Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht dat ANBI’s belastingregels niet naleven
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Financiën over het bericht dat ANBI’s belastingregels niet naleven (ingezonden 16 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 20 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de verschillende berichtgeving in Trouw1, de Groene Amsterdammer2 en Pointer3 over het niet naleven van belastingregels door instellingen met een ANBI-status?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel ANBI-instellingen zijn er in Nederland (graag een jaarlijkse weergave over
de afgelopen tien jaar)?
Antwoord 2
Een overzicht per jaar is niet beschikbaar. Op dit moment zijn er ongeveer 44.000
actieve ANBI’s. Begin 2018 waren dit er 43.000, tegenover ongeveer 33.000 in 2008.
Vraag 3
Hoeveel ANBI-instellingen zijn er jaarlijks in deze tien jaar daadwerkelijk bekeken
en gecontroleerd door de Belastingdienst en op welke manier vindt controle plaats?
Antwoord 3
De Belastingdienst heeft een capaciteit van circa 18 FTE beschikbaar voor toezicht
op ANBI’s waarvan circa 5 FTE specifiek voor het toezicht op de publicatieplicht,
waar de aangehaalde berichtgeving over gaat. Hiermee wordt risicogericht toezicht
gehouden op de 44.000 ANBI’s. In 2019 zijn ruim 4.000 instellingen beoordeeld op de
aanwezigheid van een balans- en verlies- en winstrekening op de website van de ANBI,
het beleidsplan, beloningsbeleid, verslag van uitgevoerde activiteiten en actuele
bestuurssamenstelling en de contactgegevens. In 2018 waren dit zo’n 4.200 instellingen.
De publicatieplicht is per 1 januari 2014 ingevoerd. Er is geen overzicht beschikbaar
van het aantal controles dat in de eerdere jaren op het gebied van de publicatieplicht
heeft plaatsgevonden.
Vraag 4
Zijn alle stichtingen en organisaties met een ANBI-status opgenomen in het ANBI-register
van de Belastingdienst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Informatie over stichtingen en organisaties met een ANBI-status is te raadplegen op
twee vindplaatsen op de website van de Belastingdienst; de zogenoemde ANBI zoeker4 en het ANBI open data bestand 5.
Hier is onder meer terug te vinden wanneer de instelling de (culturele) ANBI-status
heeft verkregen en – indien van toepassing – wanneer de status is ingetrokken.
Niet alle organisaties met een ANBI-status zijn in het register opgenomen. Ook publiekrechtelijke
lichamen zijn algemeen nut beogende instellingen. Hierbij moet gedacht worden aan
de Staat, provincies, gemeenten en waterschappen en alle (overige) lichamen waaraan
op basis van de Grondwet verordende bevoegdheid is toegekend. Deze lichamen staan
niet in het ANBI-register maar zijn van rechtswege ANBI. De overige organisaties met
een ANBI-status zijn wel in het register opgenomen. Het opnemen van deze lichamen
in het register zou, ook omdat het om lichamen uit andere landen in de EU kan gaan,
het register onnodig belasten.
Vraag 5
Welke belastingvoordelen kan een instelling met een ANBI-status krijgen (graag een
uitputtende lijst) en hoeveel heeft dit de Nederlandse schatkist de afgelopen tien
jaar (uitgesplitst per jaar) gekost?
Antwoord 5
Er zijn voordelen voor de ANBI zelf:
Een ANBI betaalt geen erfbelasting of schenkbelasting voor ontvangen erfenissen en
schenkingen die de instelling gebruikt voor het algemeen belang.
Als een ANBI zelf schenkingen doet in het algemene belang, dan hoeft de ontvanger
geen schenkbelasting te betalen.
Een ANBI komt in aanmerking voor teruggaaf van energiebelasting.
Er zijn daarnaast voordelen voor de donateur of vrijwilliger:
Vrijwilligers die voor een ANBI werken en in aanmerking komen voor een vrijwilligersvergoeding,
kunnen- onder voorwaarden – het afzien van deze vergoeding in aanmerking nemen als
gift.
