Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Snels over scholen die in de clinch liggen met de Belastingdienst over zonnedaken
Vragen van de leden Van der Lee en Snels (beiden GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over scholen die in de clinch liggen met de Belastingdienst over zonnedaken (ingezonden 3 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën) (ontvangen 17 februari 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Scholen liggen in de clinch met de belastingdienst over zonnedaken»,
uit het Friesch Dagblad van 28 december 2019?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de op 19 juni 2018 aangenomen motie Van der Lee en Dik Faber2, waarin de regering werd verzocht het initiatief van de Stichting Schooldakrevolutie
onder de aandacht te brengen van scholen en gemeentes en te betrekken bij de programma’s
voor aardgasloze wijken en voor schaalvergroting in de verduurzaming van scholen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom scholen net als particuliere zonnepaneelbezitters gezien worden
als energieleveranciers en daardoor de btw mogen aftrekken van de aanschaf van de
panelen, en waarom scholen vervolgens niet zoals particulieren onder de zogeheten
kleineondernemersregeling vallen (die geen btw-opgave meer hoeven te doen), maar volgens
de wet geen economische diensten leveren en daarom niet vallen onder winstgevende
bedrijven, waardoor ze over de stroom die ze aan het net terugleveren btw dienen te
betalen aan de Belastingdienst?
Antwoord 3
Zonnepaneelhouders leveren stroom aan het elektriciteitsnet. Hiervoor krijgen ze een
vergoeding van de energiemaatschappij. Op grond van het Fuchs-arrest van het Europese
Hof van Justitie
(20 juni 2013, nr. C-219/12) hebben ze dan te gelden als ondernemer voor de btw. Dit
betekent dat ze btw zijn verschuldigd over de vergoeding die ze ontvangen voor de
geleverde stroom. Voorheen konden alleen particuliere zonnepaneelhouders buiten deze
btw-verplichting blijven omdat de kleineondernemersregeling («KOR») was voorbehouden
aan natuurlijke personen.
Sinds 1 januari 2020 geldt de nieuwe KOR ook voor rechtspersonen zoals scholen. Scholen
kunnen de KOR toepassen als de belaste omzet (exclusief de vrijgestelde of onbelaste
onderwijsomzet) op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 20.000. Scholen die alleen in
de btw-heffing worden betrokken vanwege de belaste netleveringen, zullen in de regel
onder deze grens blijven en zich kunnen aanmelden. De school is dan vrijgesteld van
btw en administratieve verplichtingen voor de stroomleveringen aan het net.
Daar staat tegenover dat de school bij toepassing van de KOR geen recht op aftrek
van voorbelasting heeft. Net als bij particuliere zonnepaneelhouders is het mogelijk
om voor het jaar van aanschaf btw af te dragen en aangifte te doen en pas daarna de
KOR toe te passen. De school heeft dan recht op aftrek van de btw op de aanschaf van
de zonnepanelen, voor zover deze worden gebruikt voor de met btw belaste stroomleveringen
aan het net. Een overgang naar de KOR tijdens de vier jaar na het jaar van aanschaf
kan leiden tot een herziening (dat wil zeggen een terugbetaling) van de eerdere aftrek.
De herziening die aan het eind van ieder van deze jaren is verschuldigd bedraagt op
jaarbasis 1/5 van de initiële aftrek, maar is niet aan de orde als dit bedrag onder
de herzieningsdrempel van € 500 blijft. Bij overschrijding van deze drempel, wat zich
kan voordoen bij een grote investering in veel zonnepanelen, kan ervoor worden gekozen
om de KOR pas toe te passen vanaf het vijfde jaar na het jaar van aanschaf.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel inkomsten de Staat eventueel zou derven als scholen voortaan
wel zouden worden vrijgesteld van het afdragen van btw over het terugleveren van stroom
aan het elektriciteitsnet?
Antwoord 4
De btw die door scholen wordt voldaan over de levering van stroom aan het elektriciteitsnet
vormt voor de Staat per saldo geen opbrengst. Deze btw is namelijk aftrekbaar bij
de energiemaatschappij. Een vrijstelling voor scholen ter zake van de levering van
stroom aan het elektriciteitsnet betekent derhalve geen inkomstenderving voor de Staat.
Er is eerder sprake van een opbrengst, omdat een dergelijke vrijstelling ertoe zou
leiden dat scholen de btw op de aanschaf van de zonnepanelen niet meer in aftrek kunnen
brengen. Dat zou dus nadelig zijn voor scholen.
Vraag 5, 6 en 7
Ligt het niet in de rede – mede omdat het kabinet achterloopt bij de opvolging van
het bindende Urgenda-vonnis – maar ook omdat dit misschien niet in de letter, maar
wel in de geest van de de aangenomen motie Van der Lee en Dik-Faber3 past, dat scholen voortaan worden vrijgesteld van het afdragen van btw over de stroom
die ze terugleveren aan het net? En bent u bereid dit mogelijk te maken?
Zo ja, per wanneer gaat u er zorg voor dragen dat deze btw-afdracht voor scholen,
voor een activiteit die in het licht van de aanpak van klimaatverandering zeer gewenst
is, komt te vervallen?
