Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Maeijer en Emiel van Dijk over het bericht dat de EU-steun aan Marokko nauwelijks effect heeft
Vragen van de leden Maeijer en Emiel vanDijk (beiden PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de EU-steun aan Marokko nauwelijks effect heeft (ingezonden 12 december 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
(ontvangen 27 januari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nauwelijks effect EU-steun Marokko»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 5
Kunt u zich vinden in de conclusies van de Europese Rekenkamer dat de EU-steun aan
dat land compleet over de balk is gesmeten?
Wat gaat u doen om de honderden miljoenen aan Europees en daarmee Nederlands belastinggeld
die in dit land zijn verspild, terug te krijgen?
Antwoord 2, 5
De Europese Rekenkamer (ERK) onderzocht sectorale begrotingssteun aan Marokko in de
sectoren gezondheid, sociale bescherming, justitie en private sectorontwikkeling,
in de periode 2014–2018, gefinancierd via het Europees Nabuurschapsinstrument. De
conclusie van de ERK is dat, in de onderzochte casus, de toegevoegde waarde van het
instrument begrotingssteun en het vermogen om hiermee hervormingen te ondersteunen
beperkt waren vanwege suboptimale doelgerichtheid, een gebrekkige uitvoering en ontoereikende
monitoring. Zo stelt de ERK dat de begrotingssteun weliswaar aansloot bij de behoeften
en sectorstrategieën van de Marokkaanse overheid, maar dat deze over teveel terreinen
verspreid was, waardoor de potentiele impact van de EU-steun werd beperkt. Het rapport
stelt daarnaast vast dat de donorcoördinatie moeizaam verliep en de beleidsdialoog
niet strategisch genoeg was. Desalniettemin constateert de ERK vooruitgang op een
aantal terreinen, met name op het gebied van hervormingen van sociale bescherming
en private sectorontwikkeling. Zo werd het burgerservicenummer geïntroduceerd en nam
het concurrerend vermogen van Marokko aanzienlijk toe gedurende de bestudeerde periode.
Het ERK rapport richt zich op de doeltreffendheid van de steun. Het rapport bevat
geen aanwijzingen voor malversaties. De ERK doet in dit rapport geen uitspraken over
het instrument begrotingssteun als zodanig. De Europese Commissie en EDEO wijzen in
reactie2 op het ERK-rapport onder meer op een aantal belangrijke resultaten die Marokko de
afgelopen jaren bereikt heeft, zoals afname van de moedersterfte met 35% tussen 2012
en 2016, een betere toegang van de plattelandsbevolking tot gezondheidszorg en een
ruimere beschikbaarheid van medicijnen. De EU is sinds 2009 actief in de gezondheidssector
in Marokko.
Het ERK-rapport onderzocht de doeltreffendheid van de steun op basis van de door de
Commissie geformuleerde streefdoelen en prestatie-indicatoren en is geen complete
evaluatie van voortgang in de betreffende sectoren. Het feit dat deze streefdoelen
in beperkte mate gehaald zijn is volgens het kabinet betreurenswaardig en verdient
reflectie. Het rapport bevat geen aanwijzingen voor malversaties. De ERK doet in dit
rapport ook geen uitspraken over het instrument begrotingssteun als zodanig.
Het kabinet verwelkomt het rapport van de ERK en vindt het van belang dat hier lering
uit getrokken wordt. De aanbevelingen van de ERK zijn erop gericht om de effectiviteit
van EU begrotingssteunprogramma’s, nu en onder het volgende Meerjarig Financieel Kader
(2021–2027) verder te versterken, onder meer via betere indicatoren en duidelijkere
doelen, een intensivering van de beleidsdialoog en betere monitoring. Ze sluiten daarmee
goed aan bij de inzet van het kabinet om Europese middelen zo effectief mogelijk te
besteden en begrotingssteun te verbinden aan kritische dialoog, heldere criteria en
concrete maatregelen, zoals vastgelegd in de EU richtlijnen voor begrotingssteun.
Nederland zal zich dan ook hard maken voor gedegen opvolging van de aanbevelingen.
Vraag 3
Hoeveel Nederlands belastinggeld is er via de EU aan Marokko weggegeven sinds het
sluiten van de associatieovereenkomst in 1996?
Antwoord 3
Zoals in het ERK-rapport wordt aangegeven is via het Europees Nabuurschapsinstrument
€ 1.431 mln. over de periode 2007–2013 en € 1.399 mln. over de periode 2014–2020 toegekend
aan Marokko. Het Nederlands aandeel in de EU-begroting over beide periodes was ongeveer
5%. Van 2000 tot 2006 ontving Marokko € 982 mln.3 onder het MEDA-programma (mesures d’accompagnement financières et techniques), dat na 2006 opging in het Europees Nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, en
droeg Nederland voor ongeveer 6% bij aan de EU-begroting.4 Van 1996 tot 1999 werd via hetzelfde instrument € 636 mln. toegekend aan Marokko,5 terwijl de Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting over diezelfde periode ongeveer
6,25% was.
Vraag 4, 6
Waarom maakt Nederland geld over aan een land dat weigert uitgeprocedeerde onderdanen
terug te nemen en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet eens te woord
wil staan?
Bent u bereid in Brussel per direct te eisen dat er geen cent meer wordt overgemaakt
naar de corrupte, islamitische dictatuur Marokko en dit desnoods af te dwingen door
het Nederlandse veto in te zetten tijdens de onderhandelingen over de nieuwe meerjarenbegroting
als blijkt dat er wel geld voor Marokko wordt gereserveerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 6
Zoals aangegeven in de Beleidsreactie op de IOB beleidsdoorlichting van het Europees
Nabuurschapsbeleid,6 is het kabinet altijd voorstander geweest van een Europees Nabuurschapsbeleid, dat
bijdraagt aan een stabiele, veilige, vrije en welvarende regio rond de Unie door middel
van politieke associatie en economische integratie. Dankzij nauwe samenwerking met
de landen in deze regio en gebruikmakend van het gehele EU-instrumentarium kan aan
gezamenlijke uitdagingen het hoofd worden geboden op een effectievere manier dan wanneer
Nederland alleen opereert. Zo wordt met het Europees Nabuurschapsinstrument in Marokko
onder meer gewerkt aan het tegengaan van mensensmokkel en irreguliere migratie. In
de dialoog met Marokko stelt de EU migratie, inclusief terugkeerbeleid, ook aan de
orde.
Het kabinet heeft zich in de onderhandelingen binnen de Raad consequent hard gemaakt
voor een stevige verankering van migratiesamenwerking, inclusief terugkeer, met derde
landen binnen de NDICI-verordening. Het NDICI is het Instrument voor Nabuurschap,
Ontwikkeling en Internationale Samenwerking, onderdeel van het Meerjarig Financieel
Kader voor 2021–2027. Verschillende bestaande financieringsinstrumenten worden samengevoegd
in het NDICI, waaronder het Europees Nabuurschapsinstrument, het belangrijkste kanaal
voor EU-steun aan Marokko. Het kabinet constateert dat de triloog over de NDICI-verordening
nog gaande is en zal de uitkomsten van deze onderhandelingen beoordelen wanneer deze
zijn afgerond.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.