Donateurs van een ANBI mogen hun giften – boven hun drempelbedrag en onder het maximum
– aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting.
Om in aanmerking te komen voor de aftrek van periodieke giften, moet de periodieke
gift onder meer worden vastgelegd in een notariële akte of in een overeenkomst tussen
de donateur en de desbetreffende ANBI. Voor deze giften geldt geen drempel- en maximumbedrag.
Voor donateurs van culturele ANBI's geldt een extra giftenaftrek.
Het belastingvoordeel van de regelingen in miljoenen Euro’s voor 2009 tot en met 2018
wordt in de tabel hieronder weergegeven, waarbij bedacht moet worden dat de gever
zelf de begunstigde van de giftenaftrek, en de instelling de begunstigde van de regelingen
in de schenk- en erfbelasting en energiebelasting is.
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Giftenaftrek IB
315
320
320
311
345
339
346
357
377
388
Giftenaftrek VPB
n.v.t.
n.v.t
n.v.t.
4
5
5
6
6
7
8
Schenk- en erfbelasting
290
185
189
192
195
199
203
207
211
215
Energiebelasting
28
29
32
35
34
31
26
25
29
29
Vraag 6
Aan welke eisen moet een ANBI-instelling voldoen?
Antwoord 6
De instelling moet met nagenoeg het geheel van al haar activiteiten het algemeen belang
dienen. Dit is de 90%-eis.
De instelling heeft geen winstoogmerk met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen.
De instelling en de mensen die rechtstreeks bij de instelling betrokken zijn, voldoen
aan de integriteitseisen.
Geen enkel natuurlijk persoon of rechtspersoon mag over het vermogen van de instelling
beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Bestuurders en beleidsbepalers mogen
geen meerderheid hebben in de zeggenschap over het vermogen van de instelling.
De instelling mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het
werk van de instelling. Daarom moet het eigen vermogen beperkt blijven.
De beloning voor de leden van het orgaan van de instelling dat het beleid bepaalt is beperkt tot een onkostenvergoeding of niet bovenmatige vacatiegelden. De hoogte
van de vacatiegelden zijn mede afhankelijk van de aard en omvang van de instelling
en de maatschappelijke positie van het lid van het orgaan van de instelling dat het
beleid bepaalt.
De instelling heeft een actueel beleidsplan.
De instelling heeft een redelijke verhouding tussen beheerkosten en bestedingen.
Geld dat overblijft na opheffing van de instelling wordt besteed aan een ANBI met een soortgelijk doel.
De instelling voldoet aan de administratieve verplichtingen.
De instelling publiceert specifieke gegevens op een eigen of gemeenschappelijke website.
Vraag 7
Wat is de definitie van de eis «algemeen nut»? Deelt u de mening dat het begrip abstract
en niet goed te controleren is en daarmee fraude in de hand werkt? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De definitie van «algemeen nut» staat in artikel 5b, derde lid, van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen (AWR).
Als algemeen nut in de zin van dit artikel wordt beschouwd:
welzijn;
cultuur;
onderwijs, wetenschap en onderzoek;
bescherming van natuur en milieu, daaronder begrepen bevordering van duurzaamheid;
gezondheidszorg;
jeugd- en ouderenzorg;
ontwikkelingssamenwerking;
dierenwelzijn;
religie, levensbeschouwing en spiritualiteit;
de bevordering van de democratische rechtsorde;
volkshuisvesting;
een combinatie van de bovengenoemde doelen, alsmede
het financieel of op andere wijze ondersteunen van een algemeen nut beogende instelling.
De ANBI-regeling kent inderdaad een aantal open normen die naar hun aard lastig te
controleren zijn. Als gevolg van de open normen dient iedere ANBI individueel te worden
beoordeeld. Dit heeft als nadeel dat er zich gevallen kunnen voordoen waarbij de «grenzen»
worden opgezocht. Striktere regelgeving kan hiertegen helpen, maar heeft wel een keerzijde.
Bij meer rigide normstelling zouden er mogelijk ook instellingen worden uitgesloten
van de ANBI-regeling die in het maatschappelijk verkeer wel als ANBI worden beschouwd.
