Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berg en Amhaouch over tekortkomingen van Kustwachtwachthelikopters
Vragen van de leden Van den Berg en Amhaouch (beiden CDA) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Infrastructuur en Waterstaat over tekortkomingen van Kustwachthelikopters (ingezonden 15 januari 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens Minister voor Medische Zorg (ontvangen 26 februari 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1698.
Vraag 1
Klopt het dat er een rapport over de Nederlandse Kustwachthelikopters is opgesteld
door veiligheidsdeskundigen van KLM, Schiphol en het kenniscentrum Nederlands Lucht-
en Ruimtevaart Centrum (NLR)? Zo ja, wanneer wordt dat rapport naar de Kamer gestuurd?1
Antwoord 1
De genoemde organisaties hebben een safety survey uitgevoerd naar de Search and Rescue
(SAR) operatie van Noordzee Helikopters Vlaanderen (NHV) in Den Helder. Het is uitgevoerd
in opdracht van Airport Medical Services B.V. (AMS). AMS heeft dit rapport niet openbaar
gemaakt, maar wel gedeeld met het onderzoeksbureau dat een onderzoek in mijn opdracht
heeft uitgevoerd. Laatstgenoemde rapport heb ik u heden toegezonden, voorzien van
een reactie. Noordzee Helikopters Nederland (NHN) heeft mij laten weten de aanbevelingen
van AMS mee te nemen in hun SAR-verbeterprogramma.
Vraag 2
Klopt het dat de Kustwachthelikopters te krap zijn om de werkzaamheden voor patiënten
uit te voeren? Zo ja, wat gaat daaraan gebeuren en binnen welke termijn?
Antwoord 2
Voor de bevindingen van het onderzoek dat in mijn opdracht is uitgevoerd en de maatregelen
die naar aanleiding daarvan worden genomen, verwijs ik u naar het rapport en de reactie
die ik u heden heb toegezonden.
Vraag 3
Klopt het dat verpleegkundigen zich zorgen maken over hun veiligheid, omdat ze geen
helm aangeleverd krijgen en zij zich aan boord niet altijd goed kunnen vastmaken en
dat ook de brancard niet gezekerd kan worden? Zo ja, wat gaat daaraan gebeuren en
op welke termijn?
Antwoord 3
Ik verwijs u naar het onderzoeksrapport dat ik u heden heb toegezonden. In aanvulling
daarop kan ik melden dat NHN heeft aangeven dat zij maatregelen heeft getroffen om
de beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen voor alle bemanningsleden,
waaronder de verpleegkundigen, te waarborgen.
Vraag 4
Klopt het dat in 2016 de Onderzoeksraad voor Veiligheid al vaststelde dat er tekortkomingen
waren? Zo ja, wat waren deze tekortkomingen en waarom zijn er nog geen wijzigingen
doorgevoerd? Gaat dit nu wel gebeuren? Zo ja, binnen welke termijn?
Antwoord 4
Het onderzoek «Zorg tussen Wal en Schip» van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)
in 2016 richtte zich niet specifiek op de SAR helikopter dienstverlening, maar op
de gehele keten van medische hulpverlening op de Noordzee. Het OVV heeft in dit onderzoek
geen tekortkomingen geconstateerd in de SAR helikopter dienstverlening.
Over de uitkomsten van het onderzoek van de OVV bent u op 15 december 2016 door de
Minister van Infrastructuur en Milieu mede namens de Minister van VWS geïnformeerd.2 In de bijlage bij de brief van 13 december 2018 van de Minister van Justitie en Veiligheid
bent u geïnformeerd over de stand van zaken van de implementatie van de aanbevelingen.3 De algemene conclusie van het onderzoek is dat er in de gehele keten van medische
hulpverlening op de Noordzee tekorten zijn aangetroffen. Deze conclusie is aanleiding
geweest om de processen door te lichten. In gezamenlijk overleg zijn structurele verbeteringen
doorgevoerd binnen de Kustwachtorganisatie en is de samenwerking met de hulporganisaties
op land verbeterd. Dit heeft ertoe geleid dat in 2017 een Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling
in de Zorgsector Ketennorm is opgesteld voor de zorgketen die medische hulp op de
(Noord)zee biedt, evenals een Kwaliteitskader Ambulancezorg op het water. Onder regie
van de Kustwacht vindt tweejaarlijks evaluatie plaats van medische zorgverleningen
op zee met de betrokken zorgaanbieders. Aanvullend op dit normenkader ontwikkelt de
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd momenteel een toetsingskader om toezicht te kunnen
houden op de kwaliteit van medische zorg op de (Noord)zee. Dit jaar zal deze keten
gecertificeerd worden.
Vraag 5
Klopt het dat veel bemanningsleden uit verschillende Europese landen komen en niet
altijd goed Engels spreken? Zo ja, wat gaat daaraan gebeuren en binnen welke termijn?
Antwoord 5
Ik verwijs u naar het onderzoeksrapport dat ik u heden heb toegezonden.
Vraag 6
Wat waren de redenen om in 2015 te kiezen voor uitvoering door het Vlaamse helikopterbedrijf
Noordzee Helikopters Vlaanderen (NHV)? Is er destijds op laagste prijs aanbesteed
of op Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI)? Zo ja, wat waren de EMVI-eisen?
Hoe waren de eisen ten aanzien van de veiligheid van patiënten en de veiligheid van
medewerkers meegenomen?
Antwoord 6
Het contract is aan NHN – niet NHV – gegund op basis van laagste prijs.
Vraag 7
Welke autoriteit of instantie is verantwoordelijk voor een periodieke keuring van
Kustwachthelikopters? Wanneer is een dergelijke keuring voor het laatst gebeurd? Wat
was hiervan de eindconclusie?
Antwoord 7
De SAR-vluchten worden uitgevoerd met Belgisch civiel geregistreerde helikopters.
Ten aanzien van de luchtwaardigheid van deze helikopters ligt de verantwoordelijkheid
voor het toezicht bij de autoriteit van het land van registratie, in dit geval de
Belgische luchtvaartautoriteit. Onderdeel van het luchtwaardigheidsproces is inspectie
door de Continuing Airworthiness Management Organisation die deze inspecties plannen
en uitvoeren. Indien dit onderzoek uitwijst dat een luchtvaartuig luchtwaardig is,
wordt het onderzoek afgesloten met een Airworthiness Review Certificate (ARC). Het
toezicht op dit proces ligt in dit geval ook bij de Belgische luchtvaartautoriteit.
De Belgische luchtvaartautoriteit bevestigt desgevraagd dat de helikopters een geldig
Bewijs van Luchtwaardigheid hebben met een geldige ARC. De voorgenoemde luchtwaardigheidsonderzoeken
hebben recent plaatsgevonden, de resultaten daarvan waren alle positief. De ARC is
voor de helikopters met de registratienummers OO-NSZ afgegeven op 5 september 2019,
voor de OO-NHU op 11 december 2019, voor de OO-NHV op 6 januari 2020 en voor de OO-NHM
op 7 januari 2020.
Ten aanzien van de SAR-operaties die met de helikopters worden uitgevoerd, verwijs
ik u naar mijn brief van 27 november 2019, waarin ik een uitwerking heb aangekondigd
van de wijze waarop het toezicht vormgegeven moet worden.4
Vraag 8
Hoe vaak moeten Kustwachthelikopters uitrukken om reddingsacties uit voeren? Kunt
u hierbij cijfers over de laatste drie jaar geven?
Antwoord 8
In 2017, 2018 en 2019 was dit respectievelijk 121, 122 en 130 keer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.