Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Marijnissen en Karabulut over een bezoek aan het noorden van Marokko
Vragen van de leden Marijnissen en Karabulut (beiden SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een bezoek aan het noorden van Marokko (ingezonden 10 januari 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 februari 2020).
Vraag 1
Hoeveel politieke gevangenen van de Hirak-beweging in de Rif, die vanaf oktober 2016
na de dood van visverkoper Mohsin Fikri verantwoordelijk was voor grote vreedzame
demonstraties in het noorden van Marokko, zitten nog altijd vast?
Antwoord 1
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken houdt niet bij hoeveel gedetineerden in Marokko
een straf uitzitten naar aanleiding van hun deelname aan de Hirak-beweging, daar het
geen personen met de Nederlandse nationaliteit betreft.
Vraag 2, 3 en 4
Welk oordeel heeft u over de processen tegen deze politieke gevangenen, waaronder
protestleider Nasser Zafzafi? Bent u het eens met mensenrechtenorganisaties dat die
niet eerlijk zijn verlopen en de gevangenen vrijgelaten moeten worden?
Bent u zich ervan bewust dat het nog vele jaren kan duren voordat processen tegen
Hirak-activisten volledig zijn afgerond, dat deze bewust getraineerd kunnen worden
en dat dit kan betekenen dat gevangenen nog vele jaren onterecht vastzitten? Wat doet
u met dit gegeven?
Bent u bereid zich alsnog uit te spreken over de oneerlijke processen in Marokko,
deze af te keuren, en op te roepen tot directe vrijlating van alle politieke gevangenen?
Zo nee, waarom niet, en wanneer, onder welke omstandigheden dan wel?
Antwoord 2, 3 en 4
De Marokkaanse autoriteiten zijn afdoende op de hoogte van de eerdere Nederlandse
reactie (referte ook het desbetreffende Kamerdebat, Kamerstuk 34 775 V, nr. 87 en Kamerstuk 32 735, nr. 208). Daarnaast loopt er nog een verzoek tot cassatie. Het is op dit moment niet bekend
wanneer dit verzoek behandeld zal worden.
Vraag 5 en 6
Kunt u aangeven hoeveel en welke processen door Nederland zijn gemonitord? Wat en
hoe frequent is hierover gecommuniceerd met advocaten van Hirak-activisten? Met hoeveel
advocaten is gesproken?
Wat zijn de bevindingen naar aanleiding van deze monitoring? Wat is er gedaan met
deze bevindingen? Is hierover contact geweest met de Marokkaanse autoriteiten?
Antwoord 5 en 6
De Nederlandse ambassade heeft het proces tegen 53 Hirak activisten in Casablanca
regelmatig bijgewoond. Ook enkele andere EU-ambassades woonden zittingen bij. Zoals
toegezegd aan uw Kamer op 28 juni 2018, heeft de ambassade de rechtszittingen in het
kader van de beroepsprocedure eveneens bijgewoond. Daarbij is er ook contact geweest
met enkele advocaten van de verdachten.
In augustus 2019 heeft de Nederlandse ambassade het Hirak-proces en de veroordelingen
besproken met de voorzitter van de Marokkaanse Nationale Mensenrechtenraad, CNDH,
die aankondigde een rapport over het gehele Hirak proces te zullen publiceren.
Vraag 7 en 8
Welk beeld heeft u van marteling door de Marokkaanse autoriteiten van Hirak-activisten?
Kunt u het beeld bevestigen dat de indieners van deze vragen tijdens hun bezoek eerder
deze maand aan het noorden van Marokko kregen, namelijk dat marteling en andere mishandeling
op grote schaal is toegepast? Zo nee, waarom niet?
Welke mogelijkheden ziet u om de Marokkaanse autoriteiten te dwingen zich te verantwoorden
voor het inzetten van marteling? Ziet u hiertoe bijvoorbeeld mogelijkheden via het
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment
or Punishment (CPT)? Wat bepleit u in Europees verband om marteling in Marokko tegen
te gaan, om het land te dwingen zich te houden aan internationaalrechtelijke standaarden
waar het zichzelf aan verbonden heeft?
Antwoord 7 en 8
Het is in de eerste plaats aan de autoriteiten in Marokko om onderzoek te doen naar
aanleiding van deze berichten. Ik beschik niet over eigenstandige dan wel onafhankelijke,
betrouwbare informatie die bovenstaand beeld bevestigen.
