Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Ojik over de onderdrukking van Oeigoeren door de Chinese overheid
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de onderdrukking van Oeigoeren door de Chinese overheid (ingezonden 20 december 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 27 januari 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Beijings grote geheim stond op haar laptop»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat Nederlandse inwoners van Oeigoerse afkomst worden geïntimideerd
door de Chinese overheid? Speelt de Chinese ambassade in Den Haag een rol bij die
intimidatie, voor zover u weet?
Antwoord 2
In Nederland en elders in Europa wordt door Oeigoeren melding gemaakt van druk die
door Chinese veiligheidsdiensten wordt uitgeoefend op personen in China om hun familieleden
in Europa aan te sporen persoonsgegevens met hen te delen. Het kabinet staat voor
het beschermen van de veiligheid en de rechten van iedereen in Nederland en vindt
buitenlandse inmenging volstrekt onwenselijk. Onze diensten houden nauwlettend in
de gaten of er sprake is van spionage of buitenlandse inmenging.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat er een toename is van het aantal Nederlandse Oeigoeren dat zegt
te worden geïntimideerd door de Chinese overheid?
Antwoord 3
In Nederland is het aantal meldingen van Oeigoeren die druk vanuit China ervaren de
afgelopen jaren inderdaad toegenomen.
Vraag 4
Hoeveel aangiftes van bedreiging en intimidatie door de Chinese overheid zijn er de
afgelopen jaren gedaan door mensen van Oeigoerse afkomst in Nederland?
Antwoord 4
Medewerkers van mijn ministerie voeren regelmatig gesprekken met vertegenwoordigers
van de Oeigoerse gemeenschap in Nederland. In die gesprekken wordt onder andere melding
gemaakt van druk die de betrokkenen ervaren. Hierover vindt waar nodig interdepartementaal
overleg plaats, en de problematiek is op verschillende niveaus aan de orde gesteld
bij de Chinese autoriteiten. Wanneer er sprake is van mogelijk strafbare gedragingen,
zoals bedreiging, roept het kabinet in het algemeen op om altijd aangifte bij de politie
te doen. Een deel van de Oeigoeren met wie mijn ministerie in contact staat, kiest
er inderdaad voor aangifte dan wel melding te doen bij de politie. Het kabinet kan
geen uitspraken doen over individuele aangiftes.
Vraag 5
Op welke manier brengen de inlichtingendiensten de intimidatie van mensen van Oeigoerse
afkomst in Nederland in kaart?
Antwoord 5
Het kabinet kan geen uitspraken doen over de werkwijze van de inlichtingendiensten.
In algemene zin kan ik stellen dat de AIVD oog heeft voor beïnvloeding en intimidatie
van immigranten in Nederland door staten van herkomst, zoals ook valt te lezen in
het Jaarverslag 2018 van de AIVD.
Vraag 6
Kunnen burgers ook melding maken van intimidatie zonder aangifte te doen? Zo ja, waar?
Zo nee, denkt u dat het scheppen van die mogelijkheid zou kunnen leiden tot een systematischer
beeld van de intimidatiecampagne?
Antwoord 6
Ja, naast aangifte is het ook mogelijk om een melding te doen bij de politie. Bovendien
kan iedereen die voor de AIVD relevante informatie heeft met deze dienst contact zoeken.
Vraag 7
Heeft u een duidelijk beeld van de intimidatie van de Oeigoerse diaspora in Nederland?
Op welke manier confronteert u de Chinese overheid, via de ambassade in Den Haag of
op andere wijze, met de intimidatie van Nederlandse burgers? Welke van de instrumenten
genoemd in de brief «Ongewenste buitenlandse inmenging» van 18 maart 2018 zet u in
om deze vorm van buitenlandse inmenging tegen te gaan?2
Antwoord 7
Het kabinet heeft meerdere signalen ontvangen met betrekking tot druk op en intimidatie
van Oeigoeren in Nederland. Hierover vindt waar nodig interdepartementaal overleg
plaats en de problematiek is op verschillende niveaus aan de orde gesteld bij de Chinese
autoriteiten. Medewerkers van mijn ministerie voeren regelmatig gesprekken met vertegenwoordigers
van de Oeigoerse gemeenschap in Nederland. Daarnaast wordt er gesproken met overheden
van onder andere Europese landen die voor vergelijkbare uitdagingen staan.
Vraag 8
Kunt u een inschatting maken van het aantal directe familieleden van Nederlandse Oeigoeren
die in de «heropvoedingskampen» in Xinjiang verblijven?
Antwoord 8
Volgens informatie van directbetrokkenen die ik heb gekregen, gaat het om zo’n 440
familieleden van Oeigoeren in Nederland die mogelijk in een «heropvoedingskamp» zitten
of hebben gezeten. Ik kan dit aantal niet bevestigen.
Vraag 9
Zitten er bij uw weten mensen met de Nederlandse nationaliteit in de heropvoedingskampen
in Xinjiang? Zo ja, hoeveel?
Antwoord 9
Voor zover bekend zitten er geen Nederlanders in detentie in Xinjiang.
Vraag 10
Wat is uw appreciatie van de zogenaamde «China Cables' van het International Consortium of Investigative Journalists?
