Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht ‘Reporter Radio kritisch over rookstophulp’
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Reporter Radio kritisch over rookstophulp» (ingezonden 6 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
            17 maart 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2019–2020, nr. 1814.
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op het bericht «Reporter Radio kritisch over rookstophulp»?1
Antwoord 1
            
Ik vind het goed dat Reporter Radio kritisch naar de rookstophulp kijkt. Met alle
               maatregelen die we nemen in het kader van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) om
               het roken te ontmoedigen is het absoluut noodzakelijk dat het vangnet voor rokers
               die willen stoppen goed is.
            
Bij het opstellen van het NPA is al ingezet op een verbeterslag van de rookstophulp,
               omdat dat zeker nodig is. Dat is nog niet volledig geëffectueerd. Ik wil echter opmerken
               dat er ook nu al uitstekende rookstopcoaches in Nederland zijn die zich goed aan de
               richtlijnen houden.
            
Vraag 2
            
Klopt het dat van de ongeveer drie miljoen mensen, ouder dan 18 jaar, die roken, 22%
               van de bevolking, dus ruim een derde, in het afgelopen jaar een serieuze poging heeft
               gedaan om te stoppen met roken? Is de organisatie van de rookstopzorg wel toegerust
               om de enorme aantallen potentiële stoppers op te vangen? Kunt u uw antwoord toelichten?2
Antwoord 2
            
In 2018 deed 37% van de ongeveer drie miljoen volwassen rokers een serieuze stoppoging,
               dat wil zeggen dat ze minstens een dag niet rookten. Slechts één op de twintig zocht
               daarbij hulp van een professionele rookstopbegeleider. Tweederde maakte van geen enkel
               ondersteuningsmethode gebruik, één op de zeven gebruikte een methode die niet bewezen
               effectief is, zoals lasertherapie of homeopathie, en de rest gebruikte medicijnen
               of een zelfhulpboek. Ik vind het teleurstellend dat maar zo weinig rokers die een
               stoppoging doen daar de beste hulp bij zoeken. Het is daarom een van de doelen uit
               het NPA om (veel) meer effectieve stoppogingen te realiseren.
            
De beschikbaarheid van lokale rookstophulp is in Nederland niet evenredig over de
               regio’s verdeeld. Dat wil zeggen dat er op sommige plekken in Nederland gaten vallen
               in de persoonlijke en groepsbegeleiding. Het dekkend maken van goede rookstophulp
               staat hoog op mijn agenda.
            
Vraag 3
            
Wat is uw reactie op de uitspraak van verslavingsarts Van de Graaf: «De rookstopcoachwereld
               is een grote brij van een paar duizend mensen, waarvan je als roker niet weet of je
               wel krijgt waar je recht op hebt»?3
Antwoord 3
            
Er heeft de afgelopen jaren wel een forse groei plaats gevonden van het aantal aanbieders
               van rookstophulp, dat klopt. In het kader van het NPA zijn we bezig daarin het kaf
               van het koren te scheiden, door sturing vanuit het inkoopbeleid van de zorgverzekeraars.
               Ondertussen zijn er ook veel goede rookstopcoaches bijgekomen. Van de Graaf heeft
               wel een punt als hij zegt dat zijn eigen sector, de verslavingszorg, nog onvoldoende
               toegankelijk is voor de roker die zeer intensieve hulp nodig heeft om te stoppen met
               roken.
            
Vraag 4
            
Klopt het dat er onvoldoende zicht is op de organisatie van de zorg bij stoppen met
               roken? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Antwoord 4
            
Ja, dat klopt. De stoppen met rokenzorg vraagt in elke regio een netwerkstructuur
               waarin alle relevante zorgverleners elkaar weten te vinden en er zowel lichte als
               intensieve rookstopbegeleiding beschikbaar is. In zo’n netwerk moeten alle zorgverleners
               betrokken zijn in de hele keten van advisering om te stoppen, motivatieverhoging,
               verwijzing, ondersteuning bij het stoppen en nazorg. Een netwerk van medisch specialisten,
               huisartsen, verpleegkundigen tot aan apotheker, verslavingszorg, rookstopcoach. Hoe
               deze multidisciplinaire zorg ingericht moet worden staat onder andere beschreven in
               de zorgstandaard Tabaksverslaving 2019. De vorming van deze regionale netwerkstructuren
               staat nog in de kinderschoenen. Daarom zijn we in samenwerking met het Trimbos-instituut
               lokale SMR-zorgpaden in 10 verschillende regio’s aan het ontwikkelen.
            
