Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over zijn “ideeën” over Schengen en de herinvoering van grenscontroles
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister-President over zijn «ideeën» over Schengen en de herinvoering van grenscontroles (ingezonden 24 december 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister-President (ontvangen 5 februari 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 1324.
Vraag 1, 2
Wanneer zijn de open grenzen van Schengen voor u niet langer houdbaar?1
Wat voor «ideeën» heeft u over alternatieven voor Schengen, indien de Europese buitengrenzen
onvoldoende worden bewaakt?
Antwoord 1, 2
Het vrij verkeer van personen en goederen is een belangrijke verworvenheid van de
Europese Unie. Lidstaten hebben in lijn met het Schengen acquis mogelijkheden om maatregelen
te nemen ten aanzien van controles aan de binnen- en buitengrenzen. Zo is tijdelijke
invoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen op grond van strikte criteria
en onder specifieke omstandigheden mogelijk als er sprake is van een ernstige bedreiging
van de openbare orde of binnenlandse veiligheid. Criteria hiervoor zijn vastgesteld
in de Schengengrenscode. Enkele lidstaten hebben momenteel grenscontroles aan (een
deel van) hun binnengrenzen ingevoerd. Invoeren van binnengrenscontroles is echter
een ultiem middel, wat op dit moment voor Nederland niet aan de orde is. Het kabinet
zet zich er juist voor in om te voorkomen dat we in die situatie geraken. Nederland
maakt al jaren effectief gebruik van de mogelijkheid om Mobiel Toezicht Veiligheid
(MTV)-controles uit te voeren aan de binnengrenzen, bijvoorbeeld in de binnengrensgebieden
met België en Duitsland.
Het kabinet onderstreept dat allereerst de buitengrensbewaking, die essentieel is
voor het functioneren van het Schengengebied, verder moet worden verbeterd. Migranten
die binnen de EU doorreizen (de zogenaamde secundaire migratiestromen) zetten het
asielsysteem in de lidstaten van bestemming onder druk. Een effectief, goed functionerend
gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) is daarom van essentieel belang voor
een goed functionerend Schengengebied. Dit is ook beschreven in de beleidspaper over
de prioriteiten van Nederland ten aanzien van de Europese Unie voor de jaren 2019–2024
op het gebied van migratie.2 Een hervormd GEAS met effectievere procedures aan de buitengrenzen, inclusief terugkeer,
moet ervoor zorgen dat de primaire instroom wordt beperkt en secundaire migratie wordt
voorkomen. Lidstaten hebben hiervoor een gezamenlijke verantwoordelijkheid en worden
hierbij ondersteund door de agentschappen Frontex en EASO. Dat betekent dat alle lidstaten
zich aan de Europese wet- en regelgeving moeten houden. Het kabinet stelt dit voortdurend
zowel bilateraal als in EU verband aan de orde.
Kernvraag daarbij is hoe de huidige patstelling bij de hervorming van het GEAS te
doorbreken. Zoals ook in het verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van
2 en 3 december jl. is vermeld, pleit Nederland voor een kordate aanpak van de verschillende
tekortkomingen van het GEAS, inclusief de noodzaak van betere implementatie van bestaande
regelgeving. Nederland stelt zich op het standpunt dat lering moet worden getrokken
uit de eerdere onderhandelingen en lidstaten elkaars zorgen en prioriteiten moeten
erkennen alvorens met perspectief op succes kan worden gesproken over nieuwe voorstellen
van de Commissie.
Vraag 3
Waarover bent u in gesprek met de Franse president Macron? Kunt u uw inzet zo nauwkeurig
mogelijk aan de Tweede Kamer doen toekomen?
Antwoord 3
Nederland en Frankrijk signaleren beide de relatie tussen het functioneren van het
GEAS en het functioneren van de Schengenzone en zijn met elkaar in gesprek over de
beleidsconsequenties. Gesproken wordt over met name de verbetering van het functioneren
van het GEAS en de Schengenzone en hoe de huidige patstelling in de hervorming van
het GEAS ware te doorbreken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat parlementaire controle onmogelijk wordt als u uw «ideeën» over
Schengen niet openbaar maakt?
Antwoord 4
Net als voor alle andere Europese onderwerpen wordt uw Kamer, conform de geldende
procedureafspraken, altijd voorafgaand aan bijeenkomsten in Raadskader geïnformeerd
over het voorgenomen kabinetsstandpunt via de geannoteerde agenda. Op verzoek kan
deze geannoteerde agenda voorafgaand aan de Raadsbijeenkomst worden besproken in een
Algemeen Overleg of, in geval van een Europese Raad, in een plenair debat. Nadien
wordt uw Kamer te allen tijde voorzien van een verslag. Daarnaast wordt uw Kamer ten
aanzien van nieuwe Commissievoorstellen voorzien van een kabinetsappreciatie in het
zogenaamde BNC-fiche.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.