Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over de reorganisatie van de Belastingdienst
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de reorganisatie van de Belastingdienst (ingezonden 12 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) (ontvangen 27 februari
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Onvrede groeit over reorganisatie Belastingdienst»1 en de brief «Pas op! Wet in uitvoering»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Komt de aangekondigde reorganisatie (ontvlechting) overeen met uw visie op de gewenste
organisatie van de Belastingdienst? Kunt u uw visie op de organisatie en de gewenste
organisatie delen? Kunt u de verschillende stappen beschrijven en daarbij specifiek
ingaan op de verschillende dienstonderdelen die breed ingezet worden, zoals de Belastingtelefoon,
de ICT enz.? Hoe krijgen deze onderdelen een plek in de nieuwe organisatie?
Antwoord 2
Er is de komende jaren veel werk te verzetten bij de Belastingdienst: de menselijke
maat moet uitgangspunt zijn in ons contact met de burger, daarnaast vragen de hersteloperatie
op Toeslagen en de ICT-problemen van de Belastingdienst bijzondere aandacht. Met het
besluit tot ontvlechting van Belastingdienst, Toeslagen en Douane krijgen deze organisatieonderdelen
op korte termijn de bestuurlijke aandacht en focus die past bij de omvang en het belang
van hun taak zodat burgers en bedrijven kunnen rekenen op zorgvuldigheid, betrouwbaarheid
en vooral goede dienstverlening. We nemen de ontvlechting ter hand met als motto:
«doen wat helpt». Voor de terreinen waar het voor de kwaliteit van dienstverlening
beter is om samen te werken, zal dat het uitgangspunt blijven. Zoals de Minister van
Financiën in het debat van 21 januari jl. heeft aangegeven gaan wij alleen ontvlechten
waar dat zinvol is. De drie (twee interim- en één waarnemend) Directeuren-Generaal
zullen de uitwerking van de ontvlechting met grote zorgvuldigheid en stapsgewijs ter
hand nemen.
Vraag 3
Wat vindt u van de aangekondigde reorganisatie en het ontbreken van overleg met de
ambtelijke organisatie en de grote zorgen van de betrokken medewerkers? Kunt u reflecteren
op het gesprek dat u recent had met medewerkers van de dienst?
Antwoord 3
Al deze veranderingen zijn alleen mogelijk als we het samen doen met de medewerkers
van de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. In het debat op 21 januari is door de
Minister toegezegd dat de stem van de medewerkers een plek krijgt, ook is de motie
Leijten over dit onderwerp door uw kamer aangenomen. De zorgen die worden geuit namens
de medewerkers nemen wij zeer serieus. Het is begrijpelijk dat de collega’s willen
weten hoe de medezeggenschap wordt betrokken. Op 19 februari jl. zijn wij in gesprek
gegaan met de vertegenwoordigers van de samenwerkende centrales en de Departementale
Ondernemingsraad. In die gesprekken hebben wij aangegeven dat de verandering wordt
gedaan in nauw overleg met medewerkers, medezeggenschap en de vakbonden, zoals aan
de heer Omtzigt is toegezegd en waartoe wij zijn opgeroepen door de motie Bruins.
Vraag 4
Hoe verklaart u de geluiden binnen de dienst die duiden op grote zorgen of er wel
voldoende geluisterd wordt naar de medewerkers en of ze niet buitenspel worden gezet?
Op welke manier zijn of worden ook de medewerkers van de dienst betrokken bij de plannen
tot ontvlechting? Deelt u de mening dat betrokken medewerkers belangrijke zeggenschap
zouden moeten krijgen in de ontvlechting van de dienst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De stem van medewerkers van de Belastingdienst, Toeslagen en Douane in het verandertraject
is essentieel. Hun kennis, expertise en ervaringen zijn van groot belang bij de cruciale,
maar ingewikkelde veranderingen die nu op stapel staan. Daarom geven wij hen, zoals
de moties Bruins en Leijten ook oproepen, een belangrijke stem in de vernieuwingsopgave.
Daartoe wordt nauw overleg gevoerd met medewerkers van de dienst, maar ook met de
medezeggenschap en vakbonden. Ook wij hebben met hen gesproken over wat zij nodig
hebben om hun vak uit te oefenen. Op deze manier willen we bereiken dat burgers en
bedrijven kunnen vertrouwen op onze dienstverlening en dat de medewerkers met trots
werken voor de Belastingdienst, Toeslagen en de Douane. Voor de zomer zullen wij een
plan van aanpak aan uw Kamer toesturen, zoals gevraagd door mevrouw Lodders, waarin
ook nadrukkelijk het geluid van de medewerkers een plek in krijgt. Dat kan bijvoorbeeld
vorm krijgen door middel van klankbordgroepsessies met verschillende groepen medewerkers
of het actief vragen van feedback.
