Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht ‘VWS bezig met reddingsplan zorg: Niemand failliet’
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «VWS bezig met reddingsplan zorg: Niemand failliet» (ingezonden 31 maart 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 april
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «VWS bezig met reddingsplan zorg: Niemand failliet»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Begrijpt u dat de berichtgeving in dezen waarbij, als het gaat om het doorbetalen
van zorgaanbieders om te voorkomen dat die omvallen, soms wordt gesproken over «afspraken»
en dan weer over een «zeer dringend beroep» (op gemeenten) verwarrend is, zeker in
deze toch al hectische en onzekere periode?
Vindt u ook dat zogenaamde «niet-gecontracteerde» zorgaanbieders, bijvoorbeeld in
de thuiszorg, een belangrijke, waardering verdienende rol spelen; zeker ook in deze
coronacrisis?
Kunt u bevestigen dat, anders dan eerder gecommuniceerd, ook niet-gecontracteerde
zorgaanbieders in aanmerking (gaan) komen voor maatregelen van zorgverzekeraars, zodat
ook hun continuïteit wordt gegarandeerd?
Indien u de vorige vraag met ja hebt beantwoord, wilt u dan bij zorgverzekeraars aandringen
op spoedige helderheid in dezen als ook op het met terugwerkende kracht laten ingaan
van afspraken als hier bedoeld?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Inmiddels hebben zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten allemaal hun maatregelen
bekend gemaakt om zorgaanbieders te ondersteunen gedurende de coronacrisis.
Ik heb uw Kamer op 31 maart jl. geïnformeerd over de maatregelen die gemeenten en
zorgkantoren hebben genomen, bij mijn antwoord op vragen van het lid Kerstens over
het door gemeenten en zorgverzekeraars (niet) doorbetalen van zorgaanbieders die als
gevolg van de coronacrisis bijvoorbeeld geconfronteerd worden met «afbestelde» zorg
en ondersteuning.
Intussen hebben zorgverzekeraars afspraken gemaakt met zorgaanbieders over het sneller
declareren en uitbetalen van declaraties voor verleende zorg. Daardoor worden in de
maand april honderden miljoenen versneld aan de sector uitbetaald, waarmee een bijdrage
is geleverd aan voldoende liquiditeit.
In hun brief van 5 april jl. hebben zorgverzekeraars de zorgaanbieders in meer detail
geïnformeerd over de continuïteitsbijdrage–regeling die zij hebben ingesteld2. Deze regeling staat open voor alle zorgaanbieders (met of zonder zorgcontract) die
zorg verlenen die op dit moment valt onder de basisverzekering of de aanvullende zorgverzekering
onder de in de bijlage bij de brief genoemde voorwaarden3. Zorgverzekeraars streven ernaar dat zorgaanbieders vanaf begin mei een continuïteitsbijdrage
kunnen aanvragen. Deze wordt als betaaltitel vastgesteld door de NZa. De uitwerking
daarvan vindt nu plaats. De regeling start per 1 maart en loopt tot en met 30 juni.
Indien zorgverzekeraars dat noodzakelijk achten, kunnen zij deze regeling verlengen.
Er zijn echter ook zorgaanbieders die niet kunnen wachten tot betaling in mei, omdat
ze al eerder in financiële problemen komen. Voor hen is een vooruitbetalingsregeling
getroffen onder de in de brief genoemde voorwaarden.
Indien nodig, kan een aanbieder ook terecht bij zijn bank. De bank kan een mogelijkheid
bieden tot opschorten van een aflossing voor zes maanden. Wanneer zicht is op een
continuïteitsbijdrage zal de bank overwegen of een kredietuitbreiding, bijvoorbeeld
via een tijdelijke overstand op de rekening, verantwoord is.