Antwoord 10
Uit de berichtgeving komt een zeer verontrustend beeld naar voren, dat helaas de zorgen
bevestigt die het kabinet al langer heeft, namelijk dat Oeigoeren en andere moslimminderheden
op grote schaal zonder strafrechtelijk proces worden vastgezet in «heropvoedingskampen».
Vraag 11
Vormt de inhoud van de China Cables reden tot wijziging of intensivering van uw inspanningen
richting de Chinese overheid om de mensenrechtenschendingen in Xinjiang te stoppen?
Zo ja, op welke manier bent u van plan dat te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Het kabinet blijft zich inzetten om bilateraal, via de EU en in de VN de mensenrechtensituatie
in Xinjiang aan de orde te stellen en aan te dringen op ongehinderde en betekenisvolle
toegang tot Xinjiang voor onafhankelijke waarnemers, zoals de Hoge Commissaris voor
de Mensenrechten van de VN. Ook zet het kabinet zich samen met de EU in om het aantal
VN-lidstaten dat bereid is deze oproep te ondersteunen verder uit te breiden.
Vraag 12
Wat is uw appreciatie van de Uighur Human Rights Policy Act die recent is aangenomen door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden en van de Hong Kong Human Rights and Democracy Act en de Reciprocal Access to Tibet Act, die beide al zijn ondertekend door de Amerikaanse president? Ziet u mogelijkheden
om vergelijkbare wetgeving op te stellen in Nederland?
Antwoord 12
Het kabinet deelt de zorgen van de VS ten aanzien van de mensenrechtensituatie in
Xinjiang. Het kabinet blijft zich met de EU, de VS en andere gelijkgezinde partners
inspannen om de mensenrechtensituatie in Xinjiang te verbeteren.
De Hong Kong Human Rights and Democracy Act ziet onder meer op een jaarlijkse formele certificering van Hongkong als voldoende
autonoom en maakt visumsancties mogelijk voor personen die internationaal erkende
mensenrechten op grove wijze hebben geschonden. Nederlandse visumsancties voor Hongkong
zouden alleen effectief zijn als deze gelden voor de gehele Schengenzone, en daarover
wordt in EU-verband vooralsnog niet gesproken.
Ook wat de Reciprocal Access to Tibet Act betreft, geldt dat soortelijke visumsancties alleen doeltreffend zouden zijn als
deze gelden voor alle landen die deel uitmaken van de Schengenzone, en ook daarover
wordt in EU-verband vooralsnog niet gesproken. Wel roept de EU de Chinese autoriteiten
op om wederkerige toegang tot Tibet te bewerkstelligen voor Europese journalisten,
diplomaten en familieleden.
Vraag 13
Wat is uw appreciatie van de Amerikaanse sancties tegen Chinese tech-bedrijven vanwege
hun betrokkenheid bij de onderdrukking van Oeigoeren in Xinjiang via een alomvattend
surveillance-systeem? Ziet u mogelijkheden om vergelijkbare sancties in te stellen
vanuit Nederland of de Europese Unie?
Antwoord 13
Door een aantal Chinese tech-bedrijven op een zogenaamde entity list voor exportcontrole te zetten, dienen Amerikaanse bedrijven een vergunning aan te
vragen voordat ze aan deze bedrijven mogen leveren. De EU heeft momenteel geen instrument
om dergelijke sancties in te stellen tegen bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen
in China, en er lijkt onder de Lidstaten ook geen draagvlak te bestaan om een dergelijk
instrument in te stellen.
In algemene zin is de Nederlandse overheid bezorgd over het potentieel gebruik van
cybersurveillancetechnologie bij het schenden van mensenrechten. Nederland zet zich
in dat verband internationaal in om cybersurveillancetechnologie onder reguliere exportcontrole
te krijgen. Daarbij zij aangetekend dat exportcontrole is bedoeld om de export van
bepaalde dual-use technologie te controleren, en geen sanctiemaatregel is die aan bepaalde entiteiten
of personen wordt opgelegd. Binnen het Wassenaar Arrangement is recentelijk besloten
een deel van de surveillancetechnologie op te nemen binnen het exportcontroleregime,
wat komend jaar zijn doorwerking zal krijgen in EU-exportcontrolewetgeving.
Vraag 14
Herinnert u zich uw antwoord op Kamervragen waarin u stelt dat er momenteel in internationaal
verband niet wordt gesproken over het instellen van sancties en dat brede internationale
steun nodig zou zijn om sancties effectief te laten zijn? Zou uw antwoord nu anders
zijn, gezien recente ontwikkelingen in de Verenigde Staten? Deelt u de mening dat
sancties die worden onderschreven door zowel de Verenigde Staten als lidstaten van
de Europese Unie effectief kunnen zijn? Zo ja, overweegt u om, in navolging van de
Verenigde Staten, gerichte sancties in te stellen tegen individuen en bedrijven die
betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in China? Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 14
Er wordt in multilateraal verband niet gesproken over het instellen van sancties tegen
individuen en bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in China.
Wel is in december in de EU een beginsel-overeenstemming bereikt over een op te richten
EU-mensenrechtensanctieregime. Dit thematische sanctieregime zal niet gericht zijn
tegen een specifiek land, maar kan na oprichting wereldwijd worden ingezet tegen individuele
mensenrechtenschenders. Op de eventuele toepassing van het sanctieregime op personen
die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in Xinjiang kan ik niet vooruitlopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.