Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de onvrede en een staking onder tolken en vertalers
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over de onvrede en een staking onder tolken en vertalers (ingezonden 13 januari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 18 februari 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 1600.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat tolken en vertalers zich een vergeten beroepsgroep
voelen en nu zelfs gaan staken?1 Wat is uw reactie op de aan u verstuurde brandbrief?
Antwoord 1
Tolken en vertalers zijn zeker geen vergeten beroepsgroep. Zij vormen een essentiële
schakel in de werkprocessen van veel organisaties in het JenV-domein. Bijgevoegd treft
u de reactie op de brandbrief aan.
Vraag 2
Wat zijn de gevolgen van deze staking voor de justitie- en asielketen?
Antwoord 2
De gevolgen zijn beperkt. Er moet hier en daar wat langer doorgezocht worden om een
tolk te vinden, of iets gewijzigd worden in de planning. In principe worden alle diensten
gewoon gevuld.
Vraag 3
Erkent u dat er al jaren beknibbeld wordt op de budgetten, waardoor de kwaliteit van
de rechtsgang nu in gevaar is? Erkent u dat de tarieven sinds 1981 slechts eenmaal
zijn verhoogd, met 2 procent, en dat een ZZP-er hier niet van rond kan komen?
Antwoord 3
Tolken en vertalers worden ingezet waar nodig. De vaste tarieven, die zijn vastgelegd
in het Besluit tarieven in strafzaken (Btis), zijn inderdaad lang niet verhoogd. We
gaan dan ook over tot het aanbesteden van alle tolk- en vertaaldiensten en de invoering
van minimumtarieven. Dit biedt tolken en vertalers de garantie dat zij ten minste
het minimumtarief zullen ontvangen. Tegelijkertijd is verdere prijsvorming op de markt
mogelijk. Tolken en vertalers kunnen als zzp-ers zelf bepalen of zij bereid zijn diensten
te verrichten voor het tarief dat op basis van vraag en aanbod op de markt tot stand
komt.
Vraag 4
Waarom komt u niet tegemoet aan de eis vanuit de branche om een redelijk tarief te
betalen, dat in tegenstelling tot uw tarieven wél in verhouding staat tot de verantwoordelijke
taken binnen het JenV-domein?
Antwoord 4
In het licht van aanbestedingen zou het logisch zijn om de tarieven vrij te laten
en op de markt tot stand te laten komen. Ik heb er echter voor gekozen om in de aanbestedingen
in deze sector een minimumuurtarief voor te schrijven dat ten gunste moet komen aan
de tolk/vertaler. Zij hebben hiermee de garantie dat zij ten minste dit tarief krijgen.
Het is nadrukkelijk een ondergrens; in de interactie met de intermediair kunnen tolken/vertalers
hogere prijzen bedingen. De uitkomst hiervan zal van meerdere aspecten afhangen, zoals
de vraag naar een bepaalde taal en/of specialisatie en de kwalificaties van de tolk.
Voor de hoogte van het minimumtarief nemen we de huidige vaste tarieven als uitgangspunt:
het reguliere tarief van € 43,89 van het Besluit tarieven in strafzaken vormt in de
nieuwe systematiek de ondergrens. Ook voor vertalers wordt een minimumtarief geïntroduceerd,
gebaseerd op het Btis-tarief van € 0,079 per woord.
Met het instellen van minimumtarieven adresseren we een belangrijke zorg van de beroepsgroep,
namelijk de zorg dat er een «race to the bottom» zal plaatsvinden. Door de vaste tarieven
los te laten ontstaat bovendien voor het eerst ook voor deze categorie tolkdiensten
de mogelijkheid om een hogere prijs te bedingen en kwaliteit beloond te zien worden.
Vraag 5
Bent u bereid zo spoedig mogelijk in overleg te gaan met deze beroepsgroep en er alles
aan te doen om deze onvrede weg te nemen, te zorgen voor een fatsoenlijke vergoeding
en de kwaliteit te waarborgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik ben ervan overtuigd dat met de invoering van de nieuwe systematiek voor tolk- en
vertaaldiensten een sterke en noodzakelijke professionaliseringsslag wordt gemaakt
en de zorgen van de beroepsgroep geadresseerd worden. Ik realiseer me dat het moeilijk
kan zijn hier op voorhand vertrouwen in te hebben. De beroepsgroep kan pas wat van
de verbeterslag merken als deze in de praktijk zijn uitwerking vindt. Ik heb dit ook
met de actiegroep registertolken en -vertalers besproken op 11 en 17 februari 2020.
Ik zal uw Kamer op 19 februari a.s. tijdens het algemeen overleg over tolken en vertalers
verslag doen. Op dit moment werken we in gezamenlijkheid met de betrokken overheidsorganisaties
én de beroepsorganisaties aan het vormgeven van een goede en effectieve monitoring.
Door middel van monitoring kunnen we kijken of de doelstellingen daadwerkelijk worden
bereikt, of dat er bijstellingen nodig blijken. Ook dit punt heb ik met de actiegroep
registertolken en -vertalers besproken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.