Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken, Westerveld, Agema, Hijink en Van der Staaij over de mogelijke doorstart van de Hoenderloo Groep
Vragen van de leden Kuiken (PvdA), Westerveld (GroenLinks), Agema (PVV), Hijink (SP) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de mogelijke doorstart van de Hoenderloo Groep (ingezonden 13 februari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 maart
2020).
Vraag 1, 2
Klopt het dat u naar aanleiding van de penibele situatie van de Hoenderloo Groep en
het daaropvolgende debat in gesprek bent gegaan met enkele ouders van de ongeveer
200 kinderen die verblijven in de instelling?
Wat heeft u besproken met de ouders van de jongeren in kwestie? Welke informatie is
er gedeeld?
Antwoord 1, 2
Vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke volg ik de situatie bij Pluryn en de
Hoenderloo Groep nauwgezet en is het vooral mijn taak om te zorgen dat betrokken partijen,
zoals Pluryn en de gemeenten, hun verantwoordelijkheid nemen. Ik laat mij regelmatig
informeren over de situatie bij Pluryn en de Hoenderloo Groep. In eerste instantie
door de IGJ, gemeenten, de Jeugdautoriteit en Pluryn zelf. Ik heb echter ook enkele
gelegenheden aangegrepen om met betrokkenen zelf te spreken. Zo bracht ik op 9 januari
2020 een bezoek aan de Hoenderloo Groep, waar ik sprak met kinderen, ouders en zorgprofessionals.
Ik heb met hen, in het bijzijn van een vertegenwoordigend wethouder namens de gemeenten
en het bestuur van Pluryn, doorgepraat over de zorgen die zij hebben over de sluiting
van de Hoenderloo Groep. Ik heb hen gezegd dat continuïteit van zorg die de jongeren
op dit moment ontvangen bij de Hoenderloo Groep het belangrijkste is. Voor elk kind
moet een passende vervolgplek komen en zij moeten zo snel mogelijk weten waar ze aan
toe zijn.
In mijn brief van 20 februari heb ik aangegeven dat Pluryn inmiddels zicht zegt te
hebben op duurzame passende zorg voor alle jongeren die nu nog bij de Hoenderloo Groep
verblijven. Alle betreffende ouders hebben een brief gekregen met een voorstel voor
een vervolgplek, en een uitnodiging om daarover in gesprek te gaan. Indien gewenst
door de ouders worden hierbij ook de juiste mensen aan gemeentelijke zijde (wijkteam,
zorgbemiddelingsteam) betrokken. De IGJ ziet erop toe dat het overplaatsingsproces
zorgvuldig verloopt.
Vraag 3
Op welke wijze heeft u de oproep van de Tweede Kamer om een doorstart van de Hoenderloo
Groep mogelijk te maken tot uitwerking gebracht?
Antwoord 3
Over uw oproep om mij samen met gemeenten en instelling, maximaal in te
spannen om met de initiatiefnemers van «Klein Hoenderloo» te verkennen of een doorstart
van de Hoenderloo Groep mogelijk is heb ik u in mijn brief van 20 februari j.l geïnformeerd.
Op 27 januari j.l. heb ik de initiatiefnemers van «Klein Hoenderloo» samen met andere
stakeholders bijeengeroepen voor een overleg over het plan «Klein Hoenderloo». Daarnaast
heb ik Pluryn verzocht serieus na te denken over doorstartmogelijkheden en deze met
spoed uit te werken. Ook sprak ik met Pluryn af dat ondertussen doorgewerkt zou worden
aan de zorgvuldige zorgoverdracht van de Hoenderloo Groep zodat dit traject geen vertraging
en aanvullende onzekerheid op zou leveren voor de jongeren van de Hoenderloo Groep.
De continuïteit van zorg en onderwijs moet namelijk te allen tijde en in elk scenario
geborgd blijven. Tegelijkertijd beloofde Pluryn, conform de motie Hijink- Westerveld,
geen onomkeerbare stappen te nemen in de sluiting van de Hoenderloo Groep. Tot slot
heb ik KPMG gevraagd alle plannen onafhankelijk te toetsen, waarbij de continuïteit
van zorg van Pluryn voor totaal 7000 cliënten zou worden meegewogen.
