Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Laçin en Beckerman over het bericht dat Shell een enorme plasticfabriek in de VS laat bouwen
Vragen van de leden Laçin en Beckerman (beiden SP) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het bericht dat Shell een enorme plasticfabriek in de VS laat bouwen (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 14 april 2020).
Vraag 1
Hoe oordeelt u over de bouw van een enorme plasticfabriek in de Verenigde Staten door
de Nederlandse Koninklijke Shell?1
Antwoord 1
De investeringsbeslissingen die Shell in de VS neemt, zijn de verantwoordelijkheid
van Shell. Mijn focus ligt bij het duurzaam omgaan met grondstoffen door producten
beter te ontwerpen, meer te hergebruiken, te repareren en het materiaal aan het einde
van de levenscyclus hoogwaardig te recyclen, wat bijdraagt aan een circulaire economie.
Vraag 2
Klopt het dat deze fabriek jaarlijks 1.5 miljard kilo aan plastic producten zal produceren?
Hoeveel milieuschade zal hiermee gepaard gaan?
Antwoord 2
Shell heeft bevestigd dat een fabriek wordt gebouwd in Monaca, Pennsylvania. Het bedrijf
heeft laten weten dat de productie van polyetheen zich naar verwachting volledig richt
op het voldoen aan de vraag vanuit de Amerikaanse markt. Over eventuele milieuschade
heeft Shell aangegeven nog geen uitspraken te kunnen doen.
Vraag 3
Hoe verhoudt de bouw van deze fabriek door Shell zich tot uw inspanningen om te komen
tot een internationaal Plastic Pact? Deelt u de mening dat deze actie die inspanningen
zeer ondermijnt?
Antwoord 3
De bouw van de fabriek in de VS en mijn beleid hoeven niet strijdig met elkaar te
zijn. Shell kan voor een deel aan de groeiende vraag naar plastics wereldwijd voldoen
door plastic afval als voeding te gaan gebruiken voor hun plastic productiefabrieken
(ook wel «feedstock recycling» genoemd). Ik begrijp uit berichtgeving dat Shell plannen
in deze richting heeft. Meer recycling is in lijn met de doelstellingen van het nationaal
Plastic Pact en het onlangs gesloten Europees Plastic Pact, waarover ik u onlangs
heb geïnformeerd (Kamerstuk 32 852, nr. 114, d.d. 6 maart 2020).
Vraag 4
Is bekend hoeveel ton CO2-uitstoot jaarlijks gepaard zal gaan met de ingebruikname van deze fabriek?
Deelt u de mening dat dit lijnrecht tegenover de inspanningen staat te komen tot een
klimaatneutrale economie in 2050?
Antwoord 4
Shell heeft laten weten nog geen zicht te hebben op de CO2-uitstoot van de betreffende fabriek. Mijn inspanningen zijn erop gericht om in 2050
te komen tot een circulaire economie. Dit kan alleen – ook met betrekking tot plastic
– door samen met stakeholders in de hele waardeketen onnodig gebruik van plastics
te voorkomen en de plastic kringloop te sluiten. Door samen aan de slag te gaan, kunnen
innovaties versneld op de markt gebracht worden, kan gericht worden geïnvesteerd in
circulaire oplossingen en kunnen kennis en ervaringen daaromtrent gedeeld worden.
Dat zijn ook belangrijke doelstellingen van het hiervoor al aangehaalde Plastic Pact
NL en het Europese Plastic Pact.
Vraag 5
Erkent u dat het feit dat oliebedrijven plasticfabrieken willen bouwen aantoont dat
nieuw plastic veel te goedkoop is om hergebruik te bevorderen? Wat gaat u hieraan
doen?
Antwoord 5
Ik heb geen inzicht in de drijfveren van oliebedrijven om plasticfabrieken te bouwen.
Of dit aantoont dat nieuw plastic veel te goedkoop is om hergebruik te bevorderen
kan ik daarom niet bevestigen. Hergebruik wordt al op diverse manieren bevorderd.
In de Europese Unie wordt een CO2-prijs betaald via het Europese Emissiehandelssysteem (EU-ETS) en het kabinet zal
vanaf 2021 een CO2-heffing opleggen aan bedrijven die tot de doelgroep behoren en meer uitstoten dan
de heffingsvrije voet in enig jaar toestaat. Ook zorgen de afvalstoffenbelasting en
de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor een prikkel voor bedrijven om
milieukosten te internaliseren. Door een (Europees) verplicht percentage toepassing
van plastic recyclaat zal hergebruik en recycling van plastics verder bevorderd worden.
De Europese Commissie heeft deze maatregel in zijn nieuwe Actieplan Circulaire Economie
aangekondigd. Ik steun dit voornemen van de Commissie van harte en zal aandringen
op spoedige implementatie in Europese regelgeving.
Vraag 6
Waarom wordt met het Plastic Pact niet ingezet op een alternatief voor het gebruik
van plastic? Hoe staat het met kabinetsplannen om juist deze alternatieven tot ontwikkeling
te laten komen en het aantal verpakkingen drastisch te verminderen?
Antwoord 6
Het terugdringen van onnodig gebruik van plastic (verpakkingen) is goed voor de economie
en goed voor het milieu. Dat kan niet alleen door af te zien van (dubbele) verpakkingen
wanneer dit niet strikt noodzakelijk is, maar ook door in te zetten op meer hergebruik
of het gebruik van duurzamere alternatieve materialen. Het stimuleren van hergebruik
is ook een doelstelling van het Plastic Pact NL Daarnaast komt dit bijvoorbeeld terug
in circulair ontwerp trajecten (CIRCO-tracks) waaraan al meer dan 700 bedrijven hebben
deelgenomen.
Vraag 7
Waarom wordt niet ingezet op een verbod op alle plastic voor eenmalig gebruik?
Bent u bereid om investeringen in de productie van nieuw plastic tegen te gaan door
middel van gerichte wet- en regelgeving?
Antwoord 7
Het eenmalig gebruik van plastic producten en/of verpakkingen is soms onvermijdelijk,
zoals voor voedsel of medische toepassingen. Als er geen duurzamer alternatief is
voor bepaalde toepassingen en hergebruik geen reële optie, dan is een verbod op het
gebruik van plastics voor eenmalig gebruik niet verstandig. Dat is ook het uitgangspunt
geweest voor de Europese Commissie bij het opstellen van de Single-Use Plastics (SUP-) richtlijn. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 5 komt de Europese Commissie
met voorstellen om de productie van nieuw plastic terug te dringen door de introductie
van een verplicht toe te passen percentage plastic recyclaat in nieuwe producten en
verpakkingen. Ik zal dit voorstel actief in Europees verband ondersteunen en waar
mogelijk bijdragen aan een versnelling van de implementatie daarvan.
Vraag 8
Bent u bereid in gesprek te gaan met Shell, om duidelijk te maken dat de bouw van
een plasticfabriek zeer ongewenst is?
Antwoord 8
Ik ga graag in gesprek met Shell over de bijdrage die het bedrijf kan leveren aan
de circulaire economie, onder andere via («feedstock») recycling van plastics.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.