Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over de eerste cijfers met betrekking tot snorfietsen op de rijbaan in Amsterdam
Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de eerste cijfers m.b.t. snorfietsen op de rijbaan in Amsterdam (ingezonden 7 februari 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
6 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Amsterdamse snorfietsmaatregel effectief: andere steden
willen volgen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw indruk van de monitoring van de gemeente Amsterdam die op 10 december 2019
verscheen en wat is de status van dit stuk?
Antwoord 2
De «Evaluatierapportage Snorfiets naar de rijbaan» van de gemeente Amsterdam is opgesteld
op basis van verschillende onderzoeken door onafhankelijke (verkeerskundige) onderzoeksbureaus2. Diverse stakeholders zoals de SWOV zijn vooraf betrokken bij de onderzoeksopzet
van het rapport. Ik heb de resultaten ter kennisneming aangenomen en samen met de
begeleidende brief van de gemeente Amsterdam met uw Kamer gedeeld in mijn verzamelbrief
verkeersveiligheid van 16 december 20193. De evaluatierapportage is op 7 februari 2020 ook vastgesteld in de Amsterdamse gemeenteraad.
De gemeente Amsterdam heeft aangegeven dat ze de situatie in de gaten blijven houden.
Een jaar na invoering (medio april 2020) volgt een nieuwe meting naar de verkeerskundige
effecten. Hierbij zal opnieuw worden gekeken naar de ontwikkeling van het aantal geregistreerde
brom- en snorfietsen in Amsterdam. Verder worden de ongevallenstatistieken doorlopend
gemonitord en wordt de naleving periodiek gemeten om de benodigde handhavingsinzet
te bepalen. Zodra de nieuwe rapportage beschikbaar is, zal ik die met uw Kamer delen.
Zelf voer ik een brede evaluatie uit, op basis van de door gemeenten uitgevoerde evaluaties,
naar de effecten op de doorstroming en verkeersveiligheid door het toestaan van snorfietsen
op de rijbaan4, conform de motie Remco Dijkstra / Von Martels. Deze evaluatie wordt uitgevoerd wanneer
meerdere wegbeheerders deze maatregel hebben ingevoerd en geëvalueerd.
Vraag 3
Klopt het dat het aantal geregistreerde snorfietsen in Amsterdam van 37.000 stuks
rap gedaald is naar 26.000 stuks in slechts een paar maanden tijd?
Antwoord 3
In de «Evaluatierapportage Snorfiets naar de rijbaan» staat dat het aantal geregistreerde
snorfietsen is gedaald van circa 37.000 in januari 2018 naar circa 26.000 in november
2019. Het tijdsbestek is dus langer dan een paar maanden, maar van een daling in het
aantal geregistreerde snorfietsen is inderdaad sprake.
Vraag 4
Klopt het dat bijna de helft van de voormalige snorfietsers nu aangeeft de auto te
pakken als alternatief?
Antwoord 4
Er is een indicatief panelonderzoek gedaan onder ex-snorfietsers. Onder ex-snorfietsers
zijn de fiets (53%) en de auto (49%) de populairste alternatieven voor de snorfiets,
gevolgd door het openbaar vervoer (37%). Als er wordt gekeken naar het meest gebruikte
alternatieve vervoersmiddel qua verplaatsingen dan is de fiets (33%) het meest populair,
gevolgd door de auto (18%), het openbaar vervoer (15%) en de elektrische fiets (15%).
Vraag 5
Klopt het dat het aantal verplaatsingen per snorfiets maar liefst gehalveerd is?
Antwoord 5
Dat klopt. Uit de verkeerskundige evaluatie komt naar voren dat tussen oktober 2018
en september 2019 het aantal verplaatsingen van snorfietsers met 52% is gedaald.
Vraag 6
Klopt het dat het aantal verplaatsingen per bromfiets als alternatief gestegen is?
Antwoord 6
Dat klopt. Uit de verkeerskundige evaluatie blijkt dat tussen oktober 2018 en september
2019 het aantal verplaatsingen van bromfietsers met circa 16% gestegen is.
Vraag 7
Zien we in Amsterdam een toename van het aantal geregistreerde bromfietsen? Is bekend
op welke wijze en met welke modaliteit mensen zich zijn gaan verplaatsen?
Antwoord 7
Er is geen toename van het aantal geregistreerde bromfietsen zichtbaar. Het aantal
geregistreerde bromfietsen in Amsterdam is afgenomen van circa 20.000 in januari 2018
naar circa 15.500 in november 2019.
Onder ex-snorfietsers is er onderzoek gedaan naar welke modaliteit men is overgestapt.
Zie daarvoor het antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Klopt het dat, hoewel er verbetering lijkt te zijn, momenteel circa 25% van de snorfietsers
zich nog steeds niet aan de regels houdt? Wat kunnen de oorzaken hiervan zijn?
