Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuik over maximale 'veilige' geluidsniveaus bij concerten die alleen met oordoppen veilig blijken te zijn
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over maximale «veilige» geluidsniveaus bij concerten die alleen met oordoppen veilig blijken te zijn (ingezonden 13 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
12 maart 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Nieuwsuur waaruit blijkt dat het maximale
geluidsniveau van 103 decibel bij concerten en festivals in Nederland alleen veilig
is wanneer er ook oordoppen gedragen worden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven welk percentage van de bezoekers van muziekconcerten oordoppen draagt?
Acht u dit voldoende?
Antwoord 2
Uit onderzoek van VeiligheidNL in 2018 blijkt dat iets minder dan de helft van de
bezoekers van muziekevenementen oordoppen heeft gedragen.
Nee, ik vind dit niet voldoende en deel de zorgen over de toename van gehoorschade.
Het is van groot belang dat we zuinig zijn op ons gehoor en de bescherming daarvan
de nodige aandacht geven. Ik zal daarom de I Love My Ears campagne en de uitvoering
van het Convenant Preventie Gehoorschade blijven faciliteren.
Vraag 3
Waarom wordt in de voorlichtingscampagne over gehoorbescherming «I love my ears» niet
gecommuniceerd dat gebruik van oordoppen altijd nodig is als het maximale geluidsniveau
op concerten en festivals wordt gehaald?
Vraag 4
Sinds wanneer is bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bekend dat
de maximumnorm van 103 decibel alleen veilig is met gebruik van oordoppen? Waarom
is vanaf dat moment niet direct de voorlichtingscampagne hierop aangepast?
Antwoord 3 en 4
De campagne I Love My Ears is actief op plaatsen waar zonder gehoorbescherming niet
veilig naar muziek geluisterd kan worden. I Love My Ears wil mensen op een positieve
manier bewust maken en stimuleren tot het nemen van gehoorbeschermende maatregelen,
zoals het dragen van oordoppen met muziekfilter, afstand nemen tot de luidsprekers
en het nemen van zogenaamde oorpauzes.
De 103 dB norm is afkomstig uit het Convenant Preventie Gehoorschade Versterkte Muziek.
Deze norm legt voor aanbieders van versterkte muziek het hoogst gemiddelde acceptabele
geluidsniveau vast. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was sinds
de eerste het begin van de I Love My Ears campagne in 2014 op de hoogte met het gegeven
dat een geluidsniveau 103 dB alleen veilig is met gebruik van oordoppen. Er is bewust
gekozen om niet over maximumnormen te communiceren omdat uit gedragsdeterminantenonderzoek
bij uitgaanders blijkt dat vooral de sociale norm van invloed is en niet zozeer risicoperceptie
of kennis.
I Love My Ears communiceert al bij veel lagere geluidsniveaus over mogelijke gehoorschade
als zonder gehoorbescherming wordt geluisterd naar harde muziek.
Vraag 5
Wat vindt u van de opvatting van de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM), dat het
de eigen verantwoordelijkheid van het publiek is om te kiezen om wel of niet oordoppen
te dragen, ook nu blijkt dat het publiek over de noodzaak hiertoe niet goed wordt
geïnformeerd? Hoe kijkt u hier tegenaan als het om jongeren gaat?
Antwoord 5
Ik ben het niet eens met de stelling dat het publiek niet goed wordt geïnformeerd
over de noodzaak om oordoppen te dragen. I Love My Ears is gericht op plaatsen waar
zonder gehoorbescherming niet veilig naar muziek kan worden geluisterd. Daarnaast
informeren de convenantpartners hun bezoekers vanaf een gemiddeld geluidsniveau van
92,5 dB(A) over het belang van het dragen van oordoppen en stellen deze ook op een
laagdrempelige wijze en op een gemakkelijk vindbare plek beschikbaar.
Ik ben het eens met de opvatting van de VVEM. Ik vind het verantwoord om de bezoeker
vrij te laten in zijn of haar keus om oordoppen te dragen omdat er sprake is van goede
informatievoorziening en een reëel handelingsperspectief.
Voor jongeren hebben de convenantpartners aparte geluidsniveaus afgesproken. Bij evenementen
voor kinderen en jongeren tot de leeftijd van 18 jaar stimuleren zij al vanaf een
gemiddeld geluidsniveau van 88 dB(A) het dragen van oordoppen. Ook zorgen zij ervoor
dat hun leden aangepaste geluidsniveaus hanteren, te weten: een hoogst-equivalent
gemiddeld geluidsniveau van 91 dB(A) voor kinderen tot en met 13 jaar; 96 dB(A) voor
kinderen/jongeren van 14 en 15 jaar en 100 dB(A) voor kinderen/jongeren van 16 en
17 jaar.
Vraag 6
Klopt het dat er – ondanks afspraken hierover in het convenant – nooit een onafhankelijke
partij is gekomen waar de resultaten van de gemeten geluidsniveaus aan geleverd moeten
worden? Klopt het dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de keuze
heeft gemaakt om de Stichting Kwaliteit Evenementen Nederland (SKEN) hiervoor aan
te wijzen? Zo ja, waarom is die keuze gemaakt?
Antwoord 6
In het convenant is een derde onafhankelijke partij opgenomen voor het delen van geluidsmetingen
om te borgen dat de metingen onafhankelijk en objectief gebeuren en onderling vergelijkbaar
zijn.
