Schriftelijke vragen : De gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie
Vragen van de leden Van der Graaf en Bruins (beiden ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden 1 april 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de vragen van de leden Van der Graaf en Bruins over
de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie?1
Vraag 2
Bent u tevens bekend met het artikel «Tientallen prostituees willen door corona definitief
stoppen met hun werk»?2
Vraag 3
Voelt u ook de urgentie om deze kwetsbare groep die uit de prostitutie wil stappen,
daarbij te ondersteunen? Is er voldoende plek en capaciteit bij opvang- en hulpverlening
om mensen die willen stoppen met prostitutie te helpen? Bent u bereid, mede op basis
van genoemd artikel, en de reeds ontvangen signalen uit Groningen om bij alle RUPS
(Regeling Uitstapprogramma‘s Prostitutie)-organisaties een inventarisatie te doen
hoeveel uitstapvragen zij hebben gekregen en deze organisaties ervan te verzekeren
dat er voldoende middelen beschikbaar zullen zijn om aan de groeiende uitstapvraag
te kunnen voldoen?
Vraag 4
Bent u bereid om ervoor te zorgen dat mensen in de prostitutie die werken als zzp-er,
mensen die werken via opting-in in raamprostitutie en clubs, en mensen die afkomstig
zijn uit een ander EU-land en nog niet vijf jaar in Nederland werkzaam zijn, in aanmerking
kunnen komen voor financiële ondersteuning? Op welke regelingen kunnen zij een beroep
doen? Kunt u daarnaast expliciet aangeven waar zij terecht kunnen wanneer zij op dit
moment niet uitkeringsgerechtigd zijn, geen inschrijving in de Kamer van Koophandel
hebben en/of geen burgerservicenummer hebben?
Vraag 5
Bent u ermee bekend dat de gemeentes Amsterdam en Groningen bereidheid hebben uitgesproken
om voor deze groepen in financiële ondersteuning te voorzien, maar problemen in de
uitvoering ervaren? Wilt u met deze gemeentes kijken hoe knelpunten in de uitvoering
kunnen worden weggenomen? Bent u bereid vervolgens te bewerkstelligen dat in alle
gemeenten tot een dergelijke regeling wordt overgegaan?
Vraag 6
Kan worden toegelicht waarom de noodverordening niet van kracht is voor de tippelzones,
escortbranche, thuisprostitutie en de porno-industrie – branches waarbij het evident
is dat gezien de aard van de werkzaamheden, hierin niet aan de RIVM-normen van geen
fysiek contact en anderhalve meter afstand bewaren kan worden voldaan? Bent u bereid
ervoor te zorgen dat dit alsnog wordt geregeld?
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat nog steeds online wordt geadverteerd voor verschillende vormen
van prostitutie en dat het aantal online advertenties lijkt te zijn toegenomen? Bent
u dan nog steeds van mening dat ervan uit kan worden gedaan «dat de exploitanten en
sekswerkers hun maximale verantwoordelijkheid nemen in de toepassing van de richtlijnen
en bij de afweging of de dienstverlening in de huidige situatie wel zou moeten plaatsvinden»?3
Vraag 8
Deelt u de grote zorg dat er sprake is van dwang, economisch danwel fysiek, voor mensen
in de prostitutie om zich ook tijdens de coronacrisis beschikbaar te stellen?
Vraag 9
Bent u bereid om websites, dan wel providers van websites, waarop seksadvertenties
te zien zijn, aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en als dat nodig blijkt zelfs
te verplichten om adverteren voor fysieke diensten niet mogelijk te maken?
Vraag 10
Is het juist dat een significante groep mannen en vrouwen uit de prostitutie alternatieve
huisvesting zoekt en in bijvoorbeeld de Maatschappelijke Opvang terecht komen? Is
voldoende plek bij Maatschappelijk Werk, de Vrouwenopvang, de Maatschappelijke Opvang
en Veilig Thuis om hen te helpen en zijn de voorzieningen ook passend en een veilige
omgeving voor deze kwetsbare groep? Hoe kunnen daarbij vrouwen en mannen worden geholpen
die formeel niet in aanmerking komen voor voorzieningen en indicatie, maar wel een
beroep doen op opvang?
Vraag 11
Kunt u, met inachtneming van de bevoegdheid van gemeenten, in overleg treden met gemeenten
om te zien hoe kan worden ondersteund bij het vinden van vervangende huisvesting,
bijvoorbeeld door gemeenten nadrukkelijk te wijzen op de mogelijkheid om mensen die
uit de prostitutie willen stappen, al dan niet tijdelijk, met voorrang in aanmerking
te laten komen voor een sociale huurwoning?
Vraag 12
Bent u bereid om te kijken hoe, waar mensen dat willen, kan worden ondersteund bij
remigratie naar het land van herkomst?
Vraag 13
Kunt u deze vragen uiterlijk dinsdag 7 april 2020 beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.