Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op van de leden Kuik, Van Helvert en Omtzigt over de uitbraak van het coronavirus.
Vragen van de leden Kuik, Van Helvert en Omtzigt (allen CDA) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Buitenlandse Zaken over de uitbraak van het coronavirus (ingezonden 24 februari 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 2 maart 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u op eerdere Kamervragen antwoordde, «op dit moment nemen wij
op basis van de ons beschikbare wetenschappelijke informatie van het RIVM aan dat
een persoon pas besmettelijk is vanaf het moment dat er symptomen zijn (hoesten, koorts,
luchtwegklachten)»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
dit al een tijd op haar site een heel stuk minder stellig heeft staan: «Vraag: Wat
kunnen we zeggen over besmettelijkheid tijdens de incubatietijd? Antwoord: Het nieuwe
coronavirus wordt overgedragen door hoesten en niezen. Tot nu toe lijkt de overdracht
van het virus tijdens de incubatietijd, dus voordat er klachten ontstaan, een zeer
beperkte rol te spelen. Wel is bekend dat hoe zieker iemand is, hoe meer virus hij
verspreidt.»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schrijft
dat: «According to recent reports, it may be possible that people infected with 2019-nCoV
may be infectious before showing significant symptoms. However, based on currently
available data, the people who have symptoms are causing the majority of virus spread.»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Houdt het beleid van de Nederlandse regering rekening met de mogelijkheid dat het
coronavirus al (een beetje) besmettelijk kan zijn tijdens de incubatieperiode?
Antwoord 4
Op basis van de wetenschappelijke kennis van het RIVM nemen wij aan dat het nieuwe
coronavirus wordt overgedragen door hoesten en niezen. Tot nu toe lijkt de overdracht
van het virus tijdens de incubatietijd – dus voordat de klachten ontstaan – een zeer
beperkte rol te spelen. Wel is het bekend dat hoe zieker iemand is, hoe meer virus
hij of zij verspreidt.
Vraag 5
Hoeveel Nederlanders stonden er op de passagierslijst van de Westerdam? Met hoeveel
van deze mensen heeft de GGD uiteindelijk contact gekregen na terugkeer in Nederland?
Welke lessen zijn hieruit geleerd?
Antwoord 5
Op de passagierslijst van de Westerdam stonden 93 passagiers met de Nederlandse nationaliteit.
Met alle 89 in Nederland verblijvende passagiers staat de lokale GGD in contact. De
overige passagiers wonen in het buitenland en zijn doorgereisd. Het verkrijgen van
contact is soepel en volgens protocol verlopen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat nu er een eerste forse uitbraak van het coronavirus zich binnen
het Schengengebied (Noord-Italië) voordoet, het risico voor Nederland fors verhoogd
is?
Antwoord 6
Op basis van de ontwikkelingen in de afgelopen periode heeft het Europese Centrum
voor Preventie en Infectieziektebestrijding (ECDC) het risico op een infectie met
het nieuwe coronavirus ingeschat als matig tot hoog. Deze inschatting is gebaseerd
op de maatregelen op het gebied van publieke gezondheid die in de getroffen landen
worden genomen en de overige landen. Er worden grote inspanningen gedaan om contacten
te identificeren, te isoleren en te testen om de uitbraak te beheersen. Er is evenwel
sprake van een mate van onzekerheid en onvoorspelbaaheid omdat de huidige situatie
dynamisch is.
In Noord-Italië worden rigoureuze maatregelen genomen en wordt zeer hoog ingezet om
deze uitbraak in te dammen. Het ECDC merkt op dat dit de waarschijnlijkheid van verdere
verspreiding kan verminderen, maar niet kan uitsluiten zoals ook is gebleken.
Vraag 7
Hoe coördineren de landen van de Schengenzone, waarin miljoenen mensen dagelijks nationale
grenzen passeren zonder controle, het indammen van de verspreiding van het coronavirus?
