonne-energie.
Vraag 4
Herkent u de situatie die wordt geschetst dat het plaatsen van snellaadpalen een half
jaar op zich kan laten wachten, omdat ze niet op het elektriciteitsnet aangesloten
kunnen worden? Zo ja, op welke wijze ondersteunt u de sector om de snellaadstations
versneld te kunnen plaatsen?
Antwoord 4
In het kader van de NAL heb ik continu contact met netbeheerders over de uitrol van
laadinfrastructuur. In veel gevallen lukt het om een nieuwe aansluiting binnen de
wettelijk gestelde termijn van 18 weken te realiseren. Dit hangt sterk af van de lokale
situatie. Soms wordt dit inderdaad niet gehaald. Dit kan in het geval van snelladers
te maken hebben met de extra netcapaciteit die moet worden gecreëerd door bijvoorbeeld
de bouw van een extra onderstation. Dit kost tijd.
Stichting ElaadNL vertegenwoordigt de netbeheerders als kenniscentrum voor laadinfrastructuur
in het kader van de NAL. ElaadNL werkt proactief aan het versnellen van de uitrol
van laadpunten door met de netbeheerders en gemeenten prognoses op te stellen voor
de benodigde nieuwe netaansluitingen. Deze prognoses moeten worden vertaald in uitrolplanningen
van netbeheerders. Hoe beter de nieuwe aansluitingen gepland kunnen worden, hoe sneller
de uitrol zal lopen.
Specifiek voor het versneld plaatsen van snelladers op verzorgingsplaatsen langs de
snelweg heb ik Rijkswaterstaat gevraagd om te verkennen hoeveel snelladers er op de
verzorgingsplaatsen bijgeplaatst zouden kunnen worden (tot 2030) en op welke wijze
de overheid dit mogelijk kan faciliteren.
Vraag 5
Bent u bereid om ondernemers te helpen bij het opstellen van een plan de campagne
per locatie door duidelijkheid te geven over de locaties waar snellaadpalen probleemloos
aangesloten kunnen worden op het elektriciteitsnet? En kunt u ondernemers inzicht
geven in beschikbare technische mogelijkheden om bij een gebrek aan netcapaciteit
toch een laadpaal te installeren?
Antwoord 5
Ja, dat is reeds onderdeel van de NAL. Per regio zal een plan gemaakt worden voor
de uitrol van (snel)laadinfrastructuur. Dit gebeurt samen met de netbeheerders en
de regionale samenwerkingsverbanden in het kader van de NAL. Iedere netbeheerder publiceert
daarnaast een overzichtskaart met de beschikbare netcapaciteit voor zowel opwek als
afname3. Technische mogelijkheden om toch een laadpunt aan te sluiten bij een gebrek aan
netcapaciteit worden beschreven in de handreiking snelladen van NKL.
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Duurzaam vervoer van 22 april
2020?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.