Ik wil niet het beeld schetsen dat deze open normen fraude in de hand zouden werken.
Vraag 8
Kunt u een toelichting geven op de dertien verschillende categorieën die in artikel
5B van de Algemene wet inzake rijksbelasting6 worden beschouwd als algemeen nut? Klopt het dat de verschillende categorieën niet
gedefinieerd zijn, maar dat dit wordt ingevuld door de jurisprudentie (Graag een toelichting
hierop)?
Antwoord 8
In artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is het begrip algemeen nut beogende instelling gedefinieerd. Aan dit begrip is mede invulling geven door de verschillende categorieën
in de wet op te nemen. Tot de inwerkingtreding van artikel 5b van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen per 2012, werd aan het begrip algemeen nut invulling gegeven
door de jurisprudentie. In de Geefwet is ervoor gekozen om een verduidelijking aan
te brengen met betrekking tot de doelen waarmee het algemeen nut wordt gediend. De
wetgever heeft ervoor gekozen aan te sluiten bij hetgeen in het verleden in de jurisprudentie
is uitgekristalliseerd. De tot de toepassing van de Geefwet onder de verschillende
heffingswetten gewezen jurisprudentie met betrekking tot het begrip algemeen nut is
dus nog steeds relevant. Naast deze jurisprudentie is er ook enige duiding van deze
categorieën opgenomen in de memorie van toelichting op de eerdergenoemde Geefwet.
Vraag 9
Hoe behandelt de Belastingdienst een ANBI-aanvraag van een organisatie of instelling
waarbij een categorie van algemeen nut botst en contrair is aan een andere categorie?
Antwoord 9
Het is mogelijk dat een instelling meerdere categorieën van algemeen nut, zoals opgesomd
in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, beoogt. Sterker nog, deze
mogelijkheid wordt in het derde lid onderdeel l. expliciet genoemd. De Belastingdienst
toetst het algemeen nut aan de hand van de wet- en regelgeving. Deze mogelijkheid
(meerdere categorieën) kan worden aangemerkt als algemeen nut indien voor het geheel
wordt voldaan aan het 90%-criterium (nagenoeg geheel inzetten voor het algemeen belang).
Indien een instelling zich richt op meerdere categorieën is van belang op welke categorie
een instelling zich primair richt. Dit is vooral van belang bij instellingen die zich
(tevens) richten op cultuur aangezien instellingen die zich voor minimaal 90% richten
op cultuur op verzoek kunnen worden aangemerkt als culturele instelling. Dit is van
belang voor de multiplier van de giftenaftrek.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de eisen gedateerd zijn gezien de veelvuldigheid aan stichtingen
en instellingen die de ANBI-status hebben, maar waarvan niet duidelijk is welke relatie
er met het goede doel is? Zo ja, bent u dan voornemens om de eisen te evalueren en
waar nodig en in overleg met de Kamer, aan te passen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Sinds 2008 zijn de eisen op verschillende momenten zijn aangescherpt. Dit is ook gememoreerd
in de Evaluatie van de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s uit 2017.7 Zoals toegezegd in de brief van 20 juni 20198 zal ik uw Kamer in het eerste kwartaal van 2020 een wetswijziging aanbieden met daarin
een aanpassing van de integriteitseis. Op dit moment zie ik geen aanleiding tot een
nieuwe evaluatie van de aan de ANBI gestelde eisen.
Bij de beoordeling of een instelling als ANBI kan worden aangewezen beoordeelt de
Belastingdienst hierbij niet alleen de statutaire doelstelling van de instelling,
maar toetst ook of de wijze waarop deze daaraan in de praktijk invulling geeft, daarmee
overeenstemt.
Vraag 11
Hoeveel ANBI-instellingen hebben niet voldaan aan de eisen (uitsplitsing per jaar
over de afgelopen tien jaar)?
Antwoord 11
Ik ga ervan uit dat deze vraag ziet op het voldoen aan de publicatieplicht. Het niet
voldoen aan de publicatieplicht leidt niet direct tot een intrekking van de ANBI-status.