De Stichting Kwaliteit Evenementen Nederland (SKEN) vervult die rol en rapporteert
periodiek aan de convenantpartners. SKEN maakt daarbij gebruik van het in opdracht
van VWS ontwikkelde systeem Soundsken. SKEN is een betrokken en deskundige partij
die door alle convenantpartners acceptabel wordt geacht. Ik heb geen reden de betrouwbaarheid
van hun rapportages in twijfel te trekken. VeiligheidNL verzorgt als neutrale partij
de rapportage over de voortgang van het convenant.
Vraag 7
Hoeveel overschrijdingen van de geluidsnorm zijn afgelopen jaren geconstateerd? Welke
acties zijn richting de verantwoordelijken genomen? Is hiermee herhaling voorkomen?
Antwoord 7
Het convenant is in december 2018 van start gegaan. Het aantal overschrijdingen in
2019 is nog niet definitief vastgesteld. De rapportage over 2019 komt in april 2020.
Uit metingen in 2018, dit zijn metingen door de leden van de Vereniging Nederlandse
Poppodia en Festivals (VNPF) en Vereniging van Evenementenmakers (VVEM), bleek dat
er bij 10,8% van de gemeten muziekevenementen overtredingen zijn geweest; de totale
tijd waarbij de geluidsnorm is overschreden bedroeg 1,5%. Voor 2017 waren er bij 7%
van de gemeten muziekevenementen overtredingen gedurende 0,7% van de gemeten tijd.
Daarbij past de kanttekening dat het aantal muziekactiviteiten met metingen en het
aantal uren geregistreerde waarnemingen in 2018 zeer fors is toegenomen ten opzichte
van 2017.
De cijfers zijn bedoeld om de convenantpartners feedback te geven over de resultaten
van hun inspanningen en te laten zien waar zij staan in hun streven naar de veiligheid
voor het gehoor van de bij hen aangesloten locaties. De convenantspartijen streven
naar het nakomen van de afspraken. De ervaring leert overigens dat het niet te verwachten
is dat er de komende jaren geen overschrijdingen van de norm meer zullen zijn.
Vraag 8
Klopt het dat gehoorschade al bij een kort moment van geluid boven het maximum aantal
decibel voor gehoorschade kan zorgen?
Antwoord 8
Dat is mogelijk. Gehoorschade kan ook al ontstaan bij lagere geluidniveaus. De precieze
invloed van de voor gehoorschade relevante factoren is nog niet goed bekend. Zo zijn
er grote individuele verschillen in gevoeligheid van het gehoor. De lange tijd tussen
blootstelling en het optreden van gehoorverlies maakt causaliteit lastig vast te stellen.
Wat het ook lastig maakt is dat de schade aan het gehoor een gestapeld effect is van
blootstelling aan diverse andersoortige bronnen zoals bijvoorbeeld: concerten, koptelefoons,
sportscholen, omgevingsgeluiden, vuurwerk, etc.
Vraag 9
Wanneer wordt de evaluatie van de uitvoering van het convenant door VeiligheidNL uitgevoerd
en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Antwoord 9
VeiligheidNL is op dit moment bezig met het opstellen van de voortgangsrapportage
over 2019. Deze rapportage zal ik in april aan de Kamer sturen.
Vraag 10
Op welke wijze is de motie van de leden Kuik en Dik-Faber over wetgeving inzake maximumgeluidsnormen
uitgevoerd?2
Antwoord 10
Na een voorverkenning is besloten het benodigde onderzoek voor uitvoering van de motie
te laten verrichten door een externe partij. Het onderzoek richt op zich een analyse
van relevante buitenlandse wetgeving en beantwoording van de vraag hoe wetgeving op
het gebied van maximumgeluidsnormen, alsmede het toezicht op de naleving ervan, er
in Nederland uit zou kunnen zien.
Vraag 11
Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de mogelijkheden om maximumgeluidsnormen
en het toezicht op de naleving hiervan in wetgeving op te nemen?
Antwoord 11
De Kamer zal hierover eind dit jaar worden geïnformeerd.
Vraag 12
Kunt u aangeven op welke wijze uitvoering is gegeven aan de overgenomen motie Kuik
Dik-Faber, waarin de regering werd verzocht in kaart te brengen welke sectoren niet
zijn aangehaakt bij het Convenant Preventie Gehoorschade en waarin de regering tevens
verzocht werd zich er actief voor in te zetten dat deze sectoren hun verantwoordelijkheid
nemen door zich bij het convenant aan te sluiten? Welke sectoren zijn geïdentificeerd
die nog niet aangehaakt waren? Welke acties heeft u ondernomen om die sectoren wel
aan te laten sluiten bij het convenant?3
Antwoord 12
VeiligheidNL heeft ten behoeve van de uitvoering van deze motie een stakeholdersanalyse
gemaakt van relevante partijen of sectoren die (nog) niet zijn aangesloten bij het
convenant. Een selectie hieruit zal dit jaar worden benaderd. Het gaat dan om partijen
als uitgaansgelegenheden, gemeenten, artiestenbureaus, pop- en rockacademies en dj-scholen.
De stakeholderanalyse zal ik in april aan de Kamer zenden, tegelijk met de voortgangsrapportage
over 2019.
Al gesproken is met de Vereniging van Schouwburg- en Concert Directies (VSCD). Deze
partij is mogelijk geïnteresseerd om toe te treden tot het convenant, maar heeft nog
geen beslissing genomen. Daarnaast is gesproken met Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
KHN doet al veel tegen gehoorschade en lijkt zich niet op korte termijn aan te willen
sluiten. Wellicht ligt dit anders voor afzonderlijke regio’s. De mogelijkheden daartoe
zullen dit jaar worden verkend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.