Antwoord 7
Er vinden vanaf eind januari geregeld overleggen met de Health Security Committee
(HSC) en het ECDC plaats, recentelijk ook naar aanleiding van de besmettingen en ontwikkelingen
in Noord-Italië. Naar aanleiding daarvan heeft het ECDC de casusdefinitie aangepast
en aangevuld met een aantal landen met wijdverspreide transmissie. Het RIVM heeft
daarop ook maatregelen genomen waarover ik u op 24 februari jl. informeerde. Ik blijf
met mijn Europese collega’s in gesprek over de aanpak en bestrijding van dit virus.
Eerder vond reeds een ingelaste EPSCO (Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid,
Volksgezondheid en Consumentenzaken van de Europese Unie) plaats waarover ik u op
14 februari berichtte.
Vraag 8
Kunt u aangeven op welke wijze EU-landen op dit moment maatregelen zoals reisbeperkingen,
meldplichten etc. coördineren?
Antwoord 8
Op Europees niveau is tijdens de EPSCO van 13 februari jl. afgesproken om meer specifieke
informatie onderling te delen. Onder andere wordt er informatie gedeeld over preparedness en ervaringen met het virus, effectiviteit van containment maatregelen, transmissie etc. Dit gebeurt door het Europese Centrum voor Preventie
en Infectieziektebestrijding (ECDC). Er is een daarnaast een rapid response team van de WHO en ECDC in Italië aangekomen dat Italië helpt bij de aanpak, informatie
ophaalt en deelt met andere Europese landen ten behoeve van verdere eventuele te nemen
maatregelen.
Bovendien heeft Nederland via het RIVM ook een actieve rol in de Europese Joint Action
Healthy Gateways. Doel van dit samenwerkingsverband is een gecoördineerde actie als
het gaat om het verbeteren van de capaciteit betreffende «points of entry»: havens,
luchthavens en grensovergangen. Het RIVM biedt daarin deskundigheid aan. Zo schrijft
het RIVM mee aan internationale COVID-19 richtlijnen voor vliegtuigen en schepen en
faciliteert het RIVM hierover webinar sessies voor professionals.
Vraag 9 en 10
Deelt u de mening dat de Nederlandse samenleving en economie een aantal kenmerken
hebben, die haar buitengewoon kwetsbaar maken voor een grootschalige quarantaine situatie,
zoals een grote haven en het vervoer van grote hoeveelheden verse en bederfelijke
producten?
Worden speciale maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat cruciale onderdelen van
de Nederlandse economie kunnen blijven draaien, ook als een pandemie uitbreekt? Zo
ja, welke?
Antwoord 9 en 10
In Nederland zijn er tal van vitale sectoren waarvan het belangrijk is dat deze overeind
blijven. Primair beschikken we over een zeer goede organisatie voor de infectieziektebestrijding
en rampenbestrijding. Daarnaast zijn bij vorige grootschalige uitbraken en in draaiboeken
de vitale sectoren in kaart gebracht en maatregelen beschreven over hoe de continuïteit
te waarborgen.
Inmiddels zijn ook in Nederland besmettingen met COVID-19 vastgesteld. De aanpak van
het virus is erop gericht dat een eventuele besmetting zo snel mogelijk opgemerkt
wordt en dat we ervoor zorgen dat het virus zich niet verder kan verspreiden. Als
er een patiënt wordt vastgesteld vindt bron- en contactonderzoek plaats. In Nederland
is hiervoor een structuur waarin het RIVM, GGD’en en laboratoria samenwerken. Het
RIVM houdt artsen, GGD’en en microbiologische laboratoria op de hoogte van de laatste
ontwikkelingen en wat zij moeten doen als iemand besmet is met het nieuwe coronavirus.
Dit staat beschreven in landelijke en regionale draaiboeken. Deze draaiboeken voorzien
ook in maatregelen voor een grootschalige uitbraak in Nederland. Zo worden mensen
die in één van de gebieden geweest zijn waar het nieuwe coronavirus heerst en luchtwegklachten
hebben, geadviseerd om thuis te blijven. Ook wanneer zij dus nog geen koorts hebben.
