Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bouali en Sjoerdsma over het bericht ‘Groeiend verzet tegen Saudisch vrachtship Bahri Yanbu vol wapens’ en ‘Don't let Saudi arms ship dock in UK, say campaigners’
Vragen van de leden Bouali en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Groeiend verzet tegen Saudisch vrachtship Bahri Yanbu vol wapens» en «Don't let Saudi arms ship dock in UK, say campaigners» (ingezonden 12 februari 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en van
Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Groeiend verzet tegen Saudisch vrachtschip Bahri Yanbu
vol wapens» en «Don't let Saudi arms ship dock in UK, say campaigners»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat ditzelfde schip tijdens een eerder bezoek aan verschillende Europese
havens in mei 2019 voor tientallen miljoenen dollars aan wapens heeft getransporteerd,
bestemd voor de oorlog in Jemen?
Antwoord 2
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken beschikt niet over eigenstandige informatie
over de doorvoer van militaire goederen via de lucht- of zeehavens van andere EU-lidstaten.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de Saudische eigenaar van het schip toegegeven heeft dat er
ook nu militair materieel aan boord is?
Antwoord 3
Het kabinet heeft kennisgenomen van openbare berichtgeving die meldt dat de Saoedische
eigenaar van de Bahri Yanbu zou hebben toegegeven dat er militair materieel aan boord is van het schip. Aangezien
het schip niet via een Nederlandse haven is gereisd en Nederland geen contact heeft
met de eigenaar van het desbetreffende schip is het kabinet niet in staat om deze
berichtgeving te bevestigen.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat dit schip de komende twee weken verschillende Europese havens
aan zal doen?
Antwoord 4
Aangezien het schip niet via een Nederlandse haven reist en Nederland geen contact
heeft met de eigenaar van het desbetreffende schip verkeert het kabinet niet in de
positie om deze berichtgeving te bevestigen.
Vraag 5
Klopt het dat mede door druk vanuit het maatschappelijke middenveld voorkomen is dat
het schip aanmeert in Antwerpen?
Antwoord 5
Het kabinet heeft kennisgenomen van openbare berichtgeving die meldt dat het schip
niet is aangemeerd in de haven van Antwerpen. Het kabinet beschikt niet over aanvullende
informatie omtrent de routering van dit schip.
Vraag 6
Bent u van mening dat EU-landen die het Arms Trade Treaty geratificeerd hebben en
op basis van het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU over wapenuitvoer, niet mee
zouden mogen werken aan de uitvoer van wapens of ander militair materieel die gebruikt
kunnen worden in de oorlog in Jemen waar oorlogsmisdaden worden gepleegd?
Antwoord 6
Het kabinet is van mening dat het onwenselijk is om militaire goederen te leveren
die ingezet kunnen worden bij de oorlog in Jemen. Het Nederlandse wapenexportbeleid
ten aanzien van Saoedi-Arabië is, mede vanwege de betrokkenheid van dat land bij schendingen
van het humanitair oorlogsrecht en mensenrechten in Jemen, dan ook zeer strikt. Nederland
verstrekt geen vergunningen voor de uitvoer of doorvoer van militaire goederen tenzij onomstotelijk vaststaat dat de desbetreffende goederen niet kunnen worden ingezet
bij de oorlog in Jemen. Nederland zou een verzoek van de Bahri Yanbu om een lading militaire goederen via een Nederlandse haven te vervoeren dan ook niet
hebben gehonoreerd.
Het kabinet blijft EU-lidstaten bij meerdere gelegenheden wijzen op het aangescherpte
Nederlandse beleid en andere landen oproepen vergelijkbare maatregelen te hanteren.
Wapenexportcontrole blijft echter een nationale bevoegdheid.
Zowel het Wapenhandelverdrag als het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport
verplicht landen er o.a. toe om wapenexportvergunningaanvragen te toetsen aan het
risico dat de te leveren goederen worden ingezet bij het schenden van mensenrechten of het
schenden van het humanitair oorlogsrecht. Landen maken deze risico-inschatting op
individuele basis. Daarbij wordt altijd een verband gelegd met de aard van de goederen,
de eindgebruiker en het uiteindelijke eindgebruik. Indien een land op basis van deze
factoren inschat dat het risico op inzet bij de oorlog in Jemen zeer beperkt is, is
vergunningverlening in lijn met het EU Gemeenschappelijk Standpunt en het Wapenhandelverdrag
alsnog mogelijk.
Vraag 7
Bent u bereid EU-lidstaten waar dit schip aan zal meren op te roepen het schip geen
toegang te verlenen en hen te wijzen op het Arms Trade Treaty en het Gemeenschappelijk
Standpunt van de EU over wapenuitvoer?
Antwoord 7
Het kabinet heeft EU-lidstaten meermaals gewezen op het Nederlandse wapenexportbeleid
dat is aangescherpt vanwege het conflict in Jemen en heeft andere landen ertoe opgeroepen
een vergelijkbaar beleid te hanteren. Het kabinet zal dat blijven doen, ook met verwijzing
naar bovenstaande casus, onder andere in de EU Raadswerkgroep inzake conventionele
wapens COARM.
Vraag 8
Kunt u deze vragen apart en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.