Zo nee, waarom niet? Kunt u dan tevens aangeven welke stappen er in juridische dan
wel politieke zin nodig zouden zijn opdat de Kamer kan besluiten om dit voor scholen
in de toekomst alsnog te gaan regelen?
Antwoord 5, 6 en 7
Voor scholen die aan de eisen van de regeling voldoen biedt de nieuwe KOR vanaf 2020
een mogelijkheid tot vrijstelling zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3, waardoor
ze geen btw over de levering van stroom hoeven te betalen en geen aangifte hoeven
te doen. Een vrijstelling voor de netleveringen door alle scholen is niet mogelijk.
De Nederlandse Wet OB is gebaseerd op en gebonden aan de Europese Btw-richtlijn, die
hiervoor geen ruimte biedt. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 4 zou zo’n vrijstelling
bovendien het nadelige effect hebben van een aftrekuitsluiting voor de btw op de aanschafkosten
van de zonnepanelen.
Vraag 8
Is het juist, zoals in het genoemde bericht wordt vermeld, dat de Belastingdienst
nu uitgaat van een door scholenkoepel PCBO Tytsjerksteradiel in een rechtszaak bevochten
lijn, die scholen veel administratieve lasten scheelt als het gaat om het bepalen
van de stroom die wordt teruggeleverd (en waarover btw verschuldigd is)?
Antwoord 8
In de rechtszaak waarnaar wordt verwezen heeft de rechter in navolging van het standpunt
van de Belastingdienst beslist dat een school rekening moet houden met het eigen gebruik
van zonnepanelen voor het onderwijs. Omdat dit gebruik geen recht geeft op aftrek
van voorbelasting, kan de school niet alle voorbelasting op de aanschaf van zonnepanelen
in aftrek brengen. De aftrek is beperkt tot het gedeelte van de voorbelasting dat
toerekenbaar is aan de met btw belaste netleveringen. Hoe groot dit gedeelte is moet
voor iedere ondernemer individueel worden bepaald aan de hand van de feiten en omstandigheden.
Dit was en is de lijn van de Belastingdienst.
Vraag 9
Wat doet de Belastingdienst eraan om er voor te zorgen dat alle inspecteurs op zijn
minst deze lijn volgen?
Antwoord 9
De lijn zoals toegelicht in het antwoord op vraag 8 betreft reguliere toepassing van
wet en rechtspraak waaraan alle inspecteurs zijn gebonden. Verder draagt de Belastingdienst
zorg voor landelijke coördinatie van beleid en uitvoering langs de reguliere lijnen
en structuren van de interne organisatie.
Vraag 10
Kan voor scholen (en andere instituten met niet-economische prestaties) eventueel
een forfaitaire regeling in het leven worden geroepen, gelijksoortig aan die voor
particulieren, aangezien dat de administratieve organisatie erg zou vereenvoudigen?
Antwoord 10
De sinds 1 januari 2020 gewijzigde KOR kan voor scholen een aanzienlijke administratieve
lastenverlichting betekenen. Voor scholen die de KOR niet willen of kunnen toepassen
speelt geen bijzondere problematiek die een forfait rechtvaardigt voor de bepaling
van de mate van aftrek. Iedere ondernemer die zowel belaste als vrijgestelde of onbelaste
prestaties verricht dient rekening te houden met een gedeeltelijke aftrekuitsluiting
voor de btw op zijn investeringen en kosten. Het forfait voor particuliere zonnepaneelhouders
ziet ook niet op de bepaling van de (gedeeltelijke) aftrek, maar betreft de verschuldigde
btw over de netleveringen en het eigen privégebruik.
Vraag 11
Werkt u, wellicht mede in reactie op het finale Urgenda-vonnis, aan de voorbereiding
van meer verplichtend beleid om over alle school- en overheidsdaken (die dat kunnen
dragen) een programma van PV-installaties uit te rollen?
Antwoord 11
Het kabinet zet er op in om het aandeel zon-PV op overheidsdaken en maatschappelijk
vastgoed (waaronder scholen) te vergroten. Het kabinet heeft in november 2019 een
versnelling van de uitrol van zon-PV op Rijksdaken aangekondigd in aanvulling op het
lopende programma Hernieuwbare energie op Rijks(waterstaat-)gronden (Kamerstuk 32 813, nr. 403). Voor maatschappelijk vastgoed wordt momenteel een onderzoek gedaan naar de knelpunten
voor verdere uitrol. Het kabinet voorziet echter geen verplichtend beleid om school-
en overheidsdaken van zonnepanelen te voorzien.
Vraag 12
Bent u bereid, als bewindslieden van het Ministerie van Financiën en het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat om een heldere landelijke regeling te ontwikkelen
voor scholen en verenigingen, waarin of een vrijstelling van btw-afdracht voor teruggeleverde
stroom wordt geregeld, of op zijn minst alles in het werk wordt gesteld om de administratieve
last van die btw-afdracht zo minimaal mogelijk te houden?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vragen 5, 6 en 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.