Vraag 5
Wat vindt u van de oproep van de samenwerkende centrales van overheidspersoneel om
de denkkracht en geld te besteden aan het verbeteren van de automatisering in plaats
van aan de zoveelste structuurwijziging? Welke plek krijgt de verouderde IV (informatievoorziening;
werken aan verbetering operationele prestaties, verminderen complexiteit en verbeteren
professionaliteit en de kosten IT) in de reorganisatie van de Belastingdienst?
Antwoord 5
De zorgen van de samenwerkende centrales en de medewerkers zijn bij ons bekend en
die nemen wij serieus. De Minister heeft, in het debat op 21 januari, mevrouw Leijten
toegezegd de medewerkers van de Belastingdienst, Toeslagen en Douane te betrekken
bij de uitwerking van de ontvlechting. In gesprekken met de samenwerkende centrales
van overheidspersoneel hebben wij aangegeven dat de verandering wordt gedaan in nauw
overleg met medewerkers, medezeggenschap en de vakbonden. Met het besluit tot ontvlechting
van de Belastingdienst in drie onderdelen wordt de bestuurlijke aandacht voor de taak
van de onderdelen Belastingdienst, Toeslagen en Douane vergroot. In zijn brief van
11 januari heeft de Minister drie maatregelen benoemd. Het versnellen en intensiveren
van de verbeteringen op het gebied van managementinformatie en ICT was daar één van.
Voor de zomer zal uw kamer worden geïnformeerd over een integraal plan van aanpak
IV.
Vraag 6
Hoe draagt de ontvlechting en het versterken van de besturing bij aan het oplossen
van de problemen bij de dienst en specifiek de uitvoering toeslagen?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2. Onder meer de CAF-11-zaak heeft de noodzaak voor deze
maatregel op schrijnende wijze aan het licht gebracht. Met de ontvlechting in Belastingdienst,
Toeslagen en Douane krijgen de portefeuilles zowel politiek als ambtelijk een meer
passende omvang en ontstaat meer aandacht voor het verbeteren van de uitvoering. Door
nauwe samenwerking met de bewindspersonen van de toeslagdepartementen wordt geborgd
dat bij het maken van nieuw beleid en het evalueren van bestaand beleid, meer rekening
wordt gehouden met de (on)mogelijkheden in de uitvoering.
Vraag 7
Wie heeft – en krijgt – de leiding over de uitvoering van de grote ontvlechtingsopgave,
mede indachtig de toezegging van de Minister betrokken te blijven bij de ontvlechting,
gedaan tijdens het debat op 21 januari 2020? Welke rol hebben de andere twee bewindslieden
bij de ontvlechtingsopgave?
Antwoord 7
De politieke verantwoordelijkheid voor de Belastingdienst, Toeslagen en Douane ligt
zoals u weet bij ons als staatssecretarissen van Financiën. Wij zijn dan ook aanspreekpunt
voor uw Kamer voor wat betreft de voortgang van de aangekondigde maatregelen en trekken
gezamenlijk op in de opgave die er ligt. De Minister blijft hier bij betrokken, conform
zijn toezegging in het debat met uw Kamer van 21 januari 2020.
Vraag 8
Wat vindt u van de suggestie van de medewerkers van de dienst om naast een uitvoeringstoets
in de toekomst ook het risico op onbedoelde effecten van de wetgeving in de uitvoering
mee te wegen? Bent u bereid dit mee te nemen?
