Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Belhaj over de berichten ‘Cruciaal IT-project bij Defensie dreigt te mislukken’ en ‘In een digitale oorlog doet de Nederlandse krijgsmacht er nu niet toe’
Vragen van het lid Belhaj (D66) aan de Staatssecretaris van Defensie over de berichten «Cruciaal IT-project bij Defensie dreigt te mislukken» en «In een digitale oorlog doet de Nederlandse krijgsmacht er nu niet toe» (ingezonden 20 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 26 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Cruciaal IT-project bij Defensie dreigt te mislukken»1 en «In een digitale oorlog doet de Nederlandse krijgsmacht er nu niet toe»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Defensie aan de mogelijke partners een plafondprijs van 1,3 miljard euro
heeft medegedeeld?
Antwoord 2
Tijdens de aanbesteding doe ik geen uitspraken over commercieel vertrouwelijke informatie.
In het DPO van september 2019 heb ik u geïnformeerd over de financiële bandbreedte
van het programma GrIT (Kamestuk 27 839, nr. 292). In het Algemeen Overleg van 4 september 2019 (Kamerstuk 31 125, nr. 107) heb ik toegezegd dat Defensie bereid is de stand van zaken van de uitgewerkte scenario’s,
inclusief de risico’s, toe te lichten in een, vanwege de commerciële vertrouwelijkheid,
besloten technische briefing. Deze heeft plaatsgevonden op 12 maart jl.
Vraag 3
Deelt u de twijfels over de vraag of Defensie voor 14,5 miljoen euro het exclusieve
gebruiksrecht van het technisch ontwerp van IBM/Atos voorGrensverleggende IT heeft gekocht?
Vraag 4
Kunt u uiteenzetten wat de mogelijke gevolgen zijn indien Defensie deze exclusieve
gebruiksrechten niet in bezit heeft?
Antwoord 3 en 4
Defensie heeft het exclusieve gebruiksrecht van het technisch ontwerp (TO) van het
consortium gekocht, zoals ik u met de brief van 25 februari 2019 (Kamerstuk 31 125, nr. 101) heb bericht. Verder wil ik zolang de aanbesteding loopt dan ook niet vooruitlopen
op het proces.
Vraag 5
Wat vindt u van de berichtgeving over het dreigement dat het consortium onder leiding
van IBM/Atos honderden miljoenen euro’s aan gemaakte kosten op u gaat verhalen in
het geval van een geweigerde gunning voor het project Grensverleggende IT?
Antwoord 5
Tijdens de lopende aanbesteding doet Defensie geen uitspraken over commercieel vertrouwelijke
informatie. In het Algemeen Overleg van 4 september 2019 (Kamerstuk 31 125, nr. 107) heb ik toegezegd dat Defensie bereid is de stand van zaken van de uitgewerkte scenario’s,
inclusief de risico’s, toe te lichten in een, vanwege de commerciële vertrouwelijkheid,
besloten technische briefing. Deze heeft inmiddels plaatsgevonden op 12 maart jl.
Vraag 6
In hoeverre heeft u het consortium onder leiding van IBM/Atos betrokken bij uw afweging
om de aanbesteding tijdelijk stil te leggen?
Antwoord 6
Het consortium is niet betrokken geweest bij de afweging.
Vraag 7
Wat is uw appreciatie van de twijfels bij juridische aanbestedingsexperts die geciteerd
zijn in de berichtgeving over de vraag of Defensie de aanbesteding nog kan stoppen
zonder een groot verlies te nemen?
Antwoord 7
De mogelijkheden om een aanbesteding te stoppen hangen mede af van de specifieke voorwaarden
waaronder de desbetreffende aanbesteding op de markt is gezet. In deze aanbesteding
is in iedere fase overeengekomen dat Defensie deze kan stopzetten zonder een vergoeding
verschuldigd te zijn. Verder wil ik hier zolang de aanbesteding loopt niet op vooruitlopen.
Vraag 8
Kunt u, gelet op uw melding van afgelopen september dat de continuïteit gewaarborgd
is tot de periode 2020–2022, aangeven hoe deze uitspraak zich verhoudt tot uw uitspraak
dat u op de «pauzeknop» heeft gedrukt van het aanbestedingstraject en het scenario
onderzoekt om de aanbesteding aan te passen?
Antwoord 8
Zoals ik u liet weten in de brief van 18 februari jl. (Kamerstuk 31 125, nr. 110) is de IT-infrastructuur van Defensie nog steeds op haar taak berekend. De continuïteit
van de IT komt niet in het geding. Daarvoor zijn de afgelopen jaren bewust reguliere,
voor lifecycles benodigde investeringen gedaan en zijn ook belangrijke extra investeringen
gedaan om de continuïteit van de IT te borgen.
Het BIT concludeerde in een derde toets over het programma GrIT (brief van 2 juli
2019, Kamerstuk 31 125, nr. 104) dat Defensie nog niet klaar was om tot gunning over te gaan. Als antwoord op de
conclusies van het BIT heb ik een pauze ingelast van het programma GrIT en ben ik
een heroverwegingstraject gestart. Omdat GrIT nog niet is gestart wordt jaarlijks
bezien welke aanvullende maatregelen nodig zijn voor de continuïteit.