De teams die in de zorgpaden actief zijn, bestaan uit zorgverleners uit de nulde en
               eerste lijn, uit het lokale ziekenhuis en uit een verslavingszorginstelling en/of
               GGZ.
            
Vraag 5
            
Is, sinds de zorgverzekeraars het stoppen met roken vergoeden, het opgenomen zijn
               in de contractering door zorgverzekeraars voldoende of is het een minimale eis dat
               iemand ingeschreven staat in het Kwaliteitsregister?
            
Antwoord 5
            
Zorgverzekeraars stellen minimale eisen en richtlijnen aan gekwalificeerde stoppen-met-rokenaanbieders,
               om in aanmerking te komen voor contractering. De gekwalificeerde aanbieders en de
               programma’s die bewezen effectief zijn moeten geregistreerd zijn in het kwaliteitsregister
               Stoppen met Roken.
            
Voor huisartsen hebben zorgverzekeraars een eigen inkoopbeleid en een aparte overeenkomst.
               Dit inkoopbeleid geldt voor landelijke zorgaanbieders.
            
Vraag 6
            
Heeft u zicht op de kwaliteit van coaches in het Kwaliteitsregister? Is een opleiding
               van drie of vier dagen volgens u voldoende om de persoon die wil stoppen, te ondersteunen
               bij het stoppen met roken?4
Antwoord 6
            
Om ingeschreven te staan in het Kwaliteitsregister moet een coach voldoen aan criteria
               op het gebied van scholing en aantal begeleidingsuren, dus ervaring. Of de huidige
               criteria voldoende zijn wordt momenteel door een visiegroep onderzocht, waarbij ook
               wordt gekeken naar de eisen aan rookstopcoaches in het buitenland, waaronder Engeland.
               Overigens wordt ook stoppen met roken begeleiding gegeven door zorgverleners die niet in het Kwaliteitsregister staan, zoals de meeste huisartsen.
            
Vraag 7
            
Vindt u het acceptabel dat medicijnen (bijvoorbeeld Champix of nortriptyline) worden
               voorgeschreven zonder dat een arts de persoon ooit heeft gezien, zonder dat medicatiegeschiedenis
               voldoende duidelijk is en zonder dat er adequate begeleiding plaatsvindt? Zo nee,
               wat gaat u ondernemen tegen stoppen-met-roken-coaches die in het Kwaliteitsregister
               staan, die zonder tussenkomst van een arts dergelijke middelen voorschrijven en versturen
               per post?
            
Antwoord 7
            
Ik vind het onacceptabel dat medicijnen worden voorgeschreven zonder dat een arts
               de persoon ooit heeft gezien.
            
Het voorschijven van medicatie is een voorbehouden handeling en mag alleen worden
               uitgevoerd door Big-geregistreerden (Wet Big). De Geneesmiddelenwet stelt voorwaarden
               voor de wijze van voorschrijven.
            
Het is een ieder verboden via internet geneesmiddelen voor te schrijven aan personen
               die de voorschrijver nog nooit persoonlijk heeft ontmoet, of die de voorschrijver
               niet kent of van wie de voorschrijver de medicatiehistorie niet beschikbaar heeft
               (artikel 67 geneesmiddelenwet). Daarnaast is er ook een richtlijn «Elecktronisch voorschrijven»
               opgesteld door de KNMG waarin staat dat een geneesmiddel slechts voor mag worden geschreven
               als daarbij gebruik wordt gemaakt van een elektronisch voorschrijfsysteem.
            