Worden de klachten erger, dan moeten zij telefonisch contact opnemen met de huisarts.
Daarnaast is een maatregel het in thuisisolatie plaatsen van mensen die ziek zijn,
om ervoor te zorgen dat ze zo min mogelijk in contact komen met andere mensen, totdat
zeker is dat deze persoon niet meer besmettelijk is voor anderen. Quarantaine, het
afzonderen van blootgestelde personen terwijl ze (nog) geen ziekteverschijnselen hebben,
wordt in Nederland in principe niet grootschalig ingezet zoals in andere landen wel
het geval is. Van patiënten die positief getest zijn worden de eventuele familieleden
wel in quarantaine geplaatst. Gedurende 14 dagen zullen deze familieleden gemonitord
worden. Wanneer er geen sprake is van klachten, worden zij niet getest.
Vraag 11
Bent u ervan op de hoogte dat Oostenrijk treinen uit Italië tijdelijk tegenhield en
de Italiaanse regio Puglia mensen die uit Noord-Italië komen zich laten melden bij
de huisarts?
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Welke effectieve maatregelen neemt Nederland om ervoor te zorgen dat de kans op verspreiding
van het coronavirus van Italië naar Nederland verkleind wordt? Kunt u die toelichten?
Antwoord 12
Naar aanleiding van de berichten van de uitbraak van het nieuwe coronavirus in Italië
is een aantal maatregelen genomen:
De casusdefinitie voor een verdacht geval van het nieuwe coronavirus is aangepast,
personen met ziekteverschijnselen die in aangedane gebieden in Noord Italië zijn geweest
moeten getest worden. Professionals zijn hierover geïnformeerd;
Het algemene publiek wordt geïnformeerd via de website van het RIVM en www.rijksoverheid.nl/coronavirus.nl.
Daarnaast heeft de rijksoverheid een speciaal nummer geopend voor een goede informatievoorziening
richting het algemeen publiek;
De boodschap op de informatieborden van Schiphol is aangepast.
Mensen die in één van de gebieden zijn geweest waar het coronavirus heerst en luchtwegklachten
hebben wordt geadviseerd om thuis te blijven. Ook wanneer zij dus nog geen koorts
hebben. Worden de klachten erger, dan moeten zij telefonisch contact opnemen met de
huisarts.
Vraag 13
Klopt het dat we effectief te maken hebben met de meest grootschalige quarantainemaatregelen
uit de wereldgeschiedenis?
Antwoord 13
In China en Italië zijn zeer uitgebreide quarantainemaatregelen genomen. Dit komt
omdat het in deze gebieden onbekend is wat de bron precies is. De mensen worden geïsoleerd
om te voorkomen dat zij andere mensen besmetten. Zo wordt verspreiding van ziektes
tegen gegaan. Elke infectieziekte kent zijn eigen aanpak en beloop. En we leren ook
van infectieziekten zoals de Mexicaanse griep, SARS ed. Juist door deze leercurve,
is het ondoenlijk om de maatregelen uit het verleden – zeker op dit moment – tegen
de huidige maatregelen af te zetten.
Vraag 14
Hoe verklaart u dat Nederland te midden van deze grootschalige quarantaine geen reisrestricties
oplegt?
Antwoord 14
De World Health Organization (WHO) en ECDC adviseren op dit moment geen handel- of
reisbeperkingen. Het kabinet volgt dit advies.
Vraag 15
Welke internationale organisaties hebben tot nu toe reisrestricties aangeraden voor
welke gebieden? Zijn internationale organisaties vrij van politieke druk om voorstellen
te doen om restricties op reizen naar bepaalde gebieden aan te raden als ze dat nodig
achten?
Antwoord 15
De World Health Organization (WHO) geeft advies over reisrestricties in het kader
van de volksgezondheid, mocht dit nodig zijn. Op dit moment waarschuwt de WHO expliciet
tegen dergelijke disproportionele maatregelen. Daarnaast zijn luchtvaartmaatschappijen
zelf verantwoordelijk voor aanpassingen in het vluchtschema om de gezondheid van personeel
en passagiers tijdens de vlucht te waarborgen.