De Belastingdienst geeft de ANBI gelegenheid voor herstel conform de uitvoerings-
en toezichtstrategie van de Belastingdienst die als doel heeft de compliance van belastingplichtigen
te verbeteren. Het is de ervaring dat veel ANBI's compliant willen zijn maar niet
altijd op de hoogte zijn van alle eisen die verbonden zijn aan de ANBI-status. Nadat
een ANBI is aangeschreven over het niet voldoen aan de eisen van de publicatieplicht
wordt deze omissie in de regel hersteld. In de systemen van de Belastingdienst is
geen overzicht te maken van ANBI’s die tijdens een controle niet voldeden maar na
de geboden herstelperiode wel voldeden aan de publicatieplicht.
De Belastingdienst kan wel zien hoe vaak de ANBI-status is ingetrokken als gevolg
van een controle op de publicatieplicht. Dit gebeurt soms ook op initiatief van de
ANBI. In 2019 is naar aanleiding van de controle op de publicatieplicht bij zo'n 600
instellingen de ANBI-status ingetrokken (op initiatief van de Belastingdienst of de
ANBI). In totaal zijn in 2019 ruim 4.000 ANBI's gecontroleerd op publicatieplicht.
In 2018 zijn zo’n 4.200 ANBI's gecontroleerd op publicatieplicht waarna bij ruim 700
instellingen de ANBI-status is ingetrokken.
Vraag 12
Aan welke van de eisen kunnen ANBI-instellingen veelal niet voldoen?
Antwoord 12
Het belangrijkste inhoudelijke (materiële) criterium waaraan ANBI's moeten voldoen
is dat zij met nagenoeg het geheel van hun activiteiten het algemeen nut dienen en
dat er niet meer dan bijkomstig sprake mag zijn van particuliere belangen. Het niet
voldoen aan dit criterium is een veel voorkomende reden om de ANBI-status in te trekken.
Tijdens de controles wordt uiteraard naar alle criteria gekeken. In de praktijk is
de reden voor intrekking divers en vaak een combinatie van meerdere criteria waaraan
niet voldaan wordt.
Vraag 13
Wat zijn de consequenties als een ANBI-instelling niet heeft voldaan aan de eisen,
zowel voor de Belastingdienst als voor de ANBI-instelling zelf?
Antwoord 13
Bij niet voldoen aan de voorwaarden hangt de vervolgstap af van de reden van niet
voldoen: niet voldoen aan formele eisen of niet voldoen aan materiële eisen. De eerste
leidt tot het geven van de mogelijkheid tot herstel. Herstelt men niet dan volgt intrekking.
Bij het niet voldoen aan een materiële eis (bijvoorbeeld: men dient tevens particuliere
belangen) volgt directe intrekking. Bij intrekking van de ANBI-status verliest de
instelling de voordelen en faciliteiten die aan de ANBI-status zijn verbonden en zijn
donaties aan deze instelling ook niet meer aftrekbaar. In uitzonderingsgevallen kunnen
er vervolgacties met betrekking tot de bestuurders zelf plaatsvinden. Hierbij moet
gedacht worden aan fraudegevallen waarbij de vervolgacties worden overgelaten aan
FIOD of OM.
Vraag 14
Hoeveel organisaties en stichtingen en uit welke sectoren hebben de afgelopen tien
jaar de ANBI status aangevraagd (uitgesplitst per jaar)?
Antwoord 14
De Belastingdienst heeft geen uitsplitsing naar sector beschikbaar. Voor het overige
ik verwijs naar het antwoord op vraag 15.
Vraag 15
Hoeveel van deze aanvragen zijn toegekend en hoeveel zijn, om welke redenen, afgewezen?
Antwoord 15
In onderstaande tabel zijn de aanvragen, toewijzingen en afwijzingen opgenomen.
Jaar
Aanvragen
Toegewezen
Afgewezen
2019
2.168
1.859
309
2018
2.031
1.654
377
2017
2.103
1.641
462
2016
2.869
1.657
1.212
2015
2.949
1.740
1.209
2014
1.476
885
591
2013
2.443
1.375
1.068
2012
2.784
1.518
1.266
2011
2.310
1.278
1.032
2010
1.267
584
683
De redenen van afwijzing zijn zeer divers. Het is niet mogelijk om dit cijfermatig
in beeld te brengen.
