Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Slachtoffers misdrijven willen meer privacy, angst voor wraak daders’
Vragen van de leden Verhoeven en Groothuizen (beiden D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het bericht «Slachtoffers misdrijven willen meer privacy, angst voor wraak daders» (ingezonden 21 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Slachtoffers misdrijven willen meer privacy, angst
voor wraak daders»?1
Vraag 2
Kunt u een inschatting geven van de omvang van de problematiek van slechte privacybescherming
van slachtoffers?
Vraag 3
Waarom worden slachtoffers niet in alle gevallen erop gewezen dat ze een ander postadres,
of een nummer in plaats van een naam, kunnen opgeven?
Vraag 4
Kunt u uiteenzetten waarom de regels niet worden nageleefd, gelet op het feit dat
in het artikel staat dat «om onduidelijke redenen de regels en wetten niet altijd
[worden] nageleefd»?
Vraag 5
Op welke manier gaat u de gegevens van slachtoffers beter beschermen? Bestaat de mogelijkheid
om niet aan de openbaarheid en het recht van een verdachte op een eerlijk proces te
tornen, maar wel terughoudender te zijn omtrent persoonlijke details van slachtoffers?
Is het juist dat adresgegevens op dit moment niet uit het dossier verwijderd kunnen
worden?
Vraag 6
Kunt u uiteenzetten waarom het beter afschermen van deze slachtoffergegevens een moeilijk
vraagstuk is, ondanks bestaande wet- en regelgeving?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
K. Verhoeven, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.