Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht ‘Sudan’s ousted leader is sentenced to two years for corruption’
Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Sudan’s Ousted Leader Is Sentenced to Two Years for Corruption» (ingezonden 17 januari 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 9 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Sudan’s Ousted Leader Is Sentenced to Two Years for
Corruption»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke rechtszaken lopen er naast deze corruptiezaak op dit moment nog tegen Al-Bashir
in Soedan?
Antwoord 2
Op dit moment lopen er geen andere rechtszaken. Wel zijn er twee onderzoeken gaande.
Zo kondigde de nieuwe openbaar aanklager van Soedan op 22 december jl. een onderzoek
aan naar de misdrijven van het oude regime in Darfur. Ook zal Al-Bashir moeten getuigen
in een onderzoek naar de door hem gepleegde staatsgreep in 1989. Dit zijn belangrijke
(eerste) stappen voor de mogelijke vervolging van Al-Bashir voor misdrijven tegen
de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdrijven.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze rechtszaak en strafmaat geen recht doen aan de slachtoffers,
en dat Al-Bashir vervolgd moet worden voor de misdaden waar hij door het Internationaal
Strafhof van wordt verdacht, namelijk misdaden tegen de menselijkheid, genocide en
oorlogsmisdaden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Deze mening deel ik volledig. In dit verband verwelkom ik de berichtgeving van 11 februari
jl. dat de Soedanese interim-regering bereid is samenwerking te zoeken met het Internationaal
Strafhof inzake de vervolging van Al-Bashir en de vier andere Soedanese verdachten.
Vraag 4
Klopt het dat de Soedanese autoriteiten in de VN Veiligheidsraad hebben aangegeven
aanvullende rechtszaken tegen Al-Bashir te zullen starten? Bent u op de hoogte van
de mogelijke aanklachten?
Antwoord 4
Ja, dat klopt. De autoriteiten noemden hier expliciet de mogelijkheid van vervolging
voor de door Al-Bashir gepleegde staatsgreep in 1989. Ook gaven zij aan dat misdrijven
gepleegd in Darfur hoog op de agenda staat. De Soedanese autoriteiten gaven aan dat
het bestrijden van straffeloosheid een prioriteit is van de interim-regering.
Vraag 5
Heeft u enige reden om aan te nemen dat Al-Bashir in eigen land vervolgd zal worden
voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden?
Antwoord 5
De aangekondigde onderzoeken duiden er op dat vervolging in eigen land voor genoemde
misdaden een reële mogelijkheid is. Minister-President Hamdok heeft publiekelijk echter
ook aangegeven dat uitlevering van Al-Bashir aan het Internationaal Strafhof niet
is uitgesloten. Duidelijk mag zijn dat de interim-regering gehoor geeft aan de wens
van een groot deel van de bevolking dat Al-Bashir vervolgd wordt.
Vraag 6
Bent u bereid uw ernstige zorgen over deze rechtsgang over te brengen aan de Soedanese
autoriteiten, en hen op te roepen tot uitlevering aan het Internationaal Strafhof?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zowel in gesprekken met de Soedanese autoriteiten, als in EU-verband heb ik het belang
van accountability benadrukt en heb ik opgeroepen tot uitlevering van Al-Bashir en de overige verdachten
aan het Internationaal Strafhof. Vorige maand besprak ik dit ook met Minister-President
Hamdok tijdens de veiligheidsconferentie in München.
Vraag 7
Bent u bereid om, samen met gelijkgestemde landen, de Soedanese autoriteiten op te
roepen om het Strafhof toegang te verschaffen tot Soedan om onderzoek te doen in lijn
met de bindende verplichtingen uit VN Veiligheidsraad Resolutie 1593? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Ja, daartoe ben ik bereid. De Soedanese autoriteiten hebben al aangegeven open te
staan voor samenwerking met het Internationaal Strafhof. De toegang van het Strafhof
tot Soedan om onderzoek te kunnen doen hoort daar nadrukkelijk bij.
Vraag 8
Wat is naar uw oordeel de reden dat de interim-regering van Soedan tot op heden weigert
om Al-Bashir uit te leveren aan het Internationaal Strafhof?