Vraag 16
Bestaat er een meldplicht voor mensen die in de afgelopen week in zones geweest zijn
waar honderden mensen besmet zijn met het coronavirus en waarvoor lokale autoriteiten
restricties hebben afgekondigd, zoals Daegu en Cheongdo (Zuid-Korea), Qum (Iran) en
Lombardije (Italië)? Zo nee, waarom niet en waarom worden reizigers uit deze gebieden
niet gevolgd en/of actief opgespoord en gevraagd zich te melden?
Antwoord 16
Reizigers uit deze gebieden worden niet actief gevolgd of opgespoord. Het heeft namelijk
alleen zin om je te laten testen als je in één van de landen/regio’s met wijdverspreide
emissies bent geweest en gezondheidsklachten hebt. Mensen die in één van de gebieden
zijn geweest waar het coronavirus heerst en luchtwegklachten hebben wordt geadviseerd
om thuis te blijven. Ook wanneer zij dus nog geen koorts hebben. Worden de klachten
erger, dan moeten zij telefonisch contact opnemen met de huisarts.
Vraag 17
Acht u het verantwoord dat er nog steeds rechtstreekse vluchten naar Amsterdam zijn
vanuit Beijing en andere centra van de coronabesmettingen? Zo ja, waarop baseert u
dat vertrouwen?
Antwoord 17
Zoals de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in haar brief van 4 februari jl.
over de rollen en verantwoordelijkheden in relatie tot de uitbraak van het nieuwe
coronavirus en de luchtvaart schreef, zijn er nog geen besluiten genomen die leiden
tot restricties voor de luchtvaart. Luchtvaartmaatschappijen zijn zelf verantwoordelijk
voor aanpassingen in het vluchtschema om de gezondheid van personeel en passagiers
te waarborgen.
In mijn stand van zakenbrief van 11 februari jl. gaf ik al aan dat ik ter handhaving
van de openbare orde en veiligheid of andere dringende redenen kan verzoeken het burgerluchtverkeer
tijdelijk of blijvend te beperken of te verbieden boven Nederland of gedeelten daarvan.
De WHO waarschuwt expliciet tegen dergelijke disproportionele maatregelen. Een beperking
van het luchtverkeer is daarom nu niet aan de orde. Passagiers van vluchten uit aangedane
gebieden krijgen voor landing op Schiphol een informatiebrief om te letten op symptomen,
thuis of in het hotel te blijven als ze ziek worden, en bij de arts aan te geven dat
ze recent uit een aangedaan gebied zijn gekomen.
Vraag 18
Kunt u aangeven wat het huidige reisadvies is naar streken (in bijvoorbeeld China,
ItaIië, Iran en Zuid-Korea) die door het coronavirus getroffen zijn? Is dat advies
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog adequaat?
Antwoord 18
De reisadviezen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken beschrijven de veiligheidsrisico’s
voor Nederlanders die naar het buitenland reizen. Dat gebeurt onafhankelijk, neutraal
en zonder politieke overwegingen. Veiligheid is daarbij leidend. Reisadviezen worden
zorgvuldig opgesteld op basis van objectieve en onafhankelijke informatie van bijvoorbeeld
de inlichtingendiensten, lokale autoriteiten, andere landen van de Europese Unie,
advies van het RIVM en andere ministeries.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken monitort de ontwikkelingen rondom de verspreiding
van het nieuwe coronavirus doorlopend. Waar nodig worden reisadviezen van getroffen
gebieden en/of landen aangepast. Het voorkomen van enkele gevallen van besmettingen
met het coronavirus is op zichzelf geen element dat in een reisadvies wordt opgenomen.
In de tekst van het reisadvies wordt zoveel mogelijk gewezen op eventuele (beperkende)
preventiemaatregelen van lokale autoriteiten in de desbetreffende landen, die de eerste
verantwoordelijkheid dragen voor een passende respons.