Naar aanleiding van berichten over disciplinaire maatregelen tegen gedetineerden heeft
de Marokkaanse nationale mensenrechtenraad (CNDH) begin november 2019 een bezoek gebracht
aan zes gevangenissen waar Rif-activisten zijn gedetineerd. De conclusies hiervan
zijn beschikbaar op de website van de CNDH (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020,
nr. 1062).
Marokko is geen lid van de Raad van Europa. Evenmin heeft het land als zogeheten derde
staat de European Convention for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment
or Punishment ondertekend. Het is dan ook niet mogelijk om in het kader van het Committee for the
Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment hierover het
gesprek aan te gaan.
Vraag 9 en 10
Welk beeld heeft u van de behandeling van de politieke gevangenen? Krijgen zij goede
zorg? Deelt u de zorgen van onze gesprekspartners dat er lang niet altijd goede zorg
is? Vraagt u hier aandacht voor bij de Marokkaanse autoriteiten?
Bent u bereid er bij de Marokkaanse autoriteiten op aan te dringen dat gevangenen
in de buurt van hun familie worden geplaatst zodat er geen lange reizen gemaakt hoeven
te worden tegen hoge kosten voor bezoek?
Antwoord 9 en 10
Ik beschik niet over eigenstandige dan wel onafhankelijke, betrouwbare informatie
over de behandeling van de gedetineerde Hirak-activisten die aanleiding geeft tot
zorg (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1871). Voor zover bekend uit publieke berichten van de Marokkaanse gevangenisautoriteit
is een aantal gevangenen vanuit Casablanca en Fes dichter bij hun familie geplaatst,
hiervan zijn geen exacte aantallen bekend.
Vraag 11 en 12
In welke mate is sinds 2016 door de Marokkaanse autoriteiten tegemoetgekomen aan de
legitieme eisen van de Hirak-demonstranten op het gebied van sociaaleconomische ontwikkeling,
werkgelegenheid en goede zorg in de regio, waaronder een ziekenhuis ter bestrijding
van kanker?
Deelt u de opvatting dat dit tot op heden volstrekt onvoldoende gebeurt? Bent u bereid
er bij de Marokkaanse autoriteiten op aan de dringen dat meer gedaan wordt ter ontwikkeling
van het achtergestelde noorden van Marokko?
Antwoord 11 en 12
Marokko lanceerde in 2015 het programma Manarat Al Moutawassit, ten behoeve van de
ruimtelijke en sociaaleconomische ontwikkeling van de provincie Al Hoceima. Binnen
dit programma is ook aandacht voor het verbeteren van de gezondheidszorg in de regio,
waaronder de modernisering van het oncologisch centrum in Al Hoceima.
Daarnaast werd afgelopen najaar het plan goedgekeurd voor de bouw van een universitair
complex en eind 2019 opende een nieuw behandelcentrum voor hemodialyse zijn deuren.
Wat betreft sociaaleconomische ontwikkeling is het noorden overigens niet het armste
gebied van Marokko. In de twee noordelijke regio’s Tanger-Tétouan-Al Hoceima respectievelijk
Oriental ligt het jaarlijks inkomen per hoofd van de bevolking hoger dan het gemiddelde
in Marokko1.
Vraag 13
Ziet u mogelijkheden dat hulp en/of investeringen vanuit de EU meer ten goede komen
aan de bevolking van Marokko, ook in het noorden van het land, en niet vooral belandt
in de zakken van corrupte, zichzelf verrijkende leiders?
Antwoord 13
EU-steun aan Marokko richt zich tijdens het lopende Meerjarige Financiële Kader (2014–2020)
hoofdzakelijk op de volgende sectoren: toegang tot sociale diensten, inclusief de
gezondheidszorg; democratisch bestuur, de rechtsstaat en mobiliteit; en werkgelegenheid
en duurzame en inclusieve groei. De verbetering van deze openbare diensten komt de
Marokkaanse bevolking ten goede, ook in het noorden van het land. Meerdere programma’s
met een regionale focus richten zich bovendien specifiek op Noordelijke regio’s, zoals
een project voor rurale ontwikkeling van EUR 50 mln, dat Oriental als één van de drie
focusregio’s heeft. De samenwerking en steun vanuit de EU kent verschillende vormen:
zowel samenwerking met en steun aan de overheid, als het maatschappelijk middenveld
en de private sector.