Vraag 16
Kunt u een toelichting geven op het proces dat een organisatie of stichting moet doorlopen
voordat het de ANBI-status krijgt?
Antwoord 16
De procedure wordt uitgebreid toegelicht op de website van de Belastingdienst.9
De instelling dient het formulier «Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling»
te printen.
Het formulier moet, inclusief bijlagen (beleidsplan en onder voorwaarden statuten),
ingevuld en ondertekend per post worden verstuurd naar de Belastingdienst. Een instelling
die in het buitenland is gevestigd, kan een aanvraag indienen middels het formulier
«Aanvraag beschikking Buitenlandse algemeen nut beogende instelling».
Vraag 17
Kan een organisatie of stichting op basis van alleen het formulier Aanvraag beschikking
Algemeen nut beogende instelling al een ANBI-status krijgen of voert de Belastingdienst
zelf ook nog controles uit c.q. moet de aanvrager een uitgebreider traject doorlopen?
Antwoord 17
Nee, een instelling ontvangt niet automatisch de ANBI-status door enkel het aanvraagformulier
in te sturen. Nadat de instelling het formulier met bijlagen heeft opgestuurd (zie
beantwoording onder vraag 16) beoordeelt het ANBI-team of de aanvraag compleet is
en het beleidsplan en eventueel de statuten meegestuurd zijn en of de website online
is met daarop gepubliceerd de voor een ANBI benodigde gegevens. Daarna vindt de inhoudelijke
beoordeling van de aanvraag plaats en worden in voorkomende gevallen nadere vragen
gesteld en/of aanvullende stukken opgevraagd. Elke complete aanvraag wordt inhoudelijk
beoordeeld. Of de feitelijke activiteiten ook daadwerkelijk tot het algemeen nut worden
gerekend kan uiteraard pas na het verlenen van de ANBI-status worden getoetst.
Vraag 18
Op welke manier kan een aanvrager bezwaar maken tegen de afwijzing? In welke gevallen
heeft bezwaar geleidt tot een ander oordeel?
Antwoord 18
Nadat de aanvraag inhoudelijk is beoordeeld door het ANBI-team ontvangt de instelling
een positieve- of een negatieve beschikking, eventueel voorafgegaan door een voornemen
tot afwijzing. Ingeval er eerst een voornemen tot afwijzing is verstuurd, krijgt de
instelling enkele weken de tijd om hierop te reageren. Het is mogelijk dat de instelling,
na haar reactie op de voorgenomen afwijzing, alsnog een positieve beschikking ontvangt.
Het is ook mogelijk dat een instelling een aanvraag indient om te worden aangemerkt
als culturele ANBI. Het ANBI-team kan, na inhoudelijke beoordeling, tot de slotsom
komen dat de ANBI-status wel wordt afgegeven maar de instelling niet als culturele
ANBI kan worden aangemerkt.
De beschikking is een voor bezwaar vatbare beschikking. De instelling kan, indien
zij het niet eens is met de beschikking, bezwaar indienen.
Bezwaarbehandeling vindt plaats conform de wet- en regelgeving. Dit betekent onder
meer dat het bezwaar wordt beoordeeld door iemand anders dan degene die op de aanvraag
heeft beschikt. Uit het bezwaarschrift en eventuele hoorgesprek, kan volgen dat de
ANBI-status toch zou moeten worden afgegeven. In dat geval wordt tegemoetgekomen aan
het bezwaar.
Vraag 19
Krijgt een organisatie of stichting die is afgewezen voor een ANBI-status te horen
op welke aspecten of voorwaarden de organisatie of stichting geen ANBI-status heeft
verkregen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Ja. Een instelling krijgt doorgaans voorafgaand aan de uiteindelijke beschikking een
voornemen tot afwijzing waarin staat geformuleerd waarom de instelling niet voldoet
aan de ANBI-criteria. Ook in de uiteindelijke beschikking is de motivering om de aanvraag
af te wijzen opgenomen.