Antwoord 8
Sinds de start van handhaving op de maatregel per 3 juni 2019 wordt de positie op
de rijbaan en de helmplicht over het algemeen goed nageleefd. Eind oktober hield 81%
van de snorfietsers zich aan de positie op de rijbaan en hield 85% van de snorfietsers
zich aan de helmplicht. 74% van de snorfietsers hield zich aan zowel de positie op
de rijbaan als de helmplicht.
Een oorzaak voor het gegeven dat circa 25% van de snorfietsers zich niet aan de regels
houdt, is niet eenduidig aan te wijzen. Mogelijk heeft het te maken met de gewenning
aan de maatregel. Zoals aangegeven bij antwoord 2, wordt de naleving van de maatregel
periodiek gemeten om de benodigde handhavingsinzet te bepalen. De gemeente Amsterdam
kijkt momenteel ook naar de mogelijkheden van camerahandhaving om een structureel
hoger nalevingscijfer te bereiken.
Vraag 9
Wat vindt u van het aantal van 4.661 zienswijzen die alleen al in Amsterdam in slechts
een paar weken zijn ingediend op het voorgenomen besluit van de gemeente Amsterdam?
Is dit niet rijkelijk veel?
Antwoord 9
In een periode van ongeveer 6 weken, van 14 augustus tot en met 24 september 2018,
was het voor iedereen (zowel snorfietsers als niet-snorfietsers en zowel Amsterdammers
als mensen van buiten Amsterdam) mogelijk een zienswijze in te dienen op het voorgenomen
verkeersbesluit. Op deze manier heeft de gemeente Amsterdam zoveel mogelijk mensen
kunnen horen om zo tot een zorgvuldig overwogen en gemotiveerd besluit te komen.
Aangezien de maatregel directe gevolgen zou hebben voor alle snorfietsers in Amsterdam
en indirecte gevolgen voor vrijwel alle andere weggebruikers, is het aantal van 4.661
zienswijzen niet uitzonderlijk hoog.
Vraag 10
Klopt het dat het invoeren de gemeente Amsterdam minstens zes miljoen euro heeft gekost
en dat daarbij de (in-)directe kosten en het waardeverlies voor de snorfietsers, maar
ook de extra kosten voor snorfietsers niet meegenomen zijn? Zijn gemeenten als Leiden,
Nijmegen, Utrecht, Den Haag, Rotterdam en Groningen op de hoogte hiervan? Hoeveel
verkeersborden zijn er bijvoorbeeld extra geplaatst?
Antwoord 10
De gemeente heeft de maatregel uitgevoerd met een budget van in totaal circa 6 miljoen
euro. Deze kosten betroffen onder andere de kosten voor de inrichting van de openbare
ruimte (verkeersborden en dergelijke), communicatie en campagnes, handhaving en personele
capaciteit. Er zijn ongeveer 4.000 verkeersborden geplaatst ter invoering van de maatregel
in Amsterdam. De (in-)directe kosten, extra kosten en het waardeverlies voor snorfietsers
zijn hier niet in meegenomen aangezien deze niet voor rekening zijn van de gemeente
Amsterdam. De evaluatiestukken inclusief kosteninzicht zijn openbaar gemaakt en breed
gedeeld, ook met andere gemeenten.
Vraag 11
Begrijpt u uitspraken van mensen die stellen: «het levensgevaarlijk te vinden om tussen
het andere snellere verkeer op de rijbaan te gaan rijden, die dat nog niet durven?»
Antwoord 11
Ook in de rapportage van de gemeente Amsterdam komt naar voren dat een deel van de
snorfietsers is gestopt of minder rijdt op de snorfiets omdat zij het gevaarlijk vinden
tussen het overige verkeer.
Uit het onderzoek blijkt echter dat de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan
een positief effect heeft op de verkeersveiligheid, de doorstroming en de drukte op
de fietspaden. Voorafgaand aan de invoering van de maatregel was 25% van de verkeersslachtoffers
een brom- of snorfietsers, terwijl zij slechts 1 à 2% van alle verplaatsingen in Amsterdam
uitmaakten.
In de rapportage van de gemeente Amsterdam staat dat er na de invoering van de maatregel
een sterke daling zichtbaar is van het aantal geregistreerde ongevallen met letsel
waar een snorfietser bij betrokken is. Ook het aantal ongevallen onder fietsers en
bromfietsers is afgenomen.
Vraag 12
In hoeverre is dit een «experiment met mensenlevens» als je de uitkomst voor de verkeersveiligheid
niet exact weet en ook een helm «niet voorkomt dat je onverhoopt wordt overreden door
een vrachtwagen»?
Antwoord 12
Er bestaat sinds 1 juli 2018 een helmplicht voor bestuurders en passagiers van een
snorfiets wanneer de wegbeheerder bij verkeersbesluit heeft bepaald dat de snorfiets
op de rijbaan moet rijden. Dit is mogelijk gemaakt middels het Besluit van 6 juni
2018 tot wijziging van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
en het RVV 1990 ter invoering van de mogelijkheid snorfietsers in bepaalde gevallen
te verplichten van de rijbaan gebruik te maken (lokale scheiding fiets en snorfiets)5. Uw Kamer heeft herhaaldelijk gevraagd om de wegbeheerder deze mogelijkheid te geven
en het besluit is uitgebreid met uw Kamer behandeld. Tijdens de behandeling van het
besluit is aangegeven dat de maatregel naar verwachting een positief effect zou hebben
op de verkeersveiligheid. Dat bleek onder andere uit onderzoek van de SWOV6.