Dit voorschrijfsysteem moet bewaken dat er geen onbedoelde interactie is met andere
               geneesmiddelen, de individuele gevoeligheden van de cliënt voor een bepaald geneesmiddel
               herkennen, de juiste dosering bewaken, dubbelmedicatie herkennen en bewaken op contra
               indicaties voor andere patientkenmerken. De arts die voorschrijft moet daarnaast beschikken
               over een actueel medicatieoverzicht van de betreffende cliënt. Deze richtlijn is onderschreven
               door tal van veldpartijen waaronder de GGD, GGZNL, LHV, KNOV en Verenso. De inspectie
               Gezondheidszorg en Jeugd kan bij overtreding van deze normen optreden tegen de betrokken
               artsen.
            
Vraag 8
            
Hoe wordt gecontroleerd of ingeschrevenen in het Kwaliteitsregister bewezen effectieve
               methoden gebruiken?
            
Antwoord 8
            
Deze controle vindt steekproefsgewijs plaats op basis van de informatie die de ingeschrevenen
               op hun website plaatsen. Het Kwaliteitsregister eist van de ingeschrevenen dat zij
               duidelijk vermelden dat zij alleen in het Kwaliteitsregister geregistreerd staan voor
               de bewezen effectieve rookstopmethoden.
            
Vraag 9
            
Wat is uw reactie op de opmerking van mevrouw De Kleijn dat er geen controle is op
               de coaches? En wat is uw reactie op de constatering dat dit onder andere veroorzaakt
               wordt door onvoldoende capaciteit van het Kwaliteitsregister? Bent u van mening dat
               meer capaciteit bij het Kwaliteitsregister nodig is, ook gezien het grote volksgezondheidsbelang
               én aangezien stoppen met roken een van de drie thema’s is van uw Preventieakkoord?
            
Antwoord 9
            
Ik ben het eens met de constatering dat het Kwaliteitsregister moet worden verbeterd.
               Om die reden heb ik een incidentele vergoeding toegekend om een verbeterslag van de
               Kwaliteitsregister te maken. Samen met het Partnership verken ik wat er nodig is om
               het register goed te laten werken, uiteraard neem ik hier ook de capaciteitsvraag
               in mee.
            
Vraag 10
            
Bent u van mening dat de verzekeraars er verstandig aan doen om bij de vergoeding
               van rookstopcoaches niet af te gaan op succespercentages zoals gegenereerd door de
               rookstopcoaches zelf, die oncontroleerbaar en weinig betrouwbaar lijken te zijn?
            
Antwoord 10
            
Ook hierover lopen momenteel onderhandelingen met de zorgverzekeraars en ik wil daar
               niet op vooruitlopen.
            
Vraag 11
            
Is het niet raadzaam dat zij stringente opleidingseisen stellen aan rookstopcoaches
               en die handhaven, waarbij gedacht moet worden aan een BIG-registratie? Zijn hun werkzaamheden
               niet goed te vergelijken met de post-hbo-opleidingen voor verpleegkundigen tot diabetes-,
               long-, hart- en vaatverpleegkundigen? Past een verpleegkundig specialist «rookverslaving»
               niet goed binnen een dergelijk rijtje?
            
Antwoord 11
            
Niet elke roker heeft even intensieve begeleiding nodig. Momenteel wordt er gewerkt
               aan een onderscheid in verschillende zorgzwaarteprofielen, lopend van zelfhulp tot
               intensieve begeleiding in de verslavingszorg. In de profielen daartussen past ook
               licht-intensieve begeleiding, zoals bijvoorbeeld door een doktersassistent. Doktersassistenten
               hebben geen BIG-registratie, maar zijn vaak uitstekende coaches. Ik ben daarom geen
               voorstander van om alleen Big-geregistreerden te laten optreden als rookstopcoaches.
            
Vraag 12
            
Bent u van mening dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ook toezicht zou
               moeten houden op deze coaches? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ligt dan een BIG-registratie
               als voorwaarde om als coach te mogen werken niet voor de hand?
            
Antwoord 12
            
Ik verwijs hierbij naar het antwoord op vraag 7.
Vraag 13
            
Op welke wijze houdt de IGJ op dit moment toezicht op het Kwaliteitsregister, de voorschrijvers
               van geneesmiddelen of de betrokken artsen?
            
Antwoord 13
            
Ik verwijs hierbij naar het antwoord op vraag 7.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.