Vraag 20
Welke stappen zijn er, sinds eind 2016 bekend is dat er geen sluitende controle is
op instellingen met een ANBI-status, gezet om de controle sluitend te maken en waarom
is dit nog steeds niet gelukt?
Antwoord 20
Het toezicht op de ANBI-instellingen volgt de lijn van de uitvoerings- en toezichtstrategie
van de Belastingdienst. Deze strategie is erop gericht dat burgers en bedrijven bereid
zijn uit zichzelf fiscale regels na te leven. Aan de hand van deze strategie maakt
de Belastingdienst voortdurend keuzes over waar de beschikbare capaciteit op wordt
ingezet. Het is praktisch onmogelijk om op alle individuele gevallen gericht toezicht
uit te oefenen. Het toezicht wordt daarbij zo selectief en gericht mogelijk ingezet,
afgestemd op de (oorzaken van) het gedrag van burgers en bedrijven. De Belastingdienst
zet capaciteit in op datgene waar de kans op niet-naleving het grootst is of de grootste
impact kan hebben. De inspanningen van het ANBI-team zijn, conform de uitvoerings-
en toezichtstrategie, erop gericht om te komen tot structurele verbetering van het
nalevingsgedrag. In de uitoefening van het toezicht wordt risicogericht gewerkt. Bij
constatering van niet-naleving aan formele vereisten, geldt dat de ANBI-status niet
meteen wordt ingetrokken maar de Belastingdienst de ANBI de gelegenheid geeft alsnog
aan deze formele verplichtingen te voldoen als het gaat om bijvoorbeeld de naleving
van de publicatieplicht.
Vraag 21
Welke route moet de Belastingdienst doorlopen voordat een ANBI-status daadwerkelijk
is ingetrokken?
Antwoord 21
De instelling ontvangt bij niet voldoen aan ANBI-eisen eerst een voornemen tot intrekking.
Hierop kan nog gereageerd worden waarna de behandelend ambtenaar deze reactie nog
meeneemt in zijn definitieve beslissing. Blijft de behandelend ambtenaar bij zijn
standpunt dan ontvangt de instelling een beschikking waarin wordt medegedeeld dat
de status wordt ingetrokken. Dit is een voor bezwaar vatbare beschikking. Hierna wordt
de instelling uit het ANBI-bestand verwijderd.
Vraag 22
Deelt u de mening dat het innemen van een ANBI-status gemakkelijker zou moeten? Zo
ja, hoe wilt u dit waarborgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 22
De Belastingdienst houdt risicogericht toezicht op ANBI’s. Op het moment dat een ANBI
niet voldoet aan één of meerdere van de formele vereisten kan de Belastingdienst volgens
de procedure zoals beschreven in het antwoord op vraag 21, de ANBI-status intrekken.
Hiermee heeft de Belastingdienst naar mijn mening voldoende mogelijkheid om een ANBI-status
in te trekken.
Vraag 23
Moeten buitenlandse instellingen voor een ANBI-status voldoen aan extra verplichte
eisen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 23
Nee, voor buitenlandse instellingen gelden dezelfde wettelijke eisen als voor in Nederland
gevestigde instellingen, met dien verstande dat met het land waar de buitenlandse
ANBI is gevestigd, de mogelijkheid tot informatie-uitwisseling bestaat.
Vraag 24
Hoeveel buitenlandse ANBI-instellingen zijn er?
Antwoord 24
Er zijn bij benadering 500 instellingen met een vestigingsplaats buiten het Europese
deel van Nederland die de ANBI-status verleend hebben gekregen. Daarnaast zijn er
nog instellingen, overheidslichamen in andere EU-staten, die van rechtswege de ANBI-status
hebben; dit aantal is onbekend.
Vraag 25
Hoe worden buitenlandse instellingen met de Nederlandse ANBI-status gecontroleerd,
gezien de conclusie uit het evaluatierapport van de Belastingdienst uit 2016 waarin
staat dat «het toezicht op geldstromen praktisch gezien ophoudt bij de grens»?
