Schriftelijke vragen : Het lot van geitenbokjes
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het lot van geitenbokjes (ingezonden 20 maart 2020).
Vraag 1
Heeft u gezien dat geitenboeren en de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) niet meer
weten wat ze moeten doen met de 100.000 geitenbokjes die dit jaar in de lammerperiode
als «afvalproduct» bij de productie van geitenkaas en -melk zullen worden geboren
in de melkgeitenhouderij?1
Vraag 2
Heeft u gezien dat deze partijen waarschuwen voor illegale situaties, zoals het doden
van pasgeboren geitenbokjes om ze af te voeren naar destructie, het op te jonge leeftijd
afvoeren van lammetjes naar de slacht of het houden van teveel dieren op de bedrijven?2
Vraag 3
Klopt het dat van de tien tot vijftien bokkenmesters, die er naar schatting in 2017
in Nederland waren, er nu maximaal drie overgebleven zijn, omdat de rest geen geldige
vergunning had? Zo nee, wat is dan de reden?
Vraag 4
Hoe lang hebben deze bokkenmesterijen dieren kunnen houden, zonder dat zij over de
juiste vergunning beschikten en hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat er in het voorjaar van 2019 ook al sprake was van het sluiten
van bokkenmesterijen?3
Vraag 6
Bent u op de hoogte van het feit dat eind 2019 bleek dat geitenhouders wederom hun
aantallen dieren flink hebben uitgebreid, ook in gebieden waar een geitenstop is ingesteld,
waardoor het aantal geiten sinds 2000 is verdrievoudigd tot 614.000?4
Vraag 7
Deelt u de mening dat de geitensector, door welbewust uit te breiden terwijl bokkenmesterijen
hun deuren moesten sluiten, zelf verantwoordelijk is voor deze situatie waarbij er
geen ruimte meer is voor de geitenbokjes die straks worden geboren als bijproduct
van de geitenkaas- en geitenmelkproductie?
Vraag 8
Erkent u de noodzaak voor het invoeren van een stelsel van productierechten om een
verdere groei van het aantal geiten te voorkomen?
Vraag 9
Op welke wijze gaat u zich inzetten om het aantal geiten in Nederland terug te brengen
naar een aantal waarbij de geboren lammetjes op de bedrijven kunnen worden aangehouden
en wel passen binnen de vergunde ruimte?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij controles
op identificatie en registratie in 2018 bij 63% van de onderzochte geiten- en schapenbedrijven
overtredingen constateerde en dat bij de herinspecties 75% niet akkoord was?5
Vraag 11
Herinnert u zich dat u de vroegtijdige sterfte onder geitenlammetjes van gemiddeld
31% in 2016 en 32% in 2017 onacceptabel noemde?6
Vraag 12
Heeft u gezien dat de sector waarschuwt dat het probleem met de bokken groter is dan
in 2016, toen de sterfte onder geitenbokjes gemiddeld 31% was en opliep tot wel 66%
bij 1 bedrijf?
Vraag 13
Gaat de NVWA met deze kennis in het komende lammerseizoen intensief toezicht houden
bij alle melkgeitenbedrijven? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen om tijdig op
te kunnen treden tegen illegale situaties?
Vraag 14
Hoeveel geitenlammeren zijn er in 2019 in de Nederlandse melkgeitenhouderij geboren?
Hoeveel lammeren daarvan zijn dood geboren?
Vraag 15
Hoeveel van de in vraag 14 bedoelde levend geboren geitenlammeren zijn er in de loop
van 2019 alsnog gestorven en op welke leeftijd gebeurde dat?
Vraag 16
Waar blijft de brief met uw inzet voor het terugdringen van de zeer hoge sterfte van
geitenbokjes, biggetjes en kalfjes die u eind 2019 naar de Kamer zou sturen?
Vraag 17
Klopt het dat de LTO vakgroep Melkgeitenhouderij heeft besloten om alle gesprekken
over de «zorg voor jonge dieren» op te schorten, zolang zij geen ruimte krijgt om
meer geitenlammetjes aan te houden? Zo ja, neemt u dan nu zelf de ruimte om uw eigen
beleid en eigen doelen te bepalen op dit dossier?
Vraag 18
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.