Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over mogelijke inzet van derdejaars pabo-studenten als zzp’er
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over mogelijke inzet van derdejaars pabo-studenten als zzp’er (ingezonden 13 december 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 31 januari 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1382.
Vraag 1
Wat betekent het als scholen pabo-studenten als zelfstandige zonder personeel (zzp’er)
in het onderwijs aan de slag laten gaan voor de kwaliteit van het onderwijs en voor
doelmatige besteding van onderwijsgeld?
Antwoord 1
Ondanks het lerarentekort is het niet wenselijk dat derdejaars pabo-studenten zelfstandig
voor de klas komen te staan. De inzet van derdejaars pabo-studenten als zelfstandige
leraar verhoogt het risico op uitval tijdens de opleiding. Daarom stellen de wet en
de cao waarborgen, onder meer ter bescherming van de studenten en het behoud van de
kwaliteit van hun opleiding. Pabo-studenten kunnen alleen als stagiair of als LIO-werknemer
lestaken vervullen in de school. Een pabo-student beschikt immers nog niet over de
vereiste onderwijsbevoegdheid, en kan dus nog niet zelfstandig als leraar aan de slag.
Een LIO-werknemer (LIO staat voor Leraar in opleiding) is een vierdejaars student
van de lerarenopleiding en heeft volgens de Wet op het primair onderwijs minimaal
180 studiepunten gehaald of beschikt daarover binnen 4 weken na aanvang van de werkzaamheden.
De LIO kan in het kader van zijn of haar leerproces als afrondende stage voor de klas
staan, voor ten hoogste vijf maanden voltijds, of naar rato in deeltijd. De LIO-werknemer
krijgt een leerarbeidsovereenkomst, loon en deze tijdelijke «ontheffing van lesbevoegdheid».
Dit laatste betekent dat de LIO gedurende zijn dienstverband alleen voor de klas mag
staan. De LIO stelt een leerwerkplan op, waarin in overleg met de school en de lerarenopleiding
de leer- en werkactiviteiten zijn vastgelegd. Ook wordt in de overeenkomst vastgelegd
onder de verantwoordelijkheid van welke bevoegde leraar de LIO de werkzaamheden verricht.
Deze wettelijke voorwaarden zijn van belang om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen
waarborgen bij de inzet van LIO-werknemers. Zowel de wet als de cao primair onderwijs
bepalen dat een LIO-werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst werkt en tegelijkertijd
wordt opgeleid.1 Een pabo-student inzetten als zelfstandige terwijl die feitelijk als LIO werkt, wordt
door dit systeem uitgesloten.
Met oog op het voorgaande is de vraag over doelmatige besteding verder niet aan de
orde.
Vraag 2
Wat vindt u van de voorstelling van zaken dat mogelijke inzet van derdejaars pabo-studenten
op scholen voor primair onderwijs als zzp’er voordelig is voor de betrokken pabo-studenten,
die zelfstandig mogen lesgeven als LiO-werknemer, doordat deze zèlf hun eigen vergoeding
kunnen bepalen èn voordelig is voor de school doordat deze kosten kan besparen met
een zzp-LiO-werknemer die gemiddeld 50% goedkoper is dan een volledig gecertificeerd
zzp-leerkracht?2
Antwoord 2
Deze voorstelling van zaken is onjuist, zoals ook al uit het antwoord op vraag één
blijkt. Een derdejaars pabo-student mag nog niet zelfstandig lesgeven, hij mag enkel
als stagiair aan de school zijn verbonden. De school mag daar een stagevergoeding
tegenover stellen. Een vierdejaars pabo-student kan door de school worden benoemd
als LIO-werknemer, voor ten hoogste vijf maanden voltijds, met het in de cao bepaalde
salaris ter hoogte van 50% van het salaris van een startende leraar. Pabo-studenten
kunnen niet worden ingezet als zelfstandige leraar. De wet en de cao bieden geen ruimte
voor de inzet van pabo-studenten als zzp’er voor lesgevende taken.
Het is de verantwoordelijkheid van de scholen, de lerarenopleidingen en de studenten
om de wet en de CAO PO op een juiste manier na te leven. Bij misstanden kan een melding
worden gedaan bij de Inspectie SZW of de onderwijsinspectie.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat scholen voor primair onderwijs derdejaars
pabo-studenten in het onderwijs aan de slag laten als zzp'er? Zo ja, bent u bereid
zulke constructies te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Een derdejaars pabo-student mag nog niet zelfstandig les geven. Ik ben er ook niet
voor om dat anders te regelen. Denk daarbij aan de onderwijskwaliteit. En dat de inzet
van derdejaars pabo-studenten als zelfstandige leraar het risico op uitval tijdens
de opleiding verhoogt. Ik deel dus het standpunt dat het onwenselijk is dat scholen
voor primair onderwijs derdejaars pabo-studenten in het onderwijs aan de slag laten
als zzp'er. Een verbod is niet nodig omdat de onderwijswetgeving en de cao voldoende
basis bieden om de inzet van een pabo-student als zzp-er tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.