Vraag 9
Wat vindt u ervan dat uit interne bronnen blijkt dat Defensie de greep op het project
lijkt te verliezen door met één partij in zee te gaan?
Antwoord 9
De veronderstelling dat werken met één partij leidt tot het verlies van grip is onjuist.
Wel is de belangrijkste aanbeveling van het BIT dat dit goed moet worden georganiseerd.
Dat is mogelijk, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, zoals in het tweede
en derde BIT-advies is aangegeven (Kamerstukken 31 125, respectievelijk nr. 84 en nr. 104).
Vraag 10
Kunt u aangeven wat tot nu is ondernomen om tegemoet te komen aan de adviezen uit
het laatste BIT-rapport?
Antwoord 10
Zoals ik u heb laten weten in de brief van 18 februari jl. (Kamerstuk 31 125, nr. 110), heeft Defensie de afgelopen tijd in het kader van het heroverwegingstraject twee
hoofdscenario’s uitgewerkt en door een externe partij laten valideren. Daarnaast heb
ik onderzoek verricht dat heeft geleid tot een beter inzicht in de mogelijkheden om
opvolging te geven aan de aanbevelingen van de derde BIT-toets en de gesprekken met
de overgebleven partij in de aanbesteding. Defensie laat het aangepaste plan nogmaals
valideren door een extern bureau. Het scenario dat wordt gekozen zal de gebruikelijke
interne controlemechanismen doorlopen. Dat betekent onder meer dat de contractdocumenten
getoetst worden door de ADR. Daarnaast laat ik een BIT-toets uitvoeren op het uiteindelijke
scenario.
Vraag 11
Gaat u de deadline van het projectGrensverleggende IT halen? Zo nee, wat gaat u doen om de gevolgen hiervan te beperken?
Antwoord 11
Ik verwacht dat ik de resultaten van de BIT-toets op zijn allervroegst kort voor het
zomerreces aan uw Kamer kan aanbieden.
Vraag 12
In hoeverre is de continuïteit van IT bij Defensie in gevaar door het stilleggen en
mogelijk stoppen van het aanbestedingstraject?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 13
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de continuïteit ook na de periode 2020–2022 gewaarborgd
is?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 14
Tijdens het algemeen overleg IT Defensie van 4 september jongstleden hebt u de toezegging
gedaan om de twee scenario’s, de ICT-aanbesteding in één keer in de markt zetten of
de aanbesteding te faseren, inclusief de schets van de belangrijkste risico’s, waaronder
langer doorgaan met de huidige systemen, naar de Kamer te sturen. Wanneer kan de Kamer
deze scenario’s verwachten?
Antwoord 14
Zoals ik u heb laten weten in de brief van 18 februari jl. (Kamerstuk 31 125, nr. 110), heeft Defensie de afgelopen tijd in het kader van het heroverwegingstraject twee
hoofdscenario’s uitgewerkt en door een externe partij laten valideren. Daarnaast heb
ik onderzoek verricht dat heeft geleid tot een beter inzicht in de mogelijkheden om
opvolging te geven aan de aanbevelingen van de derde BIT-toets en de gesprekken met
de overgebleven partij in de aanbesteding. Defensie laat het aangepaste plan nogmaals
valideren door een extern bureau. Dit proces loopt nu en is naar verwachting binnenkort
afgerond. In de besloten technische briefing van 12 maart jl. heeft Defensie de stand
van zaken van de uitgewerkte scenario’s toegelicht. Nadat deze validatie is afgerond
zal ik u de hoofdlijnen van de hoofdscenario’s aanbieden in een commericeel vertrouwelijke
brief.
Het scenario dat wordt gekozen zal de gebruikelijke interne controlemechanismen doorlopen.
Dat betekent onder meer dat de contractdocumenten getoetst worden door de ADR. Daarnaast
laat ik een BIT-toets uitvoeren op het uiteindelijke scenario. Naar verwachting zullen
de resultaten daarvan niet eerder dan in het derde kwartaal van 2020 beschikbaar komen.
Zodra dat het geval is zal ik uw Kamer informeren.
Vraag 15
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de mogelijkheid van een claim van het consortium IBM/Atos
een mogelijke herstart van de aanbestedingsprocedure niet verhindert?
Antwoord 15
Defensie volgt een zorgvuldig proces. Ik zal het proces volgen zoals aan u geschetst
in de Kamerbrief van 18 februari jl (Kamerstuk 31 125, nr. 110).
Vraag 16
Deelt u de mening dat aanbestedingsprocedures zorgvuldig en doelmatig dienen te verlopen?
Antwoord 16
Ja.
Vraag 17
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 17
De vragen heb ik zoveel als mogelijk apart behandeld.
Vraag 18
Kunt u de vragen zo spoedig mogelijk en in ieder geval in het eerste kwartaal van
2020 beantwoorden, en de bij het AO IT Defensie van 4 september 2019 toegezegde brief
aan de Kamer doen toekomen?3
Antwoord 18
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Diks (GroenLinks),
ingezonden 20 februari 2020 (vraagnummer 2020Z03529) en van het lid Popken (PVV), ingezonden 20 februari 2020 (vraagnummer 2020Z03531).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.