De steun van de Europese Commissie is onderworpen aan gedegen toetsing van ontvankelijkheidscriteria
en naleving van financiële regels. Ontwikkelingsprogramma’s kunnen bovendien worden
onderworpen aan audits door de Europese Rekenkamer en aan onderzoeken door het Europees
Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF). Dit heeft tot doel om onrechtmatigheden te voorkomen
of op te sporen, en bij te dragen aan de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking,
bijvoorbeeld door het formuleren van aanbevelingen. Ook vinden regelmatig evaluaties
plaats. Het kabinet vindt het belangrijk dat hier lering uit getrokken wordt en dat
aanbevelingen worden opgevolgd.
Vraag 14 en 15
Kunt u het beeld bevestigen dat migratie vanuit het noorden van Marokko richting Europa
is toegenomen sinds het gewelddadig neerslaan van de demonstraties? Welke cijfers
zijn u hierover bekend?
Ziet u een relatie tussen enerzijds de toegenomen migratie en anderzijds het gewelddadig
neerslaan van de demonstraties en het onvoldoende tegemoetkomen aan de legitieme eisen
van de bevolking in het gebied?
Antwoord 14 en 15
Tot en met 2018 nam het aantal irreguliere migranten in Spanje jaarlijks toe. In 2019
is dit gehalveerd.2 Een deel van deze migranten heeft de Marokkaanse nationaliteit. Het is onbekend uit
welke regio in Marokko deze migranten afkomstig zijn en wat hun motieven waren om
te migreren.
Een andere indicator is het totale aantal eerste asielaanvragen in de EU van personen
met de Marokkaanse nationaliteit. Deze cijfers zijn sinds 2016 gedaald.3 Op basis van bovenstaande gegevens kan ik het door u geschetste beeld niet bevestigen.
Vraag 16
Deelt u de opvatting dat het harde neerslaan van de Hirak-demonstraties en de marteling
die erop volgde ertoe moet leiden dat activisten die asiel aanvragen in Europa niet
teruggestuurd kunnen worden omdat er geen enkele garantie is op een eerlijk proces?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
Deze vraag leent zich niet voor een beantwoording in zijn algemeenheid. Als er een
asielaanvraag aan de orde is, wordt deze individueel beoordeeld.
Vraag 17
Klopt het dat mensenrechtenorganisaties in Marokko, om in aanmerking te komen voor
buitenlandse financiering, zich moeten aansluiten bij mensenrechtenorganisaties die
onder leiding staan van de centrale autoriteiten? Wat is u hierover bekend?
Antwoord 17
Er is geen Marokkaanse wet- of regelgeving die stipuleert dat mensenrechtenorganisaties
in Marokko zich moeten aansluiten bij mensenrechtenorganisaties die onder leiding
staan van de centrale autoriteiten. Wel dient iedere non-gouvernementele organisatie
(NGO) die in Marokko financiering wil ontvangen zich te registreren bij het Marokkaanse
Ministerie van Binnenlandse Zaken. Als NGOs buitenlandse financiering ontvangen, dienen
zij dit binnen dertig dagen na ontvangst te melden aan het Sécrétariat Général du Gouvernement.
Vraag 18
Probeert Nederland om onafhankelijke mensenrechtenorganisaties in Marokko te financieren
uit het Mensenrechtenfonds? Zo nee, waarom niet? Zo ja, lukt dat?
Antwoord 18
Nederland financiert op dit moment diverse onafhankelijke mensenrechtenorganisaties
vanuit het mensenrechtenfonds zoals ook opgenomen in de jaarlijkse mensenrechtenrapportage
(BZDOC-609426177-43).
Vraag 19
Kunt u aangeven waarom u geen poging heeft ondernomen om een gesprek tussen de delegatie
en de burgemeester van Al Hoceima mogelijk te maken?
Antwoord 19
Aangezien de delegatie geen officieel werkbezoek bracht aan Marokko heeft het Ministerie
van Buitenlandse Zaken geen rol in het faciliteren van gesprekken of onderdelen van
het programma.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.