Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over problemen bij de verstrekking van hulpmiddelen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over problemen bij de verstrekking van hulpmiddelen (ingezonden 23 december 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 31 januari
2020).
Vraag 1
Hoe oordeelt u over de situatie van een vrouw uit Emmeloord die vier maanden haar
huis niet uit kon omdat haar aangepaste rolstoel niet kon worden geleverd?1
Antwoord 1
Vooropgesteld, daar waar hulpmiddelen op maat moeten worden gemaakt en dus niet direct
uit voorraad leverbaar zijn, geldt een langere (productie- en daardoor) levertijd
die afhankelijk is van de mate en complexiteit van de noodzakelijke aanpassingen.
Het kan als regel echter niet zo zijn dat iemand aan huis is gekluisterd omdat een
passende rolstoel niet kan worden geleverd. Ik heb hierover contact gehad met de gemeente
Noordoostpolder. Het bleek niet mogelijk de hoofdbediening van de nieuwe rolstoel
aan te passen om voldoende betrouwbaar te zijn. De gemeente Noordoostpolder heeft
vervolgens de beslissing genomen om de oude rolstoel aan te passen. Dit neemt dit
weg dat de levering in deze situatie te lang heeft geduurd.
Vraag 2
Vindt u het acceptabel dat mensen de dupe zijn vanwege de situatie dat meerdere leveranciers
niet meer willen leveren aan het Hulpmiddelencentrum vanwege achterstallige betalingen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Cliënten die afhankelijk zijn van een hulpmiddel mogen geen hinder ondervinden van
de financiële situatie van een hulpmiddelenleverancier. De financiële situatie van
een leverancier is allereerst een probleem van de leverancier zelf. De gemeente blijft
echter altijd eindverantwoordelijk voor de tijdige verstrekking van een adequaat hulpmiddel.
Indien de leverancier niet meer aan de contractuele afspraken met een gemeente kan
voldoen en de zorgcontinuïteit in het geding komt, dan dient de gemeente andere oplossingen
te vinden. Dit kan in het geval van hulpmiddel betekenen dat een gemeente een hulpmiddel
inkoopt of huurt bij een andere hulpmiddelenleverancier of zelf een hulpmiddel direct
bij een fabrikant inkoopt of huurt. Uiteraard hangt de voorhanden oplossing ook af
van de voorwaarden in het lopende contract dat de gemeente met de leverancier(s) in
kwestie heeft.
Vraag 3
Hoe lang zijn de financiële problemen al gaande bij het Hulpmiddelencentrum en hoe
lang bent u hiervan al op de hoogte? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Ik ben sinds september 2019 op de hoogte van de problemen in de dienstverlening door
deze leverancier. In de eerste uitzending van het televisieprogramma Kassa eind september
2019 stond de situatie van een mevrouw centraal die woonachtig is in een gemeente
met een contract met het Hulpmiddelencentrum. Naar aanleiding van deze uitzending
is door mijn ministerie contact geweest met de mevrouw in kwestie, de gemeente in
kwestie en het Hulpmiddelencentrum. Daarbij is mij duidelijk geworden dat de problemen
van deze leverancier meer dan incidenteel waren. Het Hulpmiddelencentrum heeft ook
schriftelijk op de uitzending van Kassa gereageerd. In deze reactie die eind september
op de site van Kassa is geplaatst, is te lezen dat het Hulpmiddelencentrum te maken
heeft met achterstanden.
In oktober zijn de bestuurlijke tafel hulpmiddelen en het actieteam hulpmiddelen opgericht.
Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd in mijn brief van 17 oktober 2019.2 De directeur van het Hulpmiddelencentrum is ook lid van de bestuurlijke tafel hulpmiddelen.
Vanaf eind september is door VWS en daarna in de vorm van het actieteam hulpmiddelen,
contact geweest met het Hulpmiddelencentrum naar aanleiding van problemen van cliënten
met hulpmiddelen waarvan het Hulpmiddelencentrum de leverancier is. Daar waar nodig
is ook contact geweest met gemeenten met een contract met het Hulpmiddelencentrum.
Begin december heeft de VNG een ledenbrief naar alle gemeenten verzonden waarin de
gemeenten worden gewezen op de leveringsproblemen van het Hulpmiddelencentrum en de
noodzakelijke waarborging van de continuïteit van dienstverlening aan cliënten.
In de afgelopen maand hebben gesprekken plaatsgevonden tussen betrokken gemeenten,
de VNG, het Hulpmiddelencentrum en het Ministerie van VWS. Het Hulpmiddelencentrum
heeft hiernaast deze maand ook intensief gesproken met de investeerder die hen financiert
(niet zijnde de gemeenten). Dit heeft op 30 januari geleid tot een principe-overeenkomst
tussen het Hulpmiddelencentrum en de betreffende financier.
Deze overeenkomst is tweeledig. Allereerst is sprake van een kapitaalinjectie zodat
het Hulpmiddelencentrum de achterstallige betalingen aan leveranciers/fabrikanten
kan voldoen zodat deze de levering van hulpmiddelen zullen hervatten. Het Hulpmiddelencentrum
heeft reeds voorbereidingen getroffen om alle openstaande orders op een gefaseerde
en gecontroleerde manier op te kunnen pakken.