Antwoord 8
De democratische transitie in Soedan is een delicaat proces en onderhandelingen over
een breed pakket aan afspraken tussen de verschillende (gewapende) groepen zijn nog
gaande. Afspraken over aansprakelijkheid voor gepleegde misdaden maken daar deel van
uit. Enerzijds moet de interim-regering rekening houden met het militaire deel van
de soevereine raad en de nog aanwezige aanhangers van Al-Bashir om het slagen van
de democratische transitie zeker te stellen. Deze groepen zijn geen voorstander van
uitlevering van Al-Bashir aan het Internationaal Strafhof. Anderzijds heeft Minister-President
Hamdok zoals gemeld aangegeven dat vervolging van Al-Bashir een prioriteit voor hem
is en dat zijn regering zal samenwerken met het Internationaal Strafhof. De voortgang
hiervan zal ik op de voet volgen.
Vraag 9
Op welke wijze denkt u dat de interim-regering wél te overtuigen is om tot uitlevering
van Al-Bashir aan het Internationaal Strafhof over te gaan?
Antwoord 9
Door zowel bilateraal als in EU-verband met de interim-regering in gesprek te blijven
en in deze gesprekken Soedan telkens op te roepen samen te werken met het Internationaal
Strafhof. Dit kan, volgens het Internationaal Strafhof, ook inhouden dat Al-Bashir
in samenwerking met het Internationaal Strafhof, in Soedan wordt vervolgd.
Vraag 10
Bent u bereid om in Europees verband een EU-steunpakket in het vooruitzicht te stellen
voor Soedan, op voorwaarde dat Al-Bashir wordt uitgeleverd, en vrije verkiezingen
worden georganiseerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nee, het op deze manier conditioneren van EU-steun vind ik niet wenselijk. Het steunpakket
is nu nodig om de economie uit het slop te trekken en het sociaal contract tussen
regering en burgers te bestendigen. Vrije verkiezingen zijn pas in 2022 voorzien.
Nederland pleit voor EU-steun, omdat het ook in Nederlands belang is de huidige democratische
transitie tot een goed eind te brengen. Een directe koppeling, c.q. conditionering
van EU-steun aan de uitlevering van Al-Bashir zal daarbij niet helpen. Nederland blijft
daarnaast, zowel bij de Soedanese autoriteiten als in EU-verband het belang van vrije
en democratische verkiezingen benadrukken, alsmede dat zij die misdaden hebben begaan
hiervoor verantwoordelijk worden gehouden.
Vraag 11
Op welke wijze heeft u tot op heden uitvoering gegeven aan de motie Sjoerdsma c.s.
(Kamerstuk 32 735, nr. 254)?
Antwoord 11
Nederland pleit conform de motie Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 32 735, nr. 254) in verschillende Europese fora voor het onderzoeken van de mogelijkheid voor persoonsgerichte
sancties tegen sleutelpersonen van het Soedanese leger die (de voorbereidingen van)
vrije verkiezingen blokkeren en die de uitlevering van Al-Bashir aan het Internationaal
Strafhof tegenhouden, zoals ook gecommuniceerd in de geannoteerde agenda van de RBZ
van 11 november jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2080). Hier blijkt echter tot nog toe weinig draagvlak voor te zijn. Nederland zet zich
ervoor in de situatie in Soedan hoog op de Europese agenda te houden en zal in dat
verband ook overwegingen voor restrictieve maatregelen blijven opbrengen, juist ter
ondersteuning van de democratische transitie in Soedan.
Vraag 12
Bent u bereid, nu Al-Bashir enkel veroordeeld is voor corruptie, uitvoering te geven
aan de motie Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 32 735, nr. 254) en in Europees verband op te roepen tot persoonsgerichte sancties tegen diegenen
die de uitlevering van Al-Bashir aan het Strafhof tegenhouden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Dit heb ik gedaan. Inmiddels zijn de omstandigheden in Soedan echter veranderd. Soedan
heeft de toezegging gedaan samen te werken met het Internationaal Strafhof. Hierbij
bestaat de mogelijkheid dat Al-Bashir in samenwerking met het Internationaal Strafhof
door Soedan in eigen land wordt vervolgd. Dit zal, naar ik hoop, de komende maanden
bekend worden, maar is o.a. afhankelijk van de lopende onderhandelingen tussen de
verschillende (gewapende) groepen. Afhankelijk van de voortgang en uitkomsten hiervan,
de visie van het ICC t.a.v. de samenwerking met Soedan en plaats van berechting meewegende,
zal ik de komende maanden besluiten om wel of niet door te gaan met het in Europees
verband op te roepen tot persoonsgerichte sancties tegen diegenen die de uitlevering
van Al-Bashir aan het Strafhof tegenhouden.
Vraag 13
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.