Schriftelijke vragen : De gevolgen van de coronacrisis voor studenten
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de gevolgen van de coronacrisis voor studenten (ingezonden 3 april 2020).
Vraag 1
Herkent u de onduidelijkheid voor studenten als het gaat om de definitie van een huishouden
en bijbehorende adviezen, zoals het «met het hele gezin in quarantaine gaan» indien
iemand ziek wordt? Bent u bereid duidelijk te maken wat dit betekent voor studentenhuizen
waar meerdere, soms meer dan tien, studenten samenwonen?
Vraag 2
Deelt u het belang dat studenten zoveel als mogelijk duidelijkheid moet worden geboden
over waar zij op kunnen rekenen indien de coronacrisis resulteert in studievertraging
en de (financiële) gevolgen daarvan? Zo ja, bent u bereid nader toe te lichten hoe
u vindt dat de Dienst Uitvoering Onderwijs om moet gaan met verzoeken met betrekking
tot het uitstellen van college- en lesgeld en het al dan niet vasthouden aan afstudeertermijnen?
Vraag 3
Hoe duidt u het feit dat studenten wiens (praktijk)onderwijs en eventuele vergoedingen
daaruit zijn weggevallen, ook in deze crisistijd geen recht hebben op de bijstand
omdat zij staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling? Erkent u dat het wrang is
dat deze groep studenten daarmee geen andere keuze wordt gelaten dan (extra) financiële
schulden aan te gaan? Zo ja, bent u bereid hier iets aan te doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Erkent u dat de huidige profileringsfondsen niet zijn berekend op de (mogelijke) toename
van aanvragen van studenten als gevolg van de coronacrisis? Zo ja, kunt u uw antwoord
toelichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Klopt het dat (hoger)onderwijsinstellingen deels zelfstandig opereren in zaken zoals
wel of geen fysiek onderwijs gedurende de sluitingsperiode alsook dat sommige instellingen
nu al aangeven tot zeker 1 juni a.s. gesloten te blijven waar andere vooralsnog vasthouden
aan 28 april a.s.? Hoe duidt u het bestaan van deze verschillen, ook in het kader
van de wenselijke duidelijkheid voor studenten?
Vraag 6
Watverwacht u van (middelbaar en hoger)onderwijsinstellingen die bij het nieuwe schooljaar
aanmeldingen krijgen van leerlingen die misschien enkele studiepunten missen als gevolg
van studievertraging door de coronacrisis? Deelt u de wens om hier uniforme afspraken
over te maken? Zo ja, op welke termijn zal dit beleid duidelijk worden voor instellingen
en studenten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat enkele universiteiten, waaronder de Universiteit Maastricht,
momenteel werken aan noodfondsen voor internationale studenten die als gevolg van
de coronacrisis in financiële problemen (dreigen te) komen1? Klopt het dat dit louter gaat om geld uit crowdfundingsacties en niet om het instellingsgeld,
en hoe beziet u de publieke verantwoordelijkheid om internationale studenten die in
de financiële problemen komen te hulp te schieten?
Vraag 8
Wat is uw reactie op het pleidooi van de Jonge Akademie voor maatregelen waarmee de
positie van universitair personeel, waaronder jonge onderzoekers en promovendi, gedurende
de coronacrisis beter wordt beschermd2?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.