Vraag 4
Heeft u in gesprekken met ouders van de jongeren in kwestie aangegeven welke stappen
u onderneemt om de Hoenderloo Groep een zo kansrijke poging tot doorstart te geven?
Antwoord 4
De opties voor een doorstart van de Hoenderloo Groep heb ik besproken met gemeenten,
Pluryn, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Inspectie van het Onderwijs,
het Ministerie van OCW en de Jeugdautoriteit. Sinds het AO «financiële problemen bij
diverse jeugdzorginstellingen» op 22 januari 2020 heb ik geen gesprekken met jongeren
en hun ouders gevoerd. Pluryn onderhoudt contact met alle betrokken jongeren en hun
ouders/voogd en stuurt een tweewekelijkse update over het proces. De IGJ houdt toezicht
op een zorgvuldig overplaatsingsproces. Hierbij wordt ook met jongeren, ouders en
medewerkers gesproken. Ook heb ik het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ)
gevraagd mee te denken over het vinden van een geschikte vervolgplaats voor jongeren
met een complexe zorgvraag.
Vraag 5
Worden de medewerkers van de jeugdzorginstelling betrokken bij dit traject? Zo ja,
op welke manier?
Antwoord 5
Pluryn zegt de afgelopen periode intensief -bijna wekelijks- overleg te hebben gehad
met de lokale – en centrale ondernemingsraad. Hierin zijn de ontwikkelingen en de
voortgang besproken rond de voorgenomen afbouw. Tevens zijn de scenario’s voor een
doorstart besproken met de medezeggenschapsraden. Beide ondernemingsraden zijn eind
december om advies gevraagd over het voorgenomen besluit om de Hoenderloo Groep te
sluiten. Beide ondernemingsraden hebben hierover het contact met hun achterban onderhouden.
Vraag 6
Bent u van mening dat de zorg en het onderwijs dat de Hoenderloo Groep biedt in de
huidige setting niet meer van deze tijd is? Zo ja, was dit al uw standpunt ten tijde
van het debat hierover in de Tweede Kamer?
Antwoord 6
Aanbieders, gemeenten en het Rijk hebben in het programma Zorg voor de Jeugd de ambitie
uitgesproken om zich in te zetten op het voorkomen van uithuisplaatsingen en ook als
jongeren uit huis geplaatst worden, hun (gesloten) verblijf zo thuis mogelijk te organiseren.
Daarmee willen we voorkomen dat jongeren veel verschillende hulpverleners zien, meer
ruimte bieden voor maatwerk, en de kans dat jongeren elkaar negatief beïnvloeden verminderen.
Daarom is het belangrijk dat gemeenten en aanbieders de alternatieven voor de zorg
die nu door de Hoenderloo Groep geboden wordt, zoeken in nabije, kleinschalige en
meer gezinsgerichte woonvormen. In zijn algemeenheid geldt dat de onderwijssector
aan het kijken is hoe ze aan kan sluiten bij de beweging naar meer kleinschalige jeugdzorg.
Vraag 7
Hoe ziet u erop toe dat activiteiten die mogelijke barrières vormen, zoals het verplaatsen
van cliënten en het samenvoegen van groepen, worden gestaakt?
Antwoord 7
Zoals ik beschreef in mijn brief van 20 februari 2020 is de afgelopen weken gebleken
dat een doorstart van de expertise en zorg van de Hoenderloo Groep op andere locaties
van Pluryn het meest reëel is. Pluryn kan verder met de door haar geplande zorgvuldige
zorgoverdracht. De continuïteit van zorg is hierbij leidend; waar mogelijk wordt hierbij
geprobeerd de jongeren en begeleiders bij elkaar te houden.
Vraag 8
Op welke manier geeft u uitvoering aan de motie van de leden Hijink c.s. die oproept
tot maximale inzet om te verkennen of een doorstart van de Hoenderloo Groep mogelijk
is? Welke middelen zet u hiervoor in?1
Antwoord 8
Zie antwoord 3.
Vraag 9
Bent u van mening dat u deze dringende oproep van vrijwel de gehele Kamer serieus
gehoor geeft en secuur uitvoert?
Antwoord 9
Ja. Ik heb uw Kamer, conform mijn toezegging in het AO «financiële problemen bij diverse
jeugdzorginstellingen» en motie Hijink cs, hierover op 20 februari 2020 geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.