Antwoord 8
Bij het maken van beleid staat het realiseren van het gewenste effect voorop. In het
proces van beleidsvorming worden conform het Integraal afwegingskader de nevendoeneffecten
van beleid zoveel als mogelijk in beeld gebracht en betrokken bij het vormgeven van
beleid. De impact van nieuw beleid wordt voor verschillende aspecten bepaald via een
aantal toetsen en consultaties, waaronder het afwegingskader belastinguitgaven, de
uitvoeringstoets van de Belastingdienst, een MKB-toets, een wetgevingstoets, een toets
door de Autoriteit Persoonsgegevens, een internetconsultatie en de regeldruktoets
door het Adviescollege toetsing Regeldruk. Ook wordt het doenvermogen steeds meer
betrokken bij het maken van beleid. Met ingang van het volgende Belastingplan wordt
hier apart aandacht aan besteed middels een op te stellen doenvermogenstoets. Het
verkrijgen van inzicht in de werking van beleid – zowel de bedoelde als onbedoelde
effecten – is een belangrijk doel van de nauwere samenwerking tussen beleid en uitvoering,
zoals aangekondigd in de brief van de Minister van Financiën over het versterken van
de aansturing van de Belastingdienst. Het gebruik van het bestaande instrumentarium
om beleid te monitoren en evalueren gaan wij op dit specifieke punt nader bezien,
om te borgen dat meer nog dan nu de onbedoelde neveneffecten van beleid – ook in onderlinge
samenhang – beter in beeld kunnen worden gebracht.
Vraag 9
Bent u bereid om een plan van aanpak met de Kamer te delen waarmee de Kamer inzicht
krijgt in het gewenste eindbeeld van de organisatie, het tijdpad – wanneer worden
welke stappen gezet – en een kostenoverzicht?
Antwoord 9
In onze brief over de aanpak van de problemen bij de Belastingdienst, Toeslagen en
Douane beschrijven wij, mede namens de Minister van Financiën, hoe wij de vervolgstappen
bij de Belastingdienst, de Douane en Toeslagen voor ons zien, gericht op een beter
en menselijker functioneren. Zoals de Minister van Financiën in het debat van 21 januari
jl. heeft aangegeven gaan wij alleen ontvlechten waar dat zinvol is. In deze brief
is ook een overzicht opgenomen met voorgenomen maatregelen, een plan van aanpak voor
de ontvlechting maakt daar onderdeel van uit en wordt voor de zomer met uw Kamer gedeeld.
Vraag 10
Bent u bereid om in het plan van aanpak ook aandacht te hebben voor de noodzakelijke
cultuurverandering binnen de dienst?
Antwoord 10
Leiderschap en cultuur vormen een essentieel onderdeel van de vernieuwingsopgave van
de Belastingdienst en krijgen daarmee ook een belangrijke en niet vrijblijvende plek
in het plan van aanpak van de ontvlechting dat wij uw Kamer voor de zomer toesturen.
De veranderingen vragen binnen de diensten om een open cultuur, waar dilemma’s worden
besproken en er continue reflectie is op wat beter kan. Het is nodig dat we de afstand
tussen de top en de werkvloer verkleinen, zodat geluiden van de werkvloer gehoord
en opgepikt worden. Medewerkers moeten de ruimte krijgen om als professionals hun
vak uit te oefenen.
Tussen de diensten zijn er verschillen in taak, context en uitdagingen. Daarom is
het belangrijk dat de centrale leiderschaps- en cultuuraanpak binnen elk onderdeel
van de Belastingdienst, en binnen Toeslagen en Douane, een eigen invulling krijgt
die daarbij aansluit. Deloitte brengt momenteel de huidige cultuur van de Belastingdienst,
Toeslagen en Douane in kaart in relatie tot de gewenste cultuur. Die uitkomsten nemen
wij mee in het bepalen van de vorm, mate en het tempo van de ontvlechting.
Vraag 11
Wanneer bent u voornemens de uitvoeringstoets over de ontvlechting te delen met de
Kamer zoals toegezegd tijdens het debat over de reorganisatie van de Belastingdienst
op 21 januari?
Antwoord 11
Wij onderstrepen de toezegging van de Minister van Financiën uit het debat van 21 januari.
Inmiddels zijn twee interim--directeuren-generaal aangesteld voor de Belastingdienst
en Toeslagen. Voor de Douane is een waarnemend directeur-generaal benoemd. Deze hebben
de opdracht gekregen om een de ontvlechting uit te werken en daarbij onder andere
de organisatorische, juridische, en financiële consequenties in kaart te brengen.
De uitvoering van een haalbaarheidstoets richt zich, overeenkomstig de toezegging
van de Minister op 21 januari, op de ontvlechting en niet op het besluit tot het aanstellen
van drie DG’s. Dat besluit is immers een feit, de wijze van ontvlechting wordt nog
uitgewerkt. Als toegezegd, wordt uw Kamer over die uitwerking geïnformeerd.
Vraag 12
Bent u bereid om de vragen voor het algemeen overleg Belastingdienst van 4 maart 2020
te beantwoorden, zodat we uw plannen kunnen bespreken tijdens dit debat?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.