Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het weigeren van de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Breda om gedenkplaten te plaatsen
Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het weigeren van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (locatie Breda) om gedenkplaten te plaatsen (ingezonden 20 december 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 27 maart 2020). Zie Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1296.
Vraag 1
Is u bekend dat in de gerechtsgebouwen Amsterdam en Den Haag gedenkplaten zijn geplaatst
ter herinnering van de Nederlandse Joodse rechters die zijn vermoord tijdens de Tweede
Wereldoorlog?
Antwoord 1
Aan de muur van het Amsterdamse Paleis van Justitie zijn twee gedenkplaten aangebracht
ter nagedachtenis aan de 9 raadsheren, rechters en griffiers en aan de meer dan 70
advocaten die slachtoffer zijn geworden van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Deze gedenkplaten zijn onthuld in 1948 en mee verhuisd naar het nieuwe Amsterdamse
Paleis van Justitie. In Den Haag is geen gedenkteken voor omgekomen rechters, wel
voor de 23 omgekomen Haagse advocaten, het merendeel Joods.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant (locatie Breda) dit
weigert?
Antwoord 2
De Raad voor de rechtspraak heeft mij laten weten dat er bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant
geen herdenkingsmonument komt.
Vraag 3, 4
Waarom weigert de rechtbank Zeeland-West-Brabant dit te doen? Deelt u de mening dat
hier geen enkele valide reden denkbaar voor is? Zo nee, waarom niet?
Wat vindt u van deze weigering? Bent u ertoe bereid met deze rechtbank in gesprek
te gaan en ervoor te zorgen dat ook daar gedenkplaatjes worden geplaatst als eerbetoon
aan de slachtoffers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4
De Rechtspraak heeft de bevoegdheid om zelfstandig te beslissen over het al dan niet
plaatsen van een gedenkteken als eerbetoon aan (Joodse) Rechtspraakmedewerkers die
slachtoffer zijn geworden van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gelet hierop
ben ik niet voornemens hierover met de rechtbank Zeeland-West-Brabant in gesprek te
gaan.
Wel kan ik u het volgende melden.
Er bestaat Rechtspraak breed geen landelijk uniform beleid hierover. De rechtbank
Zeeland-West-Brabant heeft onvoldoende bijzondere aanleiding gezien om mee te gaan
in het verzoek tot het plaatsen van een gedenkmonument in of bij de rechtbank, zo
heeft de Raad voor de rechtspraak mij laten weten.
Het is de rechtbank na archiefonderzoek niet gebleken dat er Joodse medewerkers, waaronder
rechters, van de rechtbank slachtoffer zijn geworden van de bezetting tijdens de Tweede
Wereldoorlog. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft dit recent per brief aan de
verzoeker tot het plaatsen van een gedenkteken aldaar laten weten. Daarbij heeft de
rechtbank ook laten weten zich wel van harte aan te sluiten bij het initiatief van
de Raad voor de rechtspraak om landelijk (anderszins) op een voor iedereen kenbare
wijze aandacht te besteden aan 75 jaar vrijheid en de rol van en gevolgen voor (Joodse)
rechters en rechtspraakmedewerkers ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.