Antwoord 25
Buitenlandse instellingen met de ANBI-status worden op dezelfde manier gecontroleerd
als binnenlandse instellingen met dat verschil dat er geen controle op de vestigingsplaats
zelf kan plaatsvinden. Ook bij binnenlandse ANBI's wordt altijd begonnen met de beoordeling
van de informatie die via de interne systemen van de Belastingdienst beschikbaar is,
aangevuld met op te vragen stukken en openbare informatie. In die zin is de controle
gelijk. Ook binnenlandse ANBI's kunnen geldstromen hebben die grensoverschrijdend
zijn. De beoordeling van geldstromen vindt in eerste instantie plaats vanuit de administratie
van instellingen die zowel bij binnenlandse als buitenlandse instellingen opgevraagd
kan worden. Indien contra-informatie nodig is met betrekking tot gelden waarbij de
ontvanger in het buitenland is gevestigd, is het mogelijk een verzoek tot informatie-uitwisseling
in te dienen. Dit is dus niet anders dan voor binnenlandse instellingen met grensoverschrijdende
geldstromen.
Vraag 26
Waarom komen sportverenigingen niet in aanmerking voor een ANBI-status?
Antwoord 26
Sportverenigingen zijn niet per definitie uitgesloten van de ANBI-status. Om de ANBI-status
te krijgen, moet een instelling het algemeen nut beogen en met haar werkzaamheden
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (voor ten minste 90%) het algemeen nut dienen
en voldoen aan de overige voorwaarden. De vraag of de werkzaamheden (activiteiten)
van een instelling wel zijn gericht op het algemeen nut, doet zich bijvoorbeeld voor
bij activiteiten die zien op ontspanning en vermaak. In principe zijn deze activiteiten
gericht op een particulier belang van de deelnemers. Dat speelt bijvoorbeeld bij sport
of muziekbeoefening. Dat kan anders worden beoordeeld dan bijvoorbeeld bij uitstapjes
en vakanties voor ouderen en zieken die zonder begeleiding niet meer buiten de deur
of verpleegomgeving komen en in een sociaal isolement verkeren. In dat geval betreft
het algemeen nuttige activiteiten, want zij dragen bij aan de bevordering van het
welzijn van kwetsbare groepen. Het is in bepaalde situaties dus afhankelijk van de
specifieke feiten en omstandigheden van het geval of het particulier belang of het
algemeen nut voorop staat.
Vraag 27
Deelt u de mening dat juist vanwege de bijdrage die sportverenigingen hebben voor
de samenleving een ANBI-status voor sportverenigingen mogelijk moet zijn? Zo ja, op
welke manier gaat u het ook voor sportverenigingen mogelijk maken om een ANBI-status
aan te vragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 27
Zoals in het antwoord op de voorgaande vraag is aangegeven kunnen sportverenigingen
waarbij het algemeen nut voorop staat in aanmerking komen voor de ANBI-status. Daarnaast
is het zo dat sportverenigingen die geen ANBI-status hebben wel voor bepaalde faciliteiten
in aanmerking komen. Immers kan ook een sportvereniging een bijdrage vervullen voor
de samenleving en kan kwalificeren als een sociaal belang behartigende instelling
(SBBI).10 De door een SBBI ontvangen giften, erfenissen en legaten zijn vrijgesteld van schenk-
respectievelijk erfbelasting. Periodieke giften aan verenigingen komen in aanmerking
voor de giftenaftrek.
Vraag 28
Is uw streven nog steeds om de wetswijziging eerste kwartaal 2020 naar de Kamer te
sturen en als ingangsdatum 1 januari 2021 aan te houden?11
Antwoord 28
Dat is nog steeds mijn streven. De wetswijziging is voor advies bij de Raad van State
aanhangig gemaakt.
Vraag 29
Is onderdeel van deze wetswijziging de aanpassing van de integriteitseis met betrekking
tot de VOG-systematiek zoals aangekondigd in uw brief van 20 juni 201912 naar aanleiding van de aangenomen motie Omtzigt/Lodders13?Zo nee, waarom niet?
Antwoord 29
Ja.
Vraag 30
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 30
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.