Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kerstens en Kuiken over het bericht ‘Gemeentelijke websites vaak beperkt toegankelijk’
Vragen van de leden Kerstens en Kuiken (beiden PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de toegankelijkheid van gemeentelijke websites voor slechtzienden en slechthorenden (ingezonden 4 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
22 april 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Gemeentelijke websites vaak beperkt toegankelijk»1 en herinnert u zich de antwoorden op de eerdere schriftelijke vragen van de leden
Oosenbrug en Fokke (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over hetzelfde onderwerp? (antwoorden ontvangen 12 juni 2015)?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat uit het feit dat er al vele jaren zorgen zijn over de gebrekkige
toegankelijkheid van gemeentelijke websites en uit het feit dat nog steeds tweederde
deel van de gemeentelijke websites niet toegankelijk is, blijkt dat deze toegankelijkheid
voor veel gemeenten onvoldoende prioriteit heeft? Zo ja, waarom deelt u die mening
en waarom heeft dit voor veel gemeenten onvoldoende prioriteit? Zo nee, waarom deelt
u die mening niet?
Antwoord 2
De aandacht voor digitale toegankelijkheid, ook bij gemeenten, is toegenomen. De wettelijke
verplichting bestaat uit twee delen: het eerste deel betreft het toepassen van de
Europese toegankelijkheidsstandaard3 en het tweede deel betreft het publiceren van toegankelijkheidsverklaringen, waarin
gedetailleerd verantwoording wordt afgelegd over de toegankelijkheid van de websites.
Ik verwacht dat overheden op 23 september aan de gestelde verplichting voldoen door
het publiceren van verklaringen waarin ze laten zien hoever ze gevorderd zijn met
het optimaliseren van de toegankelijkheid van hun websites. En welke concrete maatregelen
ze hebben genomen om de toegankelijkheid verder te verbeteren. Het inzicht dat hierdoor
ontstaat stelt de overheden zelf en ook toezichthouders in staat om veel doelgerichter
te sturen op verbetering dan tot dusverre mogelijk is.
Het onderzoek van Nu.nl waaraan in het bericht wordt gerefereerd bevestigt het eigen
beeld dat de aandacht voor de toegankelijkheid van websites, ook die van gemeenten,
sterk is gestegen. Dat vertaalt zich echter niet op korte termijn naar een forse toename
van het aantal websites dat volledig toegankelijk is, omdat de nieuwe wettelijke verplichting
ruimte biedt voor stapsgewijze verbetering.
De nieuwe wettelijke verplichting is op een belangrijk punt anders dan de vorige.
Voorheen was de eis dat overheidswebsites volledig aan de toegankelijkheids-standaard
moesten voldoen. In die standaard zelf is vastgelegd dat er voor wat betreft «voldoen»
maar twee opties zijn: een website voldoet volledig of voldoet niet. Al het andere,
dus ook voldoet bijna, wordt beoordeeld als voldoet niet. Ruimte om wel behaalde resultaten
positief te waarderen was er niet.
Om de haalbaarheid van de toegankelijkheidoelstelling te vergroten heeft de Europese
Commissie de verplichting in de Europese richtlijn4 zodanig geformuleerd dat behaalde resultaten wel positief kunnen worden gewaardeerd
en dat het inzicht wordt vergroot. Nederland heeft actief bijgedragen aan de ontwikkeling
van deze andere aanpak. In het kort komt de verandering er op neer dat overheden nu
verplicht zijn om de standaard toe te passen en de toegankelijkheid van hun websites
en apps te optimaliseren. Aan de hand van toegankelijkheiderklaringen moeten zij laten
zien wat de overgebleven toegankelijkheidsissues zijn en welke maatregelen zij nemen
om ze op te lossen.
Vraag 3
Wat zijn in juridische zin de gevolgen voor de gemeenten die op 23 september 2020
nog steeds niet voldoen aan toegankelijkheidseisen voor slechtzienden en slechthorenden?
Antwoord 3
Gemeenteraden zijn bevoegd om controle uit te oefenen op de toegankelijkheid van websites
van gemeenten; het verticale, interbestuurlijke toezicht wordt belegd bij de provincies.
De juridische middelen waarover deze toezichthouders kunnen beschikken zijn ontleend
aan de Wet revitalisering generiek toezicht en omvatten schorsing, vernietiging en
– als uiterste sanctie – indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Deze middelen staan
in de gemeentewet5 artikel 124 en artikel 273a. Gemeenteraden en provincies krijgen een rol bij het
(interbestuurlijke) toezicht op de naleving. In het ontwerp van de Wet digitale overheid
(Wdo)6, dat onlangs door uw Kamer is goedgekeurd, wordt nader ingegaan op de rol- en taakverdeling
bij toezicht en handhaving.
Vraag 4
Wat gaat u doen om gemeenten ertoe aan te zetten dat zij hun websites op zo kort mogelijke
termijn wel toegankelijk maken? Wilt u daarover in overleg treden met de gemeenten
en/of de VNG?
Antwoord 4
Ik zal gemeenten en andere overheden aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Refererend
aan de uitkomst van het onderzoek van Nu.nl zal ik hen aansporen om zich maximaal
in te spannen om de toegankelijkheid te verbeteren. De huidige coronacrisis maakt
eens temeer duidelijk hoe belangrijk het is dat de informatie en diensten van de overheid
voor iedereen toegankelijk dienen te zijn.
Voor vragen en hulp kunnen gemeenten terecht bij de DigiToegankelijk.nl helpdesk van
de dienst Logius van mijn ministerie. Sinds 2017 brengt de helpdesk de aanstaande
wettelijke verplichting onder de aandacht van gemeenten en andere overheidsinstanties.
Niet enkel via de websites www.digitoegankelijk.nl en www.digitaleoverheid.nl, maar ook op speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomsten verspreid door het land
en tijdens door derden georganiseerde workshops, seminars, congressen en andere bijeenkomsten.
In juni 2020 organiseert Logius wederom een serie bijeenkomsten verspreid door het
land en tevens komt het onderwerp aan bod tijdens de elf bijeenkomsten in het kader
van de Direct Duidelijk Tour 2020. Als gevolg van de huidige situatie worden deze
bijeenkomsten op aangepaste wijze georganiseerd.
Gemeenten zijn eerder al schriftelijk geïnformeerd, onder meer met een ledenbrief
van de VNG7 in de zomer van 2018. In juli 2019 heb ik aan alle overheidsinstanties een brief
gestuurd waarin zij geïnformeerd werden over de aanstaande verplichting[] en waarin
ik hen opriep om prioriteit te geven aan het in kaart brengen van de noodzakelijke
maatregelen, om tijdig aan de wettelijke verplichting te kunnen voldoen.
Met de VNG vindt regulier ambtelijk overleg plaats in het kader van digitale inclusie.
In dat overleg wordt ook de aanstaande wettelijke webtoegankelijkheiderplichting besproken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.