De gemeente Amsterdam is de eerste wegbeheerder die van deze mogelijkheid gebruik
heeft gemaakt en het staat andere wegbeheerders vrij om ook van deze mogelijkheid
gebruik te maken.
Vraag 13
Bent u zelf al een keer Amsterdam doorgereden op een snorfiets met maximaal 25 kilometer
per uur tussen het andere verkeer of bent u bereid dat te gaan doen?
Antwoord 13
Ik laat mij altijd door alle verschillende betrokkenen goed informeren over de gevolgen
van een maatregel. Dat heb ik hier ook gedaan en zal ik blijven doen.
Vraag 14
Is het doel van de maatregel om een bepaald aantal (260) minder ongevallen op het
fietspad te hebben gehaald?
Antwoord 14
De SWOV heeft in 2013 een «educated guess» gedaan7 en daarbij de verwachting uitgesproken dat door de verplaatsing van snorfiets naar
de rijbaan het aantal verkeersslachtoffers als gevolg van de snorfietsongevallen in
Amsterdam zou dalen met 261 per jaar. Dit zou worden bereikt door het dragen van een
helm, door een meer zichtbare positie op de rijbaan en doordat snorfietsers voor een
ander vervoermiddel gaan kiezen.
Er is in Amsterdam voorafgaand aan de invoering van de maatregel geen bepaald aantal
minder verkeersslachtoffers of ongevallen als doel gedefinieerd. Het doel van de maatregel
was om het aantal verkeersslachtoffers als gevolg van snorfietsongevallen in Amsterdam
te verlagen en de doorstroming op fietspaden te verbeteren.
Vraag 15
Wordt er een ongevallen-letselanalyse bijgehouden? Is de inzage in de aard van het
letsel volledig?
Antwoord 15
De ongevallenstatistieken zijn door de gemeente Amsterdam bijgehouden en onderzocht.
In absolute aantallen is het aantal ongevallen met letsel waarbij een snorfietser
betrokken is sterk gedaald sinds de invoering van de maatregel in vergelijking met
voorgaande jaren. De ongevallenstatistiek biedt geen goed beeld van de aard of de
ernst van het letsel. Door de combinatie van de verplaatsing van de snorfiets naar
de rijbaan met een helmplicht is volgens de SWOV een reductie van slachtoffers van
snorfietsongevallen te verwachten (zowel ziekenhuisopnamen als spoedeisende hulp).8
Vraag 16
Wat zou een positieve uitkomst kunnen betekenen voor de rest van Nederland? Is Amsterdam
wel representatief voor de rest van Nederland met haar specifieke verkeersituatie
ten opzichte van andere delen van het land?
Antwoord 16
Wegbeheerders hebben momenteel al de mogelijkheid om de snorfiets in bepaalde gevallen
te verplichten van de rijbaan gebruik te maken. Omdat deze gevallen sterk afhankelijk
zijn van de lokale situatie, zullen er geen regels komen om overal in Nederland de
snorfiets van het fietspad naar de rijbaan te verplaatsen. De bestaande mogelijkheid
die wegbeheerders hebben om hiertoe te besluiten, acht ik voldoende.
Vraag 17
Bent u bereid een volledige evaluatie te doen naar alle relevante effecten? Geldt
nog steeds, zoals u eerder hebt aangegeven, dat u niet aarzelt om de verleende toestemming
terug te nemen als daar aanleiding voor is en dus de mobiliteit van mensen of de verkeersveiligheid
daarom vraagt?
Antwoord 17
De gemeente Amsterdam is momenteel de enige wegbeheerder die de snorfiets naar de
rijbaan heeft verplaatst in combinatie met een helmplicht. De uitgevoerde evaluatie
is de verantwoordelijkheid van de gemeente Amsterdam en er volgt medio april nog een
tweede rapportage.
Ik heb eerder aan uw Kamer aangegeven dat, als uit die monitoring blijkt dat ongewenste
neveneffecten op de verkeersveiligheid optreden, dat dan voor mij een belangrijke
reden is om mijn besluitvorming te heroverwegen. Daar zie ik nu echter geen aanleiding
toe. Wel voer ik een brede evaluatie uit, op basis van de door gemeente uitgevoerde
evaluaties, naar de effecten op de doorstroming en verkeersveiligheid door het toestaan
van snorfietsen op de rijbaan9, conform de motie Remco Dijkstra / Von Martels. Deze evaluatie wordt uitgevoerd wanneer
meerdere wegbeheerders deze maatregel hebben ingevoerd en geëvalueerd.
Vraag 18
Wilt u proberen deze vragen één voor één te beantwoorden en deze omstreeks begin maart
aan de Kamer te doen zenden?
Antwoord 18
Ja, bij dezen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.