Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Smeulders over het bericht dat AirBnB moet worden gezien als informatieplatform
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het bericht dat AirBnB moet worden gezien als informatieplatform (ingezonden 23 december 2019).
Antwoord van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen), mede namens de
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 14 februari 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1310.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het Europees Hof inzake Airbnb?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat betekent deze uitspraak voor de onlangs ingediende Wet toeristische verhuur van
woonruimte? Kunt u per voorstel in deze wet duiden wat de gevolgen zijn van deze uitspraak?
Antwoord 2
Het wetsvoorstel richt zich op de aanbieder van toeristisch te verhuren woonruimte
en niet op de platforms. Daarmee raakt de uitspraak van het Hof van Justitie van de
Europese Unie dd. 19 december 2019 het wetsvoorstel niet.
Vraag 3, 4
Wat betekent deze uitspraak voor de maatregelen die gemeenten (zoals Amsterdam) willen
nemen om ongewenste effecten van verhuur via Airbnb en andere soortgelijke platforms
aan te pakken?
Wat betekent deze uitspraak voor de mogelijkheden van gemeenten om het omzeilen van
gemeentelijke regels ten aanzien van verhuur tegen te gaan?
Antwoord 3, 4
Zoals hierboven gesteld heeft de uitspraak geen gevolgen voor de maatregelen in het
wetsvoorstel die gemeenten kunnen inzetten om de ongewenste effecten van toeristische
verhuur van woonruimte tegen te gaan. Het wetsvoorstel biedt hen de mogelijkheid om
een registratieplicht voor aanbieders in te stellen waarmee ze inzicht krijgen wie
de aanbieders zijn en welke woonruimten worden aangeboden voor toeristische verhuur.
Na de invoering van het registratiesysteem kunnen gemeenten bijvoorbeeld via een IT-toepassing
als scraping de aanbiedingen zonder registratienummer achterhalen en hiervan de adresgegevens
bij de platforms opvragen. Dit kan op grond van de algemene medewerkingsplicht die
voortvloeit uit artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. Het wetsvoorstel regelt
dat een last onder dwangsom kan worden opgelegd als er geen of onvoldoende medewerking
wordt verleend. Deze medewerkingsplicht geldt ook voor de platforms. Indien noodzakelijk
kunnen gemeenten daarnaast ook nog een meld- en vergunningplicht instellen voor de
aanbieders.
Parallel aan het traject rond het wetsvoorstel zet het kabinet er in Europees verband
op in om tot aanvullende maatregelen te komen. Ik heb dat toegelicht in de brief waarmee
ik deze antwoorden aan uw Kamer heb doen toekomen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat gemeenten vakantieverhuur moeten kunnen reguleren en dat zij
daarbij geholpen moeten worden door landelijke en Europese regelgeving, en niet tegengewerkt?
Antwoord 5
Ik ben inderdaad van mening dat gemeenten een doeltreffend instrumentarium moeten
hebben om eventuele negatieve effecten van toeristische verhuur te kunnen tegengaan.
Daartoe heb ik het wetsvoorstel toeristische verhuur van woonruimte bij Uw Kamer ingediend.
Zoals hiervoor ook aangegeven zet het kabinet parallel aan het traject rond het wetsvoorstel
er in Europees verband op in om tot aanvullende maatregelen te komen.
Vraag 6, 7
Bent u bereid om samen met bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland bij de Europese Commissie
en de Europese Raad te pleiten voor aanpassing van de e-commerce richtlijn zodat vakantieverhuurplatforms
wel gaan vallen onder lokale regelgeving? Zo ja, wat is de stand van zaken?
Welke mogelijkheden ziet u om, ondanks deze uitspraak, toch maatregelen te nemen om
de verhuur via Airbnb en andere soortgelijke platforms alsnog te reguleren en ongewenste
verhuur te voorkomen?
Antwoord 6, 7
Op basis van het wetsvoorstel toeristische verhuur van woonruimte en reeds bestaande
wet- en regelgeving kunnen gemeenten de toeristische verhuur reguleren door verplichtingen
op te leggen aan de aanbieders van de woonruimte. De gemeenten hadden aangegeven primair
behoefte te hebben aan beter zicht op welke adressen en door wie toeristische verhuur
plaatsvindt; de registratieplicht voorziet daarin. Parallel aan het traject rond het
wetsvoorstel wordt er in Europees verband op ingezet om tot aanvullende maatregelen
te komen. Ik heb u dat toegelicht in de aanbiedingsbrief.
Vraag 8
Kunt u deze vragen, net als de vragen 2019D51491, beantwoorden vóór 16 januari 2020 in verband met de inbrengdatum voor het verslag
over het voorstel van wet toeristische verhuur van woonruimte (TK 35 353)? Zo nee, kunt u dit dan ruim voor deze datum aangeven zodat de Kamer de datum van
deze deadline eventueel zou kunnen verplaatsen?
Antwoord 8
In lijn met uw verzoek zond ik u eerder een uitstelbericht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.