Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Onderzoeker: we moeten meer begrip hebben voor ‘morele verwondingen’ bij ex-militairen’
Vragen van de leden Van Dam (CDA) en Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Onderzoeker: we moeten meer begrip hebben voor «morele verwondingen» bij ex-militairen» (ingezonden 12 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onderzoeker: we moeten meer begrip hebben voor «morele
verwondingen» bij ex-militairen»?1
Vraag 2
Kunt u aangeven of, naast de fysieke en de psychische verwonding, ook de duiding van
de morele verwonding betekenisvol zou kunnen zijn in het kader van politiewerk en
de politieorganisatie? Welke rol hebben geestelijk verzorgers binnen de politie als
het gaat om morele verwondingen?
Vraag 3
Kunt u op hoofdlijnen een vergelijking maken tussen de procedures en het beleid rond
posttraumatische stressstoornis voor militairen en politiemensen? In hoeverre valt
de vergoeding van restschade bij militairen binnen de rechtspositie, dan wel zijn
daar algemene afspraken over gemaakt?
Vraag 4
Deelt u de indruk dat op dit moment de grootste discussie («pijn») rond de afhandeling
van politiepersoneel met posttraumatische stressstoornisschade bij de vaststelling
van restschade zit? Hoeveel rechtszaken zijn er sinds 1 januari 2018 door of tegen
het korps op dit punt gevoerd en in hoeveel van die zaken heeft het korps van de rechter
gelijk gekregen? Lopen er nog restschade-rechtszaken tussen de (voormalige) verzekeraar
en individuele politiemensen die dateren van voordat het korps per 1 januari 2018
zélf de afhandeling van restschadeclaims ter hand nam?
Vraag 5
Klopt het dat mensen met posttraumatische stressstoornissen die restschade vorderen
zélf – op eigen kracht – moeten aantonen dat er sprake is geweest van buitensporigheid?
Is het correct dat zij daarin geen assistentie krijgen en geen inzicht in (oude) dossiers?
Deelt u de opvatting dat het ziekmakend is dat deze erkende mensen met posttraumatische
stressstoornissen gedwongen worden op deze manier voor hen uiterst traumatische ervaringen
her te beleven?
Vraag 6
Komt het voor dat politiemensen die aanspraak willen maken op vergoeding van restschade
in voorkomende gevallen alsnog een (medische en/of psychische) herkeuring moeten ondergaan?
Kunt u aangeven of hierin verandering is ontstaan nadat per 1 januari 2018 de verzekeraar
hierin geen rol meer speelt?
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om de bepaling van restschade binnen de rechtspositie van
de politieambtenaar te halen en op soortgelijke wijze te bepalen als thans de vaststelling
van het smartengeld wordt bepaald? Denkt u niet dat daarmee op zijn minst een groot
aantal rechtszaken wordt voorkomen, iets dat zowel geld zal besparen als menselijk
leed (secundaire traumatisering) zal voorkomen?
Vraag 8
Welke beperking levert de huidige Beroepsincidenten Regeling (artikel 54b BARP) op
bij de afhandeling van schade op het vlak van posttraumatische stressstoornis? Bent
u bereid die regeling zodanig aan te passen dat niet enkel sprake hoeft te zijn geweest
van een «gevaarzettende situatie» waaraan de betrokken ambtenaar zich «vanwege zijn
specifieke situatie niet kon onttrekken»? Deelt u de opvatting dat deze formulering
een te beperkt kader schept voor de specifieke belasting – ook psychisch – die het
politiewerk met zich meebrengt?
Vraag 9
In hoeverre kunnen vrijwillige politiemensen aanspraak maken op dezelfde procedures
en vergoedingen als beroeps-politiemensen? Kunt u dit specifiek aangeven op het vlak
van (verjarings)termijnen en omvang van vergoedingen?
Vraag 10
Is het een idee dat u de beantwoording van deze vragen onderdeel laat zijn van de
eind februari/begin maart aan de Kamer toe te zenden notitie over het onderwerp posttraumatische
stressstoornis, die de Minister van Justitie en Veiligheid tijdens het algemeen overleg
Politie van 19 december 2019 heeft toegezegd? Bent u bereid om, indien u dit een goed
plan vindt, dit schriftelijk aan ons te melden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.A.G.M. van Raak, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.