Indien sprake is van veel besmettingen en/of verdergaande generieke preventieve maatregelen
kan het reisadvies (lokaal) op «geel» worden gezet («let op, veiligheidsrisico’s»).
In specifieke gebieden waar sprake is van een grote uitbraak van het virus en verregaande
maatregelen die het openbaar leven ontwrichten, wordt waar nodig geclassificeerd op
«oranje» («alleen noodzakelijke reizen»). Enkel indien sprake is van een complete
afsluiting van gebieden of steden, zal het reisadvies voor die gebieden op «rood»
(«niet reizen») worden geclassificeerd, zoals bij voorbeeld in de Hubei-provincie
in China.
De inhoud van de reisadviezen is uiteraard altijd zo actueel mogelijk, waarbij zorgvuldigheid
voorop staat. Zo kan het voorkomen dat de inhoud van een reisadvies niet gelijk loopt
met (niet door het Ministerie van Buitenlandse Zaken geconsolideerde) informatie die
via andere bronnen gemeld wordt (zoals via media). De meest actuele versie van de
reisadviezen zijn te vinden op www.nederlandwereldwijd.nl en de Reisapp van Buitenlandse Zaken.
Vraag 19
Betekent het feit dat het reisadvies voor heel Italië op 24 februari nog groen is,
dat mensen die nu nog naar gebieden reizen waar een volledige lockdown is kunnen rekenen
op volledige consulaire bijstand wanneer ze in de problemen zitten?
Antwoord 19
Het reisadvies is inhoudelijk aangepast in het weekeinde van 22 en 23 februari. Het
reisadvies voor Italië is op 24 februari jl. verder aangepast, ook in lijn met de
aanvullende preventieve maatregelen van de Italiaanse autoriteiten voor specifieke
gebieden. In het noorden van Italië, in de provincies Lombardije en Padova, geldt
op dit moment een in- en uitreisverbod voor een aantal gemeenten. Voor deze gebieden
geldt op dit moment een «rood» reisadvies: het Ministerie van Buitenlandse Zaken raadt
af naar deze gebieden toe te reizen. Reizigers worden geadviseerd om de instructies
van de lokale autoriteiten op te volgen.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat 24/7 gereed om consulaire hulpvragen te
beantwoorden. De omstandigheden bepalen in hoeverre dat ook succesvol mogelijk is.
Wereldwijd geldt dat wanneer een Nederlander in een «rood» gebied in nood komt en
alsnog om consulaire bijstand vraagt, dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken daaraan
voorwaarden of consequenties kan verbinden.
Er zijn thans geen consulaire hulpvragen van Nederlanders in de «rode» gebieden in
Italië.
Vraag 20
Ziet u, gezien het feit dat er nog veel onbekend is over het virus, de verspreiding
en de risico’s, dat er een grote behoefte is aan actuele betrouwbare informatie? Wat
is uw aanpak om inwoners, reizigers, het parlement en de media op een punt actueel
op de hoogte te houden rondom de laatste ontwikkelingen? Is er aanleiding om dat op
een specifieke plek te doen, die frequent geüpdatet kan worden?
Antwoord 20
Ik ben van mening dat eenduidige en zorgvuldige informatievoorziening voor burgers
van belang is. Zo neemt de informatiebehoefte toe; dit is te merken aan het toenemend
aantal telefonische vragen bij het RIVM. Ik heb daarom op www.rijksoverheid.nl/coronavirus een centrale locatie gecreëerd waar informatie over de ontwikkelingen rondom het
nieuwe coronavirus met burgers wordt gedeeld, zodat de informatie breed vindbaar is.
Daarnaast is er een speciaal publieksinformatienummer geopend voor mensen die vragen
hebben over het coronavirus: 0800–1351.
Vraag 21
Kunt u deze vragen een voor een en voor het eind van deze week beantwoorden?
Antwoord 21
De vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.