Hiernaast werkt het Hulpmiddelencentrum in nauw overleg met financiële experts van
de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) aan een nieuwe financieringsherstructurering om
ook naar de toekomst toe stabiliteit en continuïteit te kunnen garanderen.
Het Hulpmiddelencentrum zal zelf al hun contractpartners en leveranciers/fabrikanten
inlichten.
VWS blijft samen met de VNG de komende periode nauw in overleg met het Hulpmiddelencentrum
en betrokken gemeenten om vast te stellen of de continuïteit en kwaliteit van de verstrekking
van hulpmiddelen aan hen die daarop zijn aangewezen, voldoende geborgd wordt en blijft.
Vraag 4
Is u bekend hoeveel leveranciers niet meer willen leveren en welke leveranciers nog
wel willen leveren aan het Hulpmiddelencentrum? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten?
Zo neen, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord 4
Het Hulpmiddelencentrum heeft laten weten dat op dit moment – nog voordat sprake was
van de kapitaalinjectie – de meeste leveranciers/fabrikanten willen leveren onder
de voorwaarde dat op voorhand afspraken zijn gemaakt omtrent betaling van achterstallige
vorderingen. Er zijn ook meerdere leveranciers/fabrikanten die zonder additionele
voorwaarden leveren.
Vraag 5
Is u bekend in hoeveel gemeenten dezelfde situatie speelt? Zo ja, kunt u uw antwoord
toelichten? Zo neen, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord 5
Zoals ik hiervoor heb aangegeven, is het de verantwoordelijkheid van gemeenten om
te beoordelen of cliënten nog steeds kunnen rekenen op kwalitatieve ondersteuning
(zorgcontinuïteit). VWS biedt waar mogelijk de VNG ondersteuning bij de coördinatie
om gemeenten te helpen. Gemeenten die zich melden via het actieteam hulpmiddelen worden
ook geholpen. Daarnaast biedt VWS ook ondersteuning via het programma Inkoop en Aanbesteden
Sociaal Domein. Dit programma ondersteunt gemeenten en aanbieders bij vragen over
inkoop in het sociaal domein en kan gemeenten ook helpen bij vragen over bijvoorbeeld
het voorzien in alternatieven. Zoals hiervoor is aangegeven, zijn de VNG en VWS gezamenlijk
in gesprek met gemeenten die problemen ervaren en zich gemeld hebben. Daarnaast zullen
– in samenspraak met het Hulpmiddelcentrum – gemeenten met problemen die nog niet
bekend waren, maar wel vanuit het Hulpmiddelencentrum zelf bekend zijn, waar nodig
actief worden benaderd.
Vraag 6
Is u bekend of er ook andere organisaties zijn die hulpmiddelen leveren aan mensen,
die ook in financiële problemen verkeren? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo
neen, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord 6
Ik heb geen signalen of aanleiding om te veronderstellen dat soortgelijke problematiek
ook bij andere aanbieders van hulpmiddelen speelt. Ik heb hiervoor navraag gedaan
bij de branchevereniging voor hulpmiddelenleveranciers Firevaned.
Vraag 7
Wat vindt u van de reactie van de directeur van het Hulpmiddelencentrum dat de financiële
problemen veroorzaakt worden doordat gemeenten openstaande rekeningen voor geleverde
diensten te laat betalen? Is dit een signaal dat u vaker ontvangt?
Antwoord 7
In een contract staan afspraken vastgelegd waar beide partijen zich aan moeten houden.
Dit zijn afspraken over de te leveren hulpmiddelen en het voldoen aan betalingsverplichtingen.
Dat geldt ook contracten tussen gemeenten en het Hulpmiddelencentrum. Ik kan niet
beoordelen waardoor het financiële probleem van het Hulpmiddelencentrum is ontstaan.
Het komt voor dat gemeenten betalingen opschorten omdat hulpmiddelen niet worden geleverd
en/of reparaties niet worden uitgevoerd. De genoemde kapitaalinjectie zal helpen dit
proces vlot te trekken.
Vraag 8
Op welke wijze gaat u deze problemen oplossen in uw gezamenlijke verbeteraanpak om
de verstrekking van hulpmiddelen te verbeteren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
De gezamenlijke verbeteraanpak heeft de vorm gekregen van het actieplan hulpmiddelen.
Zoals reeds toegezegd, zal ik u deze – na de vaststelling van het plan door de bestuurlijke
tafel hulpmiddelen – doen toekomen. Onderdeel van dit actieplan is (naast een aantal
maatregelen) een normenkader met daarin afspraken waar partijen zich aan committeren.
Deze set van afspraken zal direct van toepassing worden en op korte tijd verbeteringen
realiseren.
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe cliënten die nu problemen ervaren in de tussentijd wel adequaat
geholpen worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Cliënten die nu problemen ervaren, kunnen zich te allen tijde richten tot hun gemeente
en het Juiste Loket. Zie ook het antwoord op vraag 5 en de brief «Actieplan verbetering
verstrekking hulpmiddelen» die ik simultaan aan uw Kamer stuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.