De continuïteitsbijdrage-regeling is voorliggend. Zorgaanbieders die in aanmerking
komen voor deze regeling kunnen daarom geen aanspraak maken op de Rijksregelingen
in het kader van de coronacrisis, behalve voor het deel omzetdaling dat mogelijk resteert
na aftrek van de continuïteitsbijdrage (bijvoorbeeld het deel van de omzet dat vergoed
wordt via eigen betalingen door de verzekerden). Voor dat deel omzetdaling kunnen
zorgaanbieders – indien zij voldoen aan de voorwaarden – in aanmerking komen voor
de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), de Tijdelijke Overbruggingsregeling
Zelfstandig Ondernemers (TOZO) en de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren
COVID-19 (TOGS)4. Hierdoor kan ongewenste dubbeling van financiële steun worden voorkomen.
Vraag 6
Bent u bereid bij zorgverzekeraars aan te dringen op bijvoorbeeld het (tijdelijk)
opheffen van het zogenaamde «cessieverbod», zodat zorgaanbieders rechtstreeks worden
uitbetaald als ook tot het versnellen van machtigingsprocedures?
Antwoord 6
In hun brief van 25 maart jl. hebben zorgverzekeraars aangegeven dat zij ten aanzien
van alle zorgaanbieders ervoor zorgen dat declaraties voor verleende zorg zo snel
mogelijk worden betaald, dat het aanvraagproces voor machtigingen waar mogelijk nog
verder wordt versneld en dat controles gepast worden ingezet, rekening houdend met
de genomen crisismaatregelen zodat zorgtaken nu niet onnodig worden belemmerd.
Er komt geen (tijdelijk) opheffen van het zogenaamde «cessieverbod». Bij gecontracteerde
zorgaanbieders hebben verzekerden altijd de garantie dat de rekening via de zorgverzekeraar
vergoed wordt. Verzekerden kunnen problemen met een cessieverbod daarom voorkomen
door te kiezen voor een gecontracteerde zorgaanbieder.
Vraag 7, 8
Vindt u ook dat de nu aan gemeenten gedane «dringende oproep» om zorgaanbieders door
te betalen, zodat de continuïteit van zorg kan worden gewaarborgd, moet worden omgezet
in de afspraak dat dat gebeurt?
Als u de vorige vraag met ja hebt beantwoord, wanneer wordt die afspraak dan gemaakt
en bent u bereid die met terugwerkende kracht te laten ingaan?
Antwoord 7, 8
Ik heb er vertrouwen in dat op basis van de «zeer dringende oproep» gemeenten en aanbieders
tot goede afspraken zullen komen om financieel zekerheid te bieden aan aanbieders.
Dat laat onverlet dat ik nadrukkelijk de vinger aan de pols houd
als het gaat om de uitwerking van deze afspraken door gemeenten. In eerste instantie
geleid ik eventuele signalen door naar de VNG die zelf ook signalen verzamelt. De
VNG neemt altijd contact op met de betreffende gemeente om de noodzaak van de gemaakte
afspraken toe te lichten. Vooralsnog hebben interventies van de VNG het gewenste resultaat.
Mocht blijken dat gemeenten dit niet of in onvoldoende mate doen en er in dit opzicht
sprake is van taakverwaarlozing, dan zal het instrumentarium van interbestuurlijk
toezicht worden ingezet.
Vraag 9
Bent u bereid gemeenten in dezen afdoende te compenseren voor eventuele extra kosten
die met het nakomen van een dergelijke afspraak gepaard gaan?
Antwoord 9
Vanzelfsprekend zal het Rijk doen wat nodig is en het extra budgettaire beslag van
de noodzakelijke maatregelen in te passen in het Rijksbrede beeld. Dit houdt in dat
het Rijk gemeenten zal compenseren voor de meerkosten die zij aan hun aanbieders betalen
t.b.v. de extra maatregelen vanwege corona. Voor de zomer gaan Rijk en gemeenten in
gesprek over de compensatiemogelijkheden van de effecten die optreden na afloop van
de coronacrisis.5
Vraag 10
Wilt u, uiteraard rekening houdend met de werklast bij u en uw